Valkuilen op weg naar succes: Durf authentiek te zijn, maar isoleer je niet!
Foto van Olga Klöne door Studio Jolie
ONDERNEMERSCHAP | Succes komt niet aanvliegen. Maar als we de obstakels kennen, kunnen we er beter mee omgaan. Eerder schreef dansdocent en theatermarketeer Olga Klöne al over het (on)meetbare succes in de dansschool. In haar gesprekken met vijf dansschooleigenaren kwamen ook de valkuilen op weg naar succes aan bod. In dit artikel lees je hoe deze ondernemers voor hun eigen waarden leerden staan, zonder alles zelf te hoeven oplossen - en tegen welke prijs.
De weg naar succes
In mijn vorige artikel schreef ik over de meetbare en onmeetbare successen van dansscholen, op basis van inspirerende gesprekken met vijf grote dansschoolhouders. Hoe tof was het om te zien hoe zij hun dansschool succesvol maken! In het vorige artikel belichtte ik alleen de mooie kant van het verhaal. Ik sprak tenslotte met eigenaren van gevestigde dansscholen die trouwe leerlingen hebben die graag bij de dansschool (blijven) horen. Vooral dankzij een goed docententeam, hulp achter de schermen van familie, vrienden of medewerkers en mogelijkheden om verder te dromen binnen en buiten de dansschool. Maar hoe zijn ze daar gekomen? Is dat allemaal zonder slag of stoot gegaan?
Natuurlijk niet. De dansschoolhouders vertelden óók uitgebreid over hun valkuilen en de prijs van succes. In dit artikel deel ik de belangrijkste inzichten die uit die gesprekken naar boven kwamen. vaak hebben we dezelfde uitdagingen! En met een beetje inzicht in het proces van de één, kan de ander al goed geholpen zijn. Dat ontdekte ik in de gesprekken over succes in de dansschool met:
Bart Wesseling van Dansschool Wesseling (sinds 1939) in Delft,
Haico van Dijk van Bransz (1946) in Wageningen,
Ilona Ali van Dance d’Ali (2012) in Groningen,
Rosalie Wagenaar van Rose Irish Dance School (2014) in omgeving Bergen op Zoom, en
Marieke Debaere van Danzas (1996) in Kortrijk (België).
Stop met vergelijken!
Vijf dansschoolhouders, vijf verschillende omschrijvingen van succes. Maar één ding hebben ze gemeen: ze willen het beste bieden voor hun leerlingen. Ze willen leerlingen die verder kunnen dromen of gewoonweg met een glimlach naar huis gaan na de les. Dat bereiken ze met een team vol kennis en passie en vooral heel veel liefde en tijd die zij zelf in de dansschool stoppen. Maar waar steek je die tijd dan precies in? Langs welke meetlat leg jij jouw successen om te bepalen wat de volgende stappen zijn? Kijk je hoe anderen het doen? Of kies je ervoor om zelf de waarde van jouw dansschool te ontdekken en daarvoor te gaan staan? Maak je keuzes omdat het ‘hoort’, of omdat ze het beste bij jou en je dansschool passen?
Voor Marieke Debaere is het duidelijk: je moet staan voor de waarden van de dansschool. En die ken jij zelf het beste! “Je moet je dansschool als bedrijf kunnen zien. Bij beslissingen blijf ik mezelf afvragen wat goed is voor de dansschool, in plaats van wat ‘hoort’. Wat hoort past namelijk niet altijd bij de huidige doelgroep en potentiële leerlingen.” En daarmee kaart ze gelijk een eerste valkuil aan: het vergelijken van jouw eigen dansschool met andere dansscholen en je laten beïnvloeden door anderen. Herkenbaar, voor mij in ieder geval. Ik wil als theatermarketeer altijd weten hoe druk het in andere theaters is. Dat zal voor een dansschool niet anders zijn toch? Want hoe verleidelijk is het, wanneer je in de lokale krant leest over een dansschool met 600 leerlingen, dat ook te willen of zelfs te willen overtreffen? Maar wat als een kleine dansschool veel beter bij jou past? En er zijn leerlingen die juist veel beter tot bloei komen in een kleine dansschool!
Je kunt je ook niet altijd maar laten beïnvloeden door wat anderen vinden en iedereen te vriend houden. Of het nu gaat om andere ondernemers of leerlingen en hun ouders. Zo zegt Rosalie Wagenaar, wanneer ik haar vraag naar valkuilen: “Soms past een leerling niet bij jou als docent, of past die bijvoorbeeld toch niet goed in de showgroep. Je moet je mensenkennis durven gebruiken om te bepalen of dit de groei van de groep beperkt.” Rosalie wilde tot voor kort te vaak individuele leerlingen tevreden houden, met als gevolg een hele groep die ontevreden was over het gebrek aan uitdaging en snelheid in de les. Dan moet je keuzes durven maken en niet bang zijn voor de reacties. En dus vraagt ze leerlingen die in niveau of leertempo echt afwijken van de rest van de groep om de selectiegroep of soms zelfs de dansschool te verlaten. Wetende dat zij in een andere groep beter tot hun recht zullen komen!
Keuzes maken zonder bang te zijn voor reacties is makkelijker als je de verwachtingen van je leerlingen (en hun ouders) vooraf goed managet. Vertel wat leerlingen mogen verwachten van je les, maar vooral ook wat jij en jouw docenten van hen verwachten. Bijvoorbeeld of de leerling het gewenste niveau heeft voor de groep waar die graag in wil zitten of nog niet, en waarom. Maar ook wat ze van je kunnen vragen op het gebied van communicatie. Ilona d’Ali heeft het binnen deze context over de ‘jaagmaatschappij’: “Iedereen is zo gewend aan snelle antwoorden en oplossingen. In plaats van me op te laten jagen, heb ik ervoor gekozen om eerlijk te zeggen: ‘Het is druk, ik kan niet direct reageren op je vraag of probleem. Je ontvangt binnen een paar dagen een reactie’.” Als je duidelijk communiceert ben je transparant en heeft iedereen een beter beeld van wat ze mogen verwachten. En gun je jezelf tijd om je keuzes goed te overwegen! Dan kunnen je klanten erop vertrouwen dat jij de nodige beslissingen maakt en respecteren ze die, ook al zijn ze het er niet mee eens.
Voorkom een isolement
Zowel Marieke als Rosalie benoemen als valkuil ook: in je eentje de dansschool runnen én in ‘standje docent’ blijven hangen. Je kunt niet alles zelf doen. Dan krijg je het te druk, ben je minder toegankelijk en verlies je jouw leerlingen uit het oog. En ondertussen ontbreekt het aan de tijd, of energie, om zorgen, successen en ideeën uit te wisselen met gelijkgestemden. Zodat je niet alles zelf hoeft te bedenken of in je eentje op te lossen. Dus, om het minder ‘alleen’ te doen helpt niet alleen een goed team, maar ook het gesprek aangaan met andere dansondernemers. Dat gesprek is volgens Haico van Dijk niet alleen belangrijk voor het delen van persoonlijke struggles en successen, maar ook voor het belang van de sector danseducatie als geheel.
“Onze prijzen worden door de consument nog steeds vergeleken met bijvoorbeeld die van een voetbalvereniging. Maar wij krijgen niet dezelfde subsidies en zijn dus echt een commercieel bedrijf. Daardoor kunnen we niet hetzelfde rekenen als voor voetbaltraining. Laten we onszelf, gezamenlijk als sector, horen, dan kunnen we hopelijk meer invloed uitoefenen op politieke beslissingen. Dat hoop ik met Vereniging Dansondernemers Nederland te bereiken.”
Dat we ons als sector hard blijven maken voor eerlijke lesprijzen, is essentieel als we dansdocenten eerlijk willen uitbetalen. Want lager lesgeld klinkt als een goede strategie voor meer klanten, maar is niet duurzaam! Dan moet je elke paar jaar op zoek naar nieuwe dansdocenten. Nu stoppen veel dansdocenten binnen tien jaar met lesgeven omdat ze met hun huidige uurtarief hun gezin niet kunnen onderhouden.
En daarmee komen we even terug op mijn eerste artikel waarin ik concludeerde: succes maak je samen. Alleen ging dat nog over het team en support netwerk van de dansschool. Maar toen de gesprekken verder gingen bleek dat je succes óók met je concullega’s uit de danseducatie maakt! En dat is iets waar mijn collega’s van Dansdocent.nu zich ook duidelijk in herkennen. Zo verwondert dansschoolcoach Ninny Dooms zich er regelmatig over dat dansschoolhouders zo’n competititieve instelling hebben, terwijl ze uiteindelijk allemaal hetzelfde doel hebben: meer mensen aan het dansen krijgen! Zo schrijft ze in haar artikel over het werven van dansdocenten:
“...En natuurlijk zijn er altijd eigenaren bij die je het licht niet in de ogen gunnen. Want dat de meeste dansschooleigenaren argwanend zijn is mij inmiddels wel duidelijk geworden. Ik hoor helaas nog te vaak verhalen dat flyers exact worden overgenomen. Of dat jouw leuke en lang over nagedachte thema voor je voorstelling wordt gekopieerd door de dansschool bij jou in de buurt. Natuurlijk is dat niet fijn, maar het maakt je niet een betere ondernemer door je daarop te blijven focussen. Want dit betekent absoluut niet dat alle dansschooleigenaren zo zijn. ”
Ninny legt uit dat de meeste dansschoolhouders een goede bondgenoot kunnen zijn! Zeker als je het wat verder van huis zoekt, bijvoorbeeld door te overleggen met dansscholen in een andere stad of met ondernemers met net een ander klantenbestand (andere dansstijl, sport- of yogacentrum, etc.).Kortom, ondernemers waarmee je niet direct concurreert.
Ook Jacqueline de Kuijper pleit als oprichter van Dansdocent.nu voor meer verbinding in de sector. In haar Spotlight-interview vertelde ze: “Dat vind ik wel je taak als dansdocent, dat je weet wat er speelt. En wie wie is. Ook dat is het belang van Dansdocent.nu, die diversiteit laten zien. Zodat dansdocenten niet op hun eigen eilandje blijven zitten.” Die visie vindt weerklank op landelijk niveau. In februari 2023 pleitte Nederlandse Dansdagen ervoor dat dansdocenten zich meer gaan inzetten als ambassadeur van de dans. Dat schreven ze in hun Call to Action namens hun partners in de Nederlandse danssector. Dansdocent of -ondernemer zijn gaat verder dan je eigen hachje redden: we moeten ons hard maken voor méér dans in de maatschappij.
Het succes van die mega dansschool bij jou in de buurt zorgt uiteindelijk voor meer interesse in dans. In plaats van jezelf daarmee te vergelijken, kun je die ontwikkeling steunen! En uiteindelijk misschien de leerlingen opvangen die door deze dansschool met dans in aanraking komen, maar gaandeweg ontdekken dat ze beter gedijen bij een kleinere dansschool. Of die interesse hebben in een stijl die daar niet wordt aangeboden, of wiens weekrooster simpelweg beter aansluit bij het jouwe...
De prijs van succes
Behalve isolement komt in gesprek met Haico nog een andere valkuil aan bod: niet goed weten waar je aan begint. Hij legt uit dat het houden van een dansschool veel meer is dan lesgeven. Je hebt namelijk ook te maken met een hele andere kant, rondom onroerend goed (of je nu huurt of koopt) en met de politiek (zoals de nieuwe regels rondom schijnzelfstandigheid waardoor je misschien jouw docenten niet meer als zzp’er voor je mag laten werken). En als je dat eenmaal het hoofd weet te bieden, heeft je succes vaak ook nog een prijs.
Want 24/7 met werk bezig zijn is onder de geïnterviewde dansschoolhouders toch wel de gemene deler. Er is minder tijd voor je gezin en sociale leven, of soms zelfs voor je eigen persoonlijke ontwikkeling. Zo gaf Haico zijn droom als uitvoerend danser op. En Bart Wesseling heeft altijd moeten zoeken naar de balans tussen werk en gezin. Met zijn vrouw was hij veel op de dansschool en er was weinig tijd samen met de kinderen.
“We deden altijd ons best om in ieder geval thuis te eten. Zo is er toch een moment samen. Maar dat lukte niet altijd. Nu ze ouder worden is het makkelijker, ze gaan hun eigen weg. En ze werken graag in de dansschool. Zo brengen we toch nog steeds veel tijd samen door. Op de dansvloer, maar ook ‘op kantoor’.”
Ook de anderen dansondernemers komen met soortgelijke verhalen. Op zich is dat niet heel verrassend, want ik zie iedere ondernemer die ik ken in meer of mindere mate stoeien met hun werk-privé balans. Maar wat ik niet verwachtte was het antwoord van Ilona. Zij vertelt dat naarmate je succesvoller wordt, je jezelf ook zakelijker moet opstellen naar je leerlingen toe. Ook naar degenen waar je in al die jaren vrienden mee bent geworden buiten de lessen om.
Dat dit genoemd werd, verbaasde me in eerste instantie. Maar toen ik er nog eens over nadacht, was dit me al eens opgevallen bij mijn eigen docent. Wat ik altijd wegschoof als iets van haar persoonlijk, wordt tot mijn verbazing toch door meer docenten genoemd. Als je als leerling ook vriendschappelijk met je docent omgaat, heb je al snel de neiging om ‘even snel’ privé iets te communiceren over de les, vaak mondeling als je gezellig samen op stap bent. Vroeger, toen deze docenten nog maar een paar leerlingen hadden, ging dat nog. Nu, binnen een grotere dansschool, werkt dit niet meer. Zij moeten alle informatie bij elkaar hebben en terug kunnen vinden, anders verliezen ze overzicht. Dus zijn ze streng, bijvoorbeeld als het aankomt op communicatie over lesgerelateerde zaken. Of de leerlingen/vrienden daar last van hebben? Ik als leerling niet, maar als eigenaar en docent twijfelt Ilona: “Ik weet niet of zij dit ook ervaren, maar de band die ik met ze heb is wel veranderd.”
Maar ondertussen staan deze dansschoolhouders nog steeds met de volle 100% achter hun dansschool. En daar gaan ze mee door. Want die valkuilen, die hebben ze achter zich gelaten. En ook de prijs van succes, dat hebben ze inmiddels een plekje gegeven. Coachingstrajecten en het delen van ervaringen met andere dansondernemers zijn hierin belangrijke factoren. Zo heeft Ilona in het coachingstraject met Ninny geleerd dat je stap voor stap aan je werk-privébalans kan werken: “Vriendinnen staan bij mij op de laatste plaats. Nu de balans tussen de dansschool en mijn gezin beter is, kan ik meer ruimte gaan geven aan mijn sociale leven. Dat is mijn volgende doel.” En ik vertelde al dat Haico zijn droom om op het podium te blijven staan op gaf, voor de dansschool. Het kon niet allebei, maar beiden groeiden. Hij koos voor de dansschool, liet het podium achter zich en heeft daar nog steeds geen spijt van.
Succes komt met vallen en opstaan en blijkt ook nooit ‘af’. Je dansschool groeit en ook als ondernemer en persoon groei je. En als dat dan is gelukt, dan kun je gaan focussen op behouden van wat je nu hebt. Althans, dat dacht ik… Dus vroeg ik de dansschoolhouders hoe ze het succes gaan vasthouden. En wat blijkt? Niemand is klaar met de ontwikkeling van de dansschool! Hoewel ze samen met het team willen blijven doen wat ze nu doen, blijft de ambitie vooral om het nog béter te doen. Dat betekent niet altijd groter! Want hun doelen lopen uiteen van meer financiële ruimte creëren, tot minder tijd besteden aan administratie. Allen willen ze dat er meer ruimte overblijft voor ontwikkeling van en uitdaging voor de leerlingen. Aan die doelen werken de dansschoolhouders niet alleen, maar met een sterk team en door inspiratie en kracht te putten uit andere dansondernemers.
Bronnen
Met dank aan Bart Wesseling, Haico van Dijk, Ilona Ali, Rosalie Wagenaar en Marieke Debaere.
De Kuijper, J. (2024, 11 juni). De dansdocent als ambassadeur van de dans. Realistisch of idealistisch? Dansdocent.nu. Geraadpleegd op 20 januari 2025.
Dooms, Ninny. (2023, 2 november). Hoe vind je de ideale dansdocent? Dansschoolcoach Ninny geeft je haar gouden tips! Dansdocent.nu. Geraadpleegd op 20 januari 2025.
Geelen, I. (2024, 2 juli). In de spotlight: hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper. Dansdocent.nu. Geraadpleegd op 20 januari 2025.
ONDERNEMERSCHAP & MARKETING
Voor het dansdocentschap heb je gekozen. Het ondernemerschap krijg je daar zomaar bij… Niet altijd gewenst, en soms behoorlijk complex. De vrijheid van het freelancen is fijn, maar belastingaangiften, administratie, klantenwerving en steeds weer politieke veranderingen leiden tot kopzorgen. Daar helpen wij je graag bij! Onze redacteuren Ondernemerschap & Marketing helpen dansdocenten en dansschoolhouders hun zelfstandige onderneming of bedrijf te laten groeien en financieel gezond te laten zijn. Aan de hand van toegankelijke stappenplannen en voorbeelden leer je over alle praktische zaken waarmee dansondernemers te maken krijgen - en hoe jij daarin onderscheidend kan zijn!
Olga Klöne
Olga Klöne is redacteur voor de rubriek ‘Ondernemerschap & Marketing’. In 2009 ronde ze haar studie Kunst en Economie af. Ze werkt sindsdien in en met theaters. Vooral als marketeer, maar ook kaartverkoop, financiële administratie, sales, applicatiebeheer en produceren zitten in haar takenpakket. Daarnaast is ze niet alleen uitvoerend danser, in linedance wedstrijden en semi-professionele producties, maar ook docent. In het verleden gaf ze Dans en Spel lessen op basisscholen, maar tegenwoordig geeft ze linedance.