Fair pay vereist een fair price. Verhoog de tarieven van jouw danslessen!
ONDERNEMERSCHAP | Eerder berekenden wij dat freelance dansdocenten minimaal € 42,67 per uur horen te verdienen. Dat bracht veel discussie teweeg! In dit artikel nemen we daarom verschillende beweegredenen voor lage tarieven onder de loep. Want fair pay vereist een fair price. Zijn er creatieve oplossingen om toch je prijzen te verhogen? Zonder al je goede intenties teniet te doen? Wij denken van wel! Ontdek hoe je meer kunt verdienen zodat je jouw docenten - én jezelf - een eerlijke vergoeding kunt betalen.
‘Maar dát kan ik mijn docenten nooit betalen!’
In januari schreven redacteur Lola van Boxel en hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper het artikel ‘Wat is een eerlijk uurtarief voor dansdocenten? Wij zochten het voor je uit!’ Wij berekenden op basis van de Nederlandse cao Toneel en Dans dat freelance dansdocenten minimaal € 42,67 per uur horen te verdienen. Dat bracht veel discussie teweeg… Enerzijds werden we overladen met likes, complimenten en dankwoorden dat we ons hier zo sterk over uitspraken. Anderzijds werden we tussen neus en lippen door ervan beschuldigd tegen de dansschoolhouders te zijn en het hen financieel nog moeilijker te willen maken - wat uiteraard nooit onze intentie is geweest. Het gedeelde sentiment? ‘Dát kan ik mijn docenten nooit betalen, want dan houd ik niks over!’
Uit de felle discussie die in de Facebookgroep Danspiratie losbarstte werd al snel duidelijk waarom sommige dansschoolhouders hun docenten niet een eerlijke vergoeding kunnen betalen: ze vragen de klanten (te) weinig voor de danslessen die ze aanbieden. Tarieven zo laag als € 7 per dansles kwamen voorbij. Tja, dan lijkt het ons logisch dat je krap bij kas zit! De oplossing lijkt simpel: verhoog je tarieven. Maar zo simpel is het volgens jullie niet. Dansschoolhouders hebben veel (ogenschijnlijk) goede redenen om weinig voor hun diensten te rekenen. Zoals dat dans voor iedereen is en dus voor iedereen betaalbaar moet zijn, en dat er in kleine dorpen geconcurreerd wordt met sportverenigingen die eveneens lage tarieven hanteren omdat ze met vrijwilligers werken.
Daarom schrijven we nu een artikel vanuit het perspectief van dansschoolhouders en nemen we hun beweegredenen voor lage tarieven onder de loep. Hiervoor gingen we in gesprek met dansschoolcoach Ninny Dooms, wiens opinie en adviezen je ook in dit artikel zult tegenkomen. Wat zijn de voors en tegens voor lage tarieven? Zijn er creatieve oplossingen om toch je prijzen te verhogen? Zonder al je goede intenties teniet te doen? Wij denken van wel! Maar het vereist wel een portie omdenken en misschien wat uit je comfort zone gaan en de bijbehorende groeipijn. Want als je doet wat je altijd deed krijg je wat je altijd kreeg: onderbetaling. Tijd voor verandering!
Maar eerst: hoe bereken je überhaupt wat jouw danslessen zouden moeten kosten?
Wat kost een dansles?
Idealiter is de prijs die je voor de danslessen in jouw studio rekent hoger dan wat het je kost (in jargon heet dat de ‘mark-up’), want dan maak je winst en verdien je geld. Als ondernemer is je winst namelijk je inkomen, tenzij je al jouw eigen uren ook doorberekent in de prijs van de danslessen - wat velen niet doen. Reken je naar de klant toe minder dan wat het organiseren van de dansles jou kost, dan draai je verlies en kom je vroeg of laat (financieel) in de problemen. Of moet je rondkomen van het inkomen van je partner… Dat is misschien een tijdelijke oplossing, maar op de lange termijn lijkt mij dat toch echt niet fijn.
De minimale prijs van de danslessen die je aanbiedt bereken je door eerst al je kosten op een rijtje te zetten. Denk aan de huur, verzekeringen, software, de docenten (uitgaande van een minimumloon van € 42,67 per uur - of meer), etc. Vervolgens maak je een lijst van je inkomstenbronnen: bijvoorbeeld het aantal klanten dat je kunt bereiken met het aantal lessen die je biedt en de zaalgrootte. Vervolgens deel je de totale kosten door het aantal inkomstenbronnen. Op welk bedrag kom je dan uit? Wanneer je als ondernemer je eigen uren niet in het kostenplaatje hebt meegenomen, dan is dit bedrag de absolute minimale kostprijs. Hier plak je dan nog een marge op, afhankelijk van hoeveel je zelf wilt of moet verdienen om rond te komen. Zo kom je tot de verkoopprijs. Bekijk ook dit artikel op Ik ga starten voor een uitgebreidere uitleg.
Het is voor iedereen anders, maar een bedrag van € 300 per jaar per leerling is - volgens Ninny Dooms - over het algemeen “een oké tarief”. Uitgaande van een dansseizoen van 38 weken is dat € 7,9 per dansles. Maar Ninny geeft aan dat nog heel veel dansscholen onder dat tarief zitten. In dat geval is een prijsverhoging echt nodig! Kom je echter op een bedrag uit dat meer dan het dubbele is, dus meer dan € 16 per les? Dan kun je beter terug naar de tekentafel gaan en berekenen hoeveel extra klanten je nodig hebt om op een tarief uit te komen waar jij je comfortabel bij voelt en waarvan je denkt dat je klanten bereid zijn het te betalen.
Dit klinkt misschien als een no-brainer, maar toch zijn er dansscholen die zo weinig voor hun danslessen rekenen dat ze onder de kostprijs zitten en zichzelf en hun docenten geen cao-waardige vergoeding kunnen betalen. Je zou kunnen zeggen dat je dan een ‘fictief verlies’ lijdt. Je kunt dan misschien de andere rekeningen (zoals de huur van de studio) wel betalen, maar je verliest op den duur de loyaliteit en volwaardige inzet van jouw docenten waardoor zij niet de kwaliteit leveren die ze zouden kunnen bieden. Bijvoorbeeld omdat zij die dag al vijf andere lessen hebben moeten geven en moe zijn. Of omdat ze naast het lesgeven geen tijd, geld of energie overhouden voor bijscholing en daardoor jaar in jaar uit dezelfde lesplannen herhalen. Uiteindelijk zullen de klanten dat ook merken, minder tevreden zijn, en stoppen of minder willen betalen. Je hoort het al, hier wordt niemand beter van!
Wanneer jij jouw docenten goed betaalt zou je dat op den duur terug moeten verdienen. Bijvoorbeeld doordat zij zulke inspirerende lessen geven dat de studio altijd vol met leerlingen staat, of doordat ze niet overwerkt raken en zich nooit ziek hoeven te melden. Het is dus in jouw voordeel om in je team te investeren! Daarom is het belangrijk om de tijd te nemen die verkoopprijs te berekenen. Indien nodig kun je dan je tarieven verhogen (of op andere manieren meer inkomsten genereren) zodat je jouw team wel een eerlijke vergoeding kunt betalen. Fair pay vereist een fair price.
Tegenargument 1 | ‘Ik concurreer met sportverenigingen in het dorp’
Een veelgehoord argument voor lage tarieven is dat prijzen buiten de randstad in het algemeen lager zijn en dat dansscholen in dorpen moeten concurreren met de lage tarieven van de lokale sportverenigingen, die doorgaans met vrijwilligers werken. Dat is de reden dat sommige dansscholen slechts € 6 à € 7 per dansles rekenen.
Dit argument lijkt valide: de junioren van hockeyverenigingen betalen gemiddeld de hoogste contributie (283 euro per jaar), gevolgd door handbalverenigingen (201 per jaar) en voetbalverenigingen (149 euro per jaar) (Davids et al., 2021). Gedeeld door 41 schoolweken per jaar, komt dat neer op respectievelijk € 6,9 en € 4,9 en € 3,6 per les. Al is dit niet helemaal reëel, want het voetbalseizoen eindigt bijvoorbeeld vaak al in mei, dus de werkelijke prijs per les is waarschijnlijk hoger. Daarnaast is de gemiddelde contributie inderdaad vaak hoger in gemeenten waar de stedelijkheid toeneemt, of waar het aandeel hoogopgeleiden relatief hoog is. De prijs neemt ook vaak toe naarmate het inwonertal toeneemt (Davids et al., 2021).
In België komt daar nog eens de concurrentie van het gesubsidieerde Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) bij. Volwassenen betalen daar voor 1 tot 3 uren les per week € 320 per jaar, of onder diverse voorwaarden zelfs het verminderde tarief: slechts € 135 per jaar. Jongeren tot 18 jaar betalen in het DKO zelfs maar € 69 per jaar, of in geval van het verminderde tarief slechts een schamele € 45 per jaar! Is het kind onder de 12 jaar, dan is het inschrijfgeld zelfs fiscaal aftrekbaar als ‘kost voor kinderopvang’ (Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, z.d.). Geen wonder dat Belgische dansscholen een enorme druk ervaren om hun tarieven laag te houden!
Dat er concurrentie is van sportverenigingen en het DKO is op zich dus geen gekke gedachte, maar de hoogte van de contributies bij sportverenigingen volgt over het algemeen wél de inflatie. Dat blijkt uit de contributiemonitor 2020/2021 (Davids et al., 2021). En zeg nou eens eerlijk: wanneer heb jij voor het laatst je prijzen verhoogd en opnieuw geïndexeerd aan de hand van de inflatie?
Je zal het wellicht gemerkt of gelezen hebben dat de prijzen afgelopen jaar in vele branches en sectoren gestegen zijn. Dat betekent dat je vandaag minder kunt kopen voor één euro dan een maand geleden. De inflatie is de afgelopen jaren namelijk sterk gestegen. In 2021 alleen al kwam de inflatie uit op 2,7%, en in januari 2022 zelfs 6,4% (CBS). Doe je niets aan je tarieven, dan verdien je ieder jaar minder. De zelfstandige dansdocent die in 2015 een uurtarief van € 35 overeenkwam, verdient nu - zeven jaar later - in feite € 4 per uur minder. Maar als je kosten stijgen, kun je op jouw beurt ook je prijzen verhogen! Vroeg je als dansschoolhouder in 2015 al € 7 per les, dan zou je nu minimaal € 7,81 per dansles moeten rekenen.
Het beste kun je periodiek de inflatiecorrectie toepassen (Meijers, 2019). Als dansschool kun je dat ieder jaar doen wanneer je de cursussen voor het nieuwe seizoen gaat verkopen. Vind je het niet fijn om steeds bij bestaande klanten of opdrachtgevers te praten over inflatiecorrectie? Pas deze dan alleen toe in de tarieven voor nieuwe klanten! Wanneer je wel bij bestaande klanten over een hoger tarief begint, is het belangrijk om transparant te zijn en je beslissing te beargumenteren. Vertel dus ook dat de inflatie een rol speelt, de groei in je expertise of hogere kosten. Je kunt daarbij gebruik maken van de inflatiecijfers van het CBS. Dan accepteren klanten de tariefverhoging vaak wel (Bruyning, 2022).
Het is dus belangrijk om als dansschoolhouder de inflatie mee te nemen in de prijzen van de danslessen en lidmaatschappen. Je dansdocenten zouden namelijk eigenlijk ook ieder jaar hun tarieven opnieuw moeten indexeren. In de Nederlandse cao Toneel en Dans 2020-2021 worden de lonen iedere zes maanden met 1,5% verhoogd, wat in voorgaande jaren ongeveer overeenkwam met de inflatie. Bij de cao Toneel en Dans 2022-2023 wordt al uitgegaan van een inflatie van 2,5%. Zo’n inflatiecorrectie wordt bij cao’s standaard toegepast om ervoor te zorgen dat werknemers er niet in koopkracht op achteruitgaan (Kivits, 2022).
Tip: Heb je al een paar jaar je prijzen niet geïndexeerd? Bereken dan aan de hand van deze indexatietool welke inflatiecorrectie je eigenlijk zou moeten toepassen op je tarieven. Ook handig: met deze persoonlijke inflatiecalculator van het CBS kun je inzicht krijgen in hoe jouw vaste lasten zijn gestegen door de inflatie, aan de hand van jouw persoonlijke consumptiepatroon.
Tegenargument 2 | ‘In mijn dansstijl werken we met kleine groepen, dus zijn de inkomsten lager’
Uit de discussie op Facebook blijkt dat dansschoolhouders die voornamelijk gezelschapsdans (ballroom en latin) aanbieden anders opereren dan dansscholen die toneeldans (ballet, modern, jazz, etc.) aanbieden. Zij hebben vaak grotere zalen, grotere groepen, werken met korte cursussen in blokken, en vragen hogere tarieven (€ 12,50 per les). Deze dansscholen lijken goed te kunnen rondkomen en betalen hun docenten vaak een percentage van de opbrengst, een bedrag dat veelal hoger is dan het door ons voorgestelde minimumloon van € 42,67 per uur.
Zodoende horen we het argument dat dansscholen die bijvoorbeeld lesgeven in klassiek ballet noodgedwongen met kleine groepen werken om de kwaliteit te kunnen waarborgen. Daardoor zijn er minder inkomsten en blijft er weinig over voor de docent… Maar, als je een hbo-gediplomeerde docent voor de klas hebt staan en de leerlingen super veel persoonlijke aandacht krijgen, dan volgt daar toch automatisch uit dat dat wat mag kosten? In ieder geval meer dan € 6 per les! Jij verwacht voor een H&M-prijsje toch ook geen haute couture kwaliteit? Maar dat is wel wat deze dansscholen de klanten nu geven. Een prijs hoort weer te geven wat iets waard is. Bied je veel waarde? Dan hanteer je hogere tarieven!
Het is sterk aan te raden om je (nogmaals) in te beelden wie je ideale klant is (Klootwijk, 2021). Hoe scherper je dat voor ogen hebt, des te beter je jouw aanbod hierop kan laten aansluiten - inclusief het tarief. Je wilt namelijk kunnen bouwen op jouw leden en een community creëren. Richt je daarom tot klanten en leden die echt bij jouw dansschool passen, omdat ze dezelfde normen, waarden en overtuigingen hebben. Dan is de kans ook groter dat je communicatie on point, opvallend, en onweerstaanbaar is, omdat je jouw leden door en door kent. Je marketingactiviteiten zullen meer opleveren en - ook heel belangrijk - je zult meer energie en voldoening uit je werk halen.
Wil je toch echt vasthouden aan die lage tarieven? Onderzoek dan of er andere mogelijkheden zijn om inkomsten te genereren, zodat je toch jezelf en je team een eerlijke vergoeding kan betalen. Wellicht kun je manieren verzinnen om meer winst te genereren met de eindejaarsvoorstelling. Lenneke Gentle heeft daar voor Dansdocent.nu een mooi artikel over geschreven: ‘De dansvoorstelling komt eraan: zó betaal je jouw docententeam dit jaar!’ Andere manieren om meer omzet te draaien zijn: meer diensten verkopen aan je bestaande klanten en meer nieuwe klanten werven. Organiseer bijvoorbeeld ook kinderfeestjes, kleurplatenacties, masterclasses met (externe) docenten, danskampen, etc. En stop met de proefles gratis weg te geven…
Extra tip van Ninny: je kunt ook overwegen om dagopvang voor kinderen aan te bieden in de schoolvakanties. De kosten voor tijdelijke kinderopvang kunnen oplopen tot wel € 11,50 per uur per kind. Als het al mogelijk is, want vaak moeten ouders contracten aangaan voor 40 of 52 weken per jaar. Dat is niet handig voor de mensen die alleen af en toe opvang nodig hebben. Als dansschool kun je in dit gat in de markt springen door tijdelijke opvang te realiseren in de vakanties. Bovendien kan je voor al deze activiteiten een hogere prijs vragen dan je reguliere aanbod.
Tegenargument 3 | ‘Dans is voor iedereen, dus iedereen moet het kunnen betalen’
Sommige dansschoolhouders zijn ervan overtuigd dat hun klanten bij ze weg zullen lopen als ze meer dan € 6 per les gaan vragen. Daarnaast hebben veel dansdocenten zoveel passie voor hun vak dat ze het met zoveel mogelijk mensen en leerlingen willen delen. Maar dat dans voor iedereen is, betekent niet dat iedereen het kan betalen. Noch betekent het dat het jouw verantwoordelijkheid is de tarieven zo laag te maken dat je de lessen praktisch gratis weggeeft en zelf niks meer verdient of je team niet fatsoenlijk kunt betalen.
Stel jezelf daarom eens deze vraag: zullen echt álle klanten weglopen als je je prijzen verhoogt? En: welke klanten hebben wél een grote portemonnee? Er zijn rijke mensen, arme mensen, en alles daartussenin. Denk eens na over hoe je daar op in kunt spelen! Bijvoorbeeld:
Kijk eens of je voor verschillende lessen verschillen prijzen kunt hanteren. Maak bijvoorbeeld een onderscheid tussen de reguliere lessen en community classes. In de reguliere lessen zet je gediplomeerde docenten in en reken je hoge tarieven, en in de community classes zet je dan stagiaires in en reken je lage tarieven. Zo heb je toch aanbod voor de mensen in jouw gemeenschap met een kleine portemonnee, maar zonder dat jij de rekening betaalt. Een andere optie is om naast de jaarcursussen ook korte cursussen en losse workshops aan te bieden. Dan kunnen klanten iets kiezen dat bij hun budget past. Of aan nog meer lessen deelnemen!
Je kunt in jouw studio flyers neerleggen van het Jeugdfonds Sport & Cultuur of hierover vertellen in jouw nieuwsbrief. Voor kinderen en jongeren uit gezinnen met weinig geld betalen zij de contributie of het lesgeld. In sommige gevallen betalen ze ook de benodigdheden, zoals voetbalkleding of dansschoenen. In 2021 heeft het Jeugdfonds Sport & Cultuur 65.863 kinderen en jongeren mee laten doen met een sportieve of culturele activiteit. Deze flyers, posters en teksten kun je zelfs kant en klaar downloaden/aanvragen op hun website. Ouders moeten deze bijdrage vervolgens wel zelf aanvragen.
In België is het mogelijk om tot € 30 per jaar terugbetaald te krijgen door de mutualiteit (NL: ziektekosteverzekering). Zo stimuleren de zorgverzekeraars beweging omdat het de gezondheid ondersteunt. Een aanvraag kan (zelfs met terugwerkende kracht) ingediend worden na de inschrijving bij de dansschool. Herinner je leden hieraan!
Creëer de optie dat mensen danslessen kunnen doneren: buy one, give one. Toms maakte dit principe beroemd: voor elk paar schoenen dat je kocht, doneerden zij een paar schoenen (Peters, 2019). Zo maak je het makkelijk voor klanten met een grote portemonnee om een goed doel te steunen, want uit het feit dat ze klant zijn bij jouw dansschool kun je al afleiden dat zij waarde hechten aan dans en jullie wat gunnen! Stop deze extra inkomsten in een potje en maak hiervan een studiebeurs waarvoor kansarme leerlingen kunnen auditeren, of organiseer hiermee gratis activiteiten waaraan iedereen kan meedoen. Aan jou de keuze!
Maak van (een gedeelte van het aanbod van) jouw dansschool een vereniging of stichting, in plaats van een onderneming, zodat je aanspraak kunt maken op dezelfde subsidies als jouw concurrenten. Dat kan voor jouw reguliere activiteiten, maar ook voor incidentele activiteiten zoals voorstellingen en wijkevenementen. Zo heeft vrijwel elke gemeente een subsidiepotje voor lokale initiatieven en zijn er meerdere landelijke fondsen die cultuurparticipatie willen bevorderen, zoals Fonds Cultuurparticipatie, Lang Leve Kunst Fonds, Betrokken Buurten, en het VriendenLoterij Fonds. Tip: op de website van Cultuur + Ondernemen kun je uitgebreid info lezen over het gebruik maken van cultuurfondsen. In Vlaanderen kun je altijd contact opnemen met Danspunt, die je met veel plezier tips en advies geven omtrent de subsidies.
When you pay, you pay attention
Deze quote is voor mij (Lola) echt een eye opener geweest en ik zie hem op vele manieren terugkomen. Zo sport ik graag bij een fitness boutique waar ik een strippenkaart heb en per les betaal. Ze hebben een annuleringstijd van 12 uur, wat betekent dat als ik me 12 uur van te voren niet afmeld en niet kom opdagen, dan ben ik de strip kwijt ben én moet ik € 10 extra betalen. Dit zorgt ervoor dat ik er altijd ben en nooit een les mis die ik geboekt heb.
Dit principe zie ik ook bij dansscholen, maar helaas dan omgekeerd. De abonnementen zijn soms zo laag in prijs dat het eigenlijk niet uitmaakt als ik een keertje niet kom omdat ik liever iets anders wil doen. Kortom: als je ergens weinig voor betaalt, dan hecht je er vanzelf ook minder waarde aan en gaat je aandacht er ook sneller vandaan. Maar geef je ergens veel geld aan uit (denk bijvoorbeeld aan een personal trainer), dan zal je er meer tijd en/of energie in stoppen. Dus wat nou als de abonnementsprijzen bij dansscholen hoger zouden zijn en je een bedrag moet betalen als je je niet op tijd afmeldt? Wat zou er dan gebeuren denk je?
Wat je uitstraalt, krijg je terug. Hanteer je hogere tarieven? Ga dan ook voor een luxere uitstraling! Laat bijvoorbeeld alle werknemers/docenten in dezelfde outfit lopen, zoals een shirt met het logo van jouw dansschool. Dit is een kleine investering, maar oogt gelijk al professioneler. Deze shirts kun je dan ook als merchandise gaan verkopen! Of lever extra service en zorg ervoor dat er altijd haarelastiekjes, tampons, flesjes water en handdoeken liggen die de leden gratis of tegen een kleine meerprijs kunnen gebruiken.
Wij zijn heel benieuwd hoe jij over de tips in dit artikel denkt. Welke ga je toepassen? Of welke hanteer je al en wat is het effect? Laat het ons weten door hieronder een opmerking achter te laten!
Bronnen
Bruyning, S. (2022, 2 maart). Hogere kosten, wat doe je met je prijs? Kvk.nl. Geraadpleegd op 3 maart 2022.
Davids, A., Hover, P., Schoemaker, J., Berfelo, B., Van Bezooijen, B., Van Rooijen, M. (2021). Contributiemonitor 2020/2021 [white paper]. Utrecht, Nederland: Mulier Instituut.
Kivits, N. (2022, maart). Zorgen dat je er niet op achteruit gaat. Villamedia, 2022(2), 66-69.
Klootwijk, D. (2021, 5 oktober). 4 tips om je ideale klant te bepalen. Burobruut.nl. Geraadpleegd op 11 maart 2022.
Kunstenbond & Nederlandse Associatie voor de Podiumkunsten. (z.d.). cao Toneel en Dans 1 januari 2020 – 31 december 2021 [PDF]. Geraadpleegd op 6 januari 2022.
Meijers, J. (2019, 19 juli). Zzp’er: neem de inflatie mee in je uurtarief, anders verdien je elk jaar minder. Businessinsider.nl. Geraadpleegd op 3 maart 2022.
Peters, A. (2019, 5 juli). Toms made buy-one, give-one famous. Now it’s updating the model. Fastcompany.com. Geraadpleegd op 3 maart 2022.
Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.. (z.d.) Tarieven en kosten deeltijds kunstonderwijs. Geraadpleegd op 11 maart 2022.
Met dank aan dansschoolcoach Ninny Dooms voor haar input!
ONDERNEMERSCHAP & MARKETING
Je bent dansdocent én je runt een dansschool. Je geniet enorm van de uren die je les staat te geven, maar de leerlingenadministratie, het managen van personeel, de boekhouding, de schoonmaak, de mail en telefoon beantwoorden en alle andere bijkomende taken doe je er ook bij. Het is mogelijk om het jezelf makkelijker te maken en meer te genieten van alle aspecten van het runnen van de dansschool. Onze redacteur Ondernemerschap & Marketing helpt dansdocenten en dansschoolhouders hun bedrijf te laten groeien en financieel gezond te laten zijn. Aan de hand van toegankelijke tutorials leer je over alle praktische zaken waarmee dansschoolhouders te maken krijgen - en hoe jij daarin onderscheidend kan zijn!