Slim je pensioen regelen als dansdocent. Hoe doe je dat? Muriel Bicker vertelt!

Muriël Bicker. Fotograaf: Ezme Hetharia.

ONDERNEMERSCHAP | Voor de meeste van ons lijkt het nog ver weg: de pensioenleeftijd. Toch moet je daar nu al over nadenken, want als zzp’er moet je jouw pensioen grotendeels zelf regelen! Naast de AOW is er namelijk niets voor ondernemers geregeld. Gelukkig zijn er diverse opties. Weet jij als dansschoolhouder of freelance dansdocent wat er allemaal kan in deze jungle van regels en mogelijkheden? Nee? Geen nood! Muriël Bicker van administratiekantoor Buro Bicker heeft alles op een rijtje gezet.

Heb jij al nagedacht over jouw pensioen?

De afgelopen jaren is er in Nederland veel te doen geweest om het pensioen. Zo is al tien jaar geleden besloten dat de AOW-leeftijd omhoog moet gaan omdat mensen langer leven. AOW (Algemene Ouderdomswet) is een basispensioen dat je van de overheid krijgt. Wanneer jouw AOW-leeftijd ingaat hangt af van wanneer je geboren bent. Mensen die later geboren zijn gaan op oudere leeftijd met pensioen dan mensen die eerder geboren zijn. Als je hier klikt kun je zien wanneer jij de AOW-leeftijd bereikt. 

Maar de AOW is voor de meeste mensen niet genoeg om alle rekeningen van te betalen. Momenteel bedraagt de AOW-uitkering voor alleenstaanden € 1.458 bruto en voor samenwonenden € 996 (per persoon) bruto per maand. Zie daar maar eens van rond te komen! Daarom moet je daarnaast zelf ook nog een aanvullend pensioen zien op te bouwen. Bij mensen die in loondienst werken gebeurt dat meestal automatisch via hun werkgever. Maar hoe doe je dat als dansdocent? Oftewel, als ondernemer?

Hoe zit dat met jou? Hoe kijk jij tegen je pensioen aan? Heb je je daar al in verdiept?

  • Heb je het gevoel dat je pensioen goed geregeld is?

  • Weet je wat er met het begrip jaarruimte bedoeld wordt?

  • Ben je al begonnen met sparen voor je pensioen??

  • Denk je dat je na je pensioenleeftijd niet meer hoeft te werken om rond te komen?

  • Weet je hoe het fiscaal zit met de pensioenregelingen?

Als je al deze vragen met een ‘nee’ hebt beantwoord, maak je dan geen zorgen. Want je bent echt niet de enige! Dat blijkt uit de resultaten van een onderzoek van KNAB Bank over dit onderwerp. Die heeft namelijk in 2023 een enquête gehouden onder zo’n tweeduizend zzp’ers om de behoefte aan pensioeninformatie te onderzoeken. Daar kwamen een aantal opvallende resultaten uit: 

  • 33% heeft het gevoel het pensioen goed geregeld te hebben

  • 25% is goed op de hoogte van hoe fiscale pensioenregelingen werken

  • 45% kent het begrip jaarruimte

  • 24% schuift het regelen van zijn/haar pensioen voor zich uit

  • 20% maakt zich zorgen over financiële situatie nadat hij/zij stopt met werken

Kortom: de meeste zzp’ers hebben nog geen regelingen getroffen voor hun pensioen en weten niet waar ze moeten beginnen. Jij ook niet? Dan is dit artikel voor jou! Ik heb het geschreven om je uit te leggen hoe je je pensioen kunt regelen. Maar ook dat er een nieuwe pensioenwet gekomen is. In dit artikel leg ik je uit wat deze nieuwe wet inhoudt en wat jij daarmee kan. En heb je al eens van de pensioenschijf van vijf gehoord? Die heeft deze keer niets met voedsel te maken maar alles te maken met jouw pensioenmogelijkheden. Log in en lees snel verder!

De Pensioenschijf-van-vijf

Als zzp’er moet je dus zelf je pensioen regelen. Gelukkig zijn daar verschillende mogelijkheden voor. Die opties worden overzichtelijk gepresenteerd in de pensioenschijf-van-vijf van het NIBUD, een onafhankelijk kennis- en adviescentrum op het gebied van huishoudfinanciën. Deze pensioenschijf-van-vijf is ontwikkeld naar een idee van mr. drs. Michael Visser. Hij is als pensioen-onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Op deze schijf staan vijf verschillende bronnen van inkomen die je kunt krijgen als je met pensioen gaat. Ik ga ze allemaal toelichten, maar voor een korte samenvatting kun je ook onderstaande video bekijken.

1 | AOW – Algemene Ouderdomswet

Voor de meeste Nederlanders is de AOW de basis van het pensioeninkomen. Voor elk jaar dat je in Nederland woont of werkt bouw je de AOW-uitkering op. Als je vijftig jaar in Nederland hebt gewoond krijg je het maximale bedrag aan AOW. Voorheen was dat vanaf je vijftiende tot aan je vijfenzestigste levensjaar. Als je in die periode een aantal jaar in het buitenland woonde en daar ook ingeschreven stond, dan wordt er per jaar dat je in het buitenland woonde 2% gekort op de AOW-uitkering. Als je bijvoorbeeld tien jaar in het buitenland hebt gewoond wordt er 20% afgehaald van je uitkering, en krijg je maar 80% van de AOW-uitkering. 

Tot 2012 ging voor iedereen op het 65ste jaar de AOW-leeftijd in. Omdat mensen steeds langer leven is besloten dat vanaf 2012 de AOW-leeftijd stapsgewijs omhoog gaat. Dus hoe jonger je bent, hoe later de AOW-leeftijd in gaat. De AOW-leeftijd wordt nu bepaald door je geboortejaar én geboortemaand. Bijvoorbeeld: mensen die in 2022 recht hadden op de AOW, waren toen 67 jaar en 7 maanden. Wanneer gaat jouw AOW leeftijd in? Check het hier!

De AOW-uitkering is echter maar een minimaal bedrag. Zelfs als je 100% uitkering krijgt is het voor veel mensen niet genoeg om maandelijks rond te komen. Daarom moet je ook nadenken over andere bronnen van inkomsten nadat je stopt met werken. 

2 | Werknemerspensioen

Heb je ooit in loondienst gewerkt? Dan heb je misschien pensioen opgebouwd via je toenmalige werkgever. Voor de fulltime ondernemer is er helaas geen werknemerspensioen, dus waarschijnlijk heb je hier te weinig aan. Als je geen idee hebt hoeveel werknemerspensioen je tot nu toe hebt opgebouwd, klik dan hier om je pensioenopbouw te checken. Op deze website krijg je inzicht in het verwachte pensioenbedrag na pensionering, inclusief de AOW.

3 | Lijfrente (pensioensparen en pensioenbeleggen)

Uiteraard kun je ook zelf voor je pensioen sparen. Via een lijfrenteproduct, pensioensparen of pensioenbeleggen kun je geld opzij zetten voor later. Je zet het geld dan apart op een geblokkeerde rekening. Dat betekent dat je er niet zomaar meer bij kunt komen. Bij KNAB spaart 46% van de zzp'ers voor hun pensioen via een spaarrekening en 26% doet dat via een beleggingsrekening. 

De inleg mag je tot een maximum van 30% van je inkomen ieder jaar fiscaal aftrekken van je belastbaar inkomen. Zo hoef je nu minder belasting te betalen. Belangrijk is wel dat je in de gaten houdt dat je niet al je ‘spaargeld’ inlegt en zelf geen buffer meer aanhoudt. Want als eenmaal je geld in een pensioenproduct zit, kun je pas weer bij dat geld komen als je met pensioen gaat.

Op de vraag hoeveel jij ieder jaar opzij moet zetten voor een goed pensioen, is geen eenduidig antwoord te geven. Of 10% of 30% van je inkomen slim is, hangt af van verschillende factoren, waaronder: 

  • Heb je al pensioen opgebouwd? (Hoe meer je al hebt, des te minder je hoeft in te leggen)

  • Hoe jong ben je? (Hoe jonger je bent, des te minder je hoeft in te leggen)

  • Wanneer wil je met pensioen? (Hoe vroeger je wil stoppen met werken, des te meer je moet inleggen)

  • Hoeveel inkomen wil je nadat je stopt met werken? (Hoe hoger je gewenste inkomen, des te meer je moet inleggen)

Uit recent klantonderzoek van KNAB onder bijna 2.000 zzp'ers, blijkt dat zelfstandige ondernemers een steeds groter deel van hun inkomen opzij zetten naarmate ze ouder worden. Het gaat om onderstaande percentages. De respondenten zijn allemaal fulltime zzp'er, ze hebben er dus geen baan in loondienst naast.

4 | Overig vermogen

Natuurlijk kun je ook vermogen opbouwen zonder deze in een pensioenproduct te stoppen. Je kunt geld sparen, beleggen, vastgoed kopen of extra aflossen op de hypotheek op je huis. Je hebt dan geen fiscaal voordeel, dus je kunt je inleg niet van je belastbaar inkomen aftrekken en minder inkomstenbelasting betalen. Maar je kunt wel makkelijker weer bij je geld of vermogen komen. Hieronder zet ik de verschillende opties en hun voordelen en nadelen op een rijtje:

Spaargeld: Over al het vrij opneembare spaargeld ontvang je weinig rente. Maar het voordeel is wel dat je er ook momenteel nauwelijks of geen inkomstenbelasting over hoeft te betalen. Daarnaast is het altijd beschikbaar. Het staat niet geblokkeerd en je hoeft je geen zorgen te maken dat de koersen laag staan als je het geld wilt opnemen.

Beleggen: Tegenwoordig kun je laagdrempelig beleggen via een beleggersrekening. Die kun je bij je eigen bank openen. Met het geld dat je op je beleggersrekening stort, koop je aandelen (een stukje van een bedrijf). Vaak is er ook een mogelijkheid dat een specialist de aandelen voor je koopt of verkoopt. Dan hoef je alleen maar geld te storten. Er zit wel meer risico aan een beleggersrekening. Aandelen kunnen minder waard worden en dan verlies je geld. Anderzijds als de koers van de aandelen stijgt, dan verdien je meer geld dan wanneer je het op een spaarrekening hebt staan met een lage rente.

Het nadeel is wel dat je over het opgebouwde vermogen inkomstenbelasting moet betalen. En veel meer dan over spaargeld. De belastingdienst gaat ervan uit dat je ten minste 6% rendement behaalt over je beleggingen. De aankomende jaren loopt dit percentage ook nog eens op. Dit is een fictief rendement dat de overheid gebruikt om je belasting te berekenen. Dus ook als jouw aandelen niet zo gunstig uitpakken, moet je toch over 6% van je vermogen nog eens 30% belasting betalen.

Eigen woning aflossen: Aflossen op de hypotheek van je eigen woning is een veilige manier om vermogen op te bouwen. Vooral als je geen zin hebt om grote of risicovolle investeringen te doen in aandelen, cryptomunten of vastgoed. In jouw specifieke situatie kunnen er wel nadelen aan zitten. Als je hypotheek eenmaal afgelost is, kun je niet zomaar weer het hypotheekbedrag verhogen en geld opnemen. Hiervoor moet je bijlenen, vaak in de vorm van een nieuwe hypotheeklening en daar zijn kosten aan verbonden. Daarnaast mag je dan niet zomaar weer de hypotheekrente aftrekken. Dat mag alleen als je het opgenomen geld weer investeert in je huis. 

Goud en zilver: Je kunt ook investeren in fysiek goud of fysiek zilver als pensioen. Dit is een mogelijkheid die veel pensioenadviseurs niet in hun programma hebben zitten. Dit doe je namelijk helemaal zelfstandig en je kunt het weer verkopen als dat nodig is. Vanuit het verleden is goud en zilver een relatief veilige belegging, met name als je het langdurig vasthoudt, omdat goud en zilver redelijk waardevast zijn. Je kunt er dus van uitgaan dat je het voor minstens hetzelfde geld weer kunt doorverkopen, hoe lang je ook wacht. Wie niet fysiek goud of zilver onder zijn matras of in een gat in de tuin wil bewaren, kan ervoor kiezen om het goud of zilver te laten opslaan. Het nadeel is ook hier dat de belastingdienst rekent met 6% rendement en dat je dus over 6% van je vermogen dat in goud of zilver zit 30% belasting moet betalen per jaar. Ook als de waarde van je goud en zilver niet stijgt!

5 | Blijven werken

Deze optie is voor veel ondernemers een realiteit. In mijn werk zie ik dat veel ondernemers met plezier na hun pensionering parttime doorwerken. Het is een mooie aanvulling op de AOW en het houdt mensen jong en actief. Omdat de expertise van deze ondernemers vaak groot is, zijn er ook vaak genoeg opdrachten. Heb je er zelf al eens over nagedacht om de dansschool na je pensioenleeftijd gewoon aan te houden als aanvulling op je pensioen? Je kunt zelf een stap terug doen en danslessen door andere docenten te laten geven, maar wel zelf leiding blijven geven aan het team.

Jouw pensioenschijf van vijf!

Wil je weten of jij al genoeg pensioen hebt voor later, en hoe jouw pensioenschijf van vijf is opgevuld? Doe dan deze test van het Nibud. Hierin zet je al je verwachte pensioeninkomsten en latere vermogen op een rijtje. Ook ga je een inschatting maken van je uitgavenpatroon. Het Nibud rekent uit hoe jouw financiële plaatje er na je pensioen uit komt te zien.

Wet Toekomst Pensioenen

Op 30 mei 2023 is de Wet Toekomst Pensioenen aangenomen. Daardoor gaan er een heleboel dingen veranderen in het pensioenstelsel in Nederland. In deze paragraaf leg ik uit wat er allemaal gaat veranderen en wat dat voor invloed heeft op jou als ondernemer. In de Wet Toekomst Pensioenen staan de nieuwe afspraken over de pensioenen die in 2019 zijn gemaakt. 

Deze wet is ingegaan op 1 juli 2023 en geldt als een overgangsfase waarin werkgevers en werknemers tot nieuwe afspraken moeten komen. De wet heeft drie doelen:

  • Een aanvullend pensioen dat sneller stijgt

  • Een persoonlijker en duidelijkere pensioenopbouw

  • Meer flexibiliteit voor mensen die niet veertig jaar lang voor dezelfde baas werken.

Algemeen bezien gaat het volgende veranderen:

Het uitgangspunt van deze wet is dat mensen een eigen pensioen opbouwen en niet meer het pensioen betalen voor de oudere generaties. Maar dit betekent ook dat als je zelf oud bent, jongeren niet aan jouw pensioen hoeven mee te betalen! Nu is dit voor ons als  zelfstandig ondernemer niet zo van belang omdat wij toch al niet via een werkgever in een pensioenfonds zitten. Als we zelf niets doen voor ons pensioen krijgen we alleen een AOW-uitkering. Toch heeft de nieuwe pensioenwet ook gevolgen voor zzp’ers:

1 | Meer fiscale jaarruimte

Jaarruimte is de hoeveelheid premie die je belastingvrij in een pensioenproduct mag inleggen. Premie is in dit geval het bedrag dat je wegzet om je pensioen op te bouwen in een pensioenproduct, zoals uitgelegd bij schijf drie van de pensioenschijf van vijf (lijfrente, pensioensparen, pensioenbeleggen). De ingelegde premie mag je aftrekken van je inkomen zodat je minder inkomstenbelasting gaat betalen. Dat heet: fiscaal voordelig inleggen. Het bedrag dat je mocht aftrekken van de inkomstenbelasting, was voorheen altijd maximaal 13% van je inkomen. Onder de nieuwe pensioenwet wordt de maximaal aftrekbare premie enorm verhoogd naar wel 30% van je inkomen. Je kunt dus tot 30% van je inkomen fiscaal voordelig inleggen in een pensioenproduct.

2 | Reserveringsruimte

Reserveringsruimte is de zogenaamde inhaalruimte. Als je in het verleden geen inleg hebt gedaan in je pensioen, dan kon je dat tot zeven jaar daarna alsnog doen. Die inhaalruimte is nu verhoogd naar tien jaar. Dus ook de jaarruimte van tien jaar geleden die je nog niet hebt gebruikt kun je nu dit jaar nog gebruiken voor een pensioeninleg.

3 | Einde FOR

De fiscale oudedagsreserve (FOR) is vorig jaar afgeschaft! Gelukkig maar, want ondernemers die aan de FOR meededen dachten vaak dat ze een pensioen aan het opbouwen waren, maar dat was niet zo. De FOR houdt in dat je ongeveer 12% van je winst mocht aftrekken zodat je minder inkomstenbelasting hoefde te betalen. Die 12% werd dan op de balans van je onderneming geparkeerd als een reservering. Het bedrag van de FOR reservering moest je als je de AOW leeftijd bereikte of als je met je zaak stopte, bij je inkomen optellen en er dan inkomstenbelasting over betalen. Geen pensioensparen dus, maar uitstel van belasting betalen. De achterliggende gedachte was dat je met dat extra geld kon gaan beleggen en zo meer vermogen voor je pensioen kon opbouwen, maar in de praktijk deden de meeste ondernemers dat niet. Oeps! 

4 | Pensioenfonds voor zzp’ers

Voorheen waren er alleen pensioenfondsen voor mensen in loondienst. Nu is er een pensioenfonds voor zzp’ers in de maak. Het zou betekenen dat je niet zelf je pensioen zou opbouwen via een lijfrenteproduct, maar dat je je aansluit bij een pensioenfonds voor zzp’ers. 

5 | Verplichte AOV

Ook een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is opgenomen in de nieuwe pensioenwet. De bedoeling is dat deze er zou komen in 2028. Maar hoe hoog de premie wordt, en of het echt verplicht gaat worden… Dat is allemaal nog niet zeker.

Wat betekent dit voor jou als dansdocent?

Goed, wat kunnen dansscholen en dansdocenten in die nieuwe pensioenwet gaan doen? Waarschijnlijk niet heel veel… Want hoewel je nu volgens de wet als een malle al je geld fiscaal voordelig in een pensioenproduct kunt gaan stoppen, moet je wel het geld überhaupt hebben! En het tot aan je pensioenleeftijd kunnen missen.

Voor de rest is dat pensioenfonds en de verplichte AOV (arbeidsongeschiktheidsverzekering) nog in de maak en kun je je afvragen of je dat allemaal wel wilt. Want dat betekent dat je, net als een werknemer, straks verplicht een deel van je inkomen kunt gaan afdragen. Terwijl je nu de vrijheid hebt om zelf over dat geld te beslissen. Bijvoorbeeld door te investeren in iets dat je altijd gemakkelijk weer kunt verkopen als je het geld nodig hebt. Of misschien zit je in een fase van je leven dat je eigenlijk helemaal geen geld overhoudt om in een pensioenfonds of arbeidsongeschiktheidsverzekering te stoppen. Wellicht is daarom de pensioenschijf van vijf ontwikkeld. Deze pensioenschijf heeft veel meer pijlers voor je oude dag dan de nieuwe pensioenwet.

Nu je alle mogelijkheden voor je pensioen kent is het belangrijk om goed na te denken wat bij jouw persoonlijke situatie past. Niet ieder mens heeft zijn leven op dezelfde manier ingericht. Iedereen heeft andere wensen en andere vooruitzichten. Met behulp van deze test van het Nibud heb je op een rijtje kunnen zetten wat je allemaal al als pensioen voor later hebt. Met dit inzicht kun je als het goed is de vragen aan het begin van dit artikel nu met JA beantwoorden.

Bronnen


ONDERNEMERSCHAP & MARKETING

Je bent dansdocent én je runt een dansschool. Je geniet enorm van de uren die je les staat te geven. Maar de leerlingenadministratie, het managen van personeel, de boekhouding, de schoonmaak, de mail en telefoon beantwoorden… Tja, dat hoort er ook bij. Onze redacteur Ondernemerschap & Marketing helpt dansschoolhouders hun bedrijf te laten groeien en financieel gezond te laten zijn. Aan de hand van toegankelijke tutorials leer je over alle praktische zaken waarmee je ook te maken krijgt - en hoe jij daarin onderscheidend kan zijn!

MURIËL BICKER

Muriël Rosemarijn Bicker is redacteur Ondernemerschap & Marketing. Sinds 2006 runt zij Buro Bicker, een administratiekantoor voor kleine ondernemers. Daarvoor werkte ze als docent bedrijfseconomie. Maar dansen is haar grote passie en uitlaatklep, met name moderne dans! In november 2022 start ze met de opleiding Docent Dansimprovisatie in Amsterdam. Voor Dansdocent.nu deelt ze haar expertise op het gebied van boekhouding, ondernemerschap en fiscale regelgeving, en vertaalt deze naar de danswereld.