Dansen met autisme? Tobias Monsanto vertelt over zijn uitdagingen én talenten!
DE JONGE DANSDOCENT | Inclusiedans is aan een opmars bezig. Dat vindt dansdocent Tobias Monsanto een fijne ontwikkeling, want hij heeft zelf autisme. In deze eerste blog blikt onze nieuwe redacteur terug op zijn ervaringen als jonge danser met autisme. Welke struggles heeft hij ervaren tijdens danslessen en op de dansopleiding? En waar lag nou juist zijn kracht? Lees verder om erachter te komen hoe het voor hem was - en is - om danser met autisme te zijn.
De eerste dansles(sen)
Daar stond ik dan, in een lege ruimte met spiegels aan de muur. Aan de andere kant van de ruimte waren aan de muur lange stokken vastgemaakt. Horizontaal, waterpas. Voor ik het wist, stonden we met z’n allen te dansen. Het was mijn eerste dansles ooit. Kidsjazz, zo heette de les. Ik was toen negen, misschien tien, jaar oud. Ik durfde niet in mijn eentje, dus mijn zus ging met me mee.
De passen kwamen mij bekend voor. Die had ik namelijk uit m’n hoofd geleerd na het zien van de dvd van de eindvoorstelling van mijn oudere zus. Niet na één keer kijken, natuurlijk. Ontelbare keren heb ik de dvd aangezet. Dan schoof ik de banken aan de kant om mijn eigen privé dansstudio te creëren, gewoon in de woonkamer. De moeilijkste choreografieën waren die van de volwassenen. Dus die ging ik mezelf aanleren. Iets met de lat hoog leggen. Zo ben ik…
Na veel en vaak oefenen in mijn privé dansstudio, stond ik nu dan eindelijk in een echte dansstudio. Wel samen met alleen maar meiden. Geen jongen te bekennen, behalve ikzelf. Maar dat was niet erg. Ik zou ze wel even laten zien hoe het moest. Hoewel de danspassen mij niet onbekend waren, was de volgorde van de passen dat wel. Dit was toch anders dan op de dvd van de voorstelling... Even schakelen. Maar ik zou hoe dan ook net als mijn zus ooit gaan stralen op het podium. Met muziek, décor, belichting, en natuurlijk het allerbelangrijkste: dans!
De lessen Kidsjazz werden al gauw gevolgd door balletlessen. Aha, die stokken aan de muur heetten dus de barre. Kennelijk kon daar ook aan gedanst worden. Dat was nieuw, want dat had ik nog niet gezien, ook niet op de dvd. Ballet ging mij in het begin toch echt een stuk moeilijker af dan Kidsjazz. Hoe kon iedereen al die rare been- en armbewegingen zo goed onthouden? En wat betekenden al die rare buitenlandse termen?
Interessant, dat was het zeker. En ik kreeg honger naar meer.
En toen: autisme
Rond de periode dat ik begon met balletles, werd ik ook gediagnosticeerd met autisme. Of eigenlijk kreeg ik destijds de diagnose ‘Asperger’. Dat is een vorm van autisme waarbij iemands intelligentieniveau normaal tot bovengemiddeld is. De taalontwikkeling is normaal en de zelfredzaamheid meestal ook, maar contacten maken en onderhouden kan moeilijk zijn. De term Asperger wordt nu niet meer gebruikt. Nu valt alles onder één noemer: Autisme Spectrum Stoornis (ASS).
Als kind begreep ik er niet veel van. Wat ik wel begreep, was dat ik volgens deze diagnose anders was dan anderen. En dit voelde best logisch, want zo voelde ik me ook! Nu werd mijn beleving van al die jaren bevestigd: ik was inderdaad anders. Veel losse puzzelstukjes kregen een plek.
Zoals dat ik moeilijk met andere kinderen kon samenspelen, door mijn gebrek aan fantasie. Of mijn grote fascinatie voor maar een bepaald aantal dingen, zoals attracties in een pretpark of op de kermis. Of de autowasstraat. Zelfs de wasmachine vond ik ontzettend interessant. Waren we bij iemand op bezoek, dan was vraag nummer één of ze een wasmachine hadden en of ze die voor mij wilden aanzetten. En uiteraard durfde ik dit niet zelf te vragen, mijn moeder moest dit voor mij doen. Want ergens had ik toch wel in de gaten dat dit niet een normale vraag was.
Misschien heb je mij nu al door… maar ik was dus gefascineerd door beweging! Vooral herhalende bewegingen. Zo werd er dus na het zien van de dansvoorstelling van mijn zus een nieuwe interesse aangewakkerd: mijn fascinatie voor dans!
Want net zoals dat er bij een achtbaan en een wasmachine beweging komt kijken, komt dat bij dans ook. Alleen nu was ikzelf degene die ging bewegen. Binnen dans ervaarde ik (en nu nog steeds) een bepaald soort rust. Het voelt logisch dat wanneer er iets naar links gebeurt, dit ook naar rechts moet gebeuren. Wanneer we omlaag gaan, moeten we ook weer omhoog. En dan bewegingen maken die overeenkomen met de muziek… Heerlijk!
Raak mij niet aan!
Maar dansen was niet allemaal pracht en praal en logica. Sommige dingen waren niet logisch. Of gewoon niet fijn. Zoals aangeraakt worden door de docent.
Ik heb er jarenlang over gedaan om te wennen aan de fysieke correcties die werden gegeven door middel van aanraken. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik tijdens een jazzles met mijn handen in mijn broekzakken stond. Kennelijk moest ik bij mijn armen worden vastgepakt om duidelijk te maken dat dit niet de bedoeling was. Paniek, maar bovenal boosheid kwam bij mij naar boven. Ik deed het fout, en dan nog niet eens het dansen zelf!
Fouten maken is sowieso niet voor mij weggelegd. Ik heb oog voor detail en zie alle kleine imperfecties. Maar was het nodig om mij aan te raken? Met een paar woorden of een simpel gebaar had ik mijn handen prima zelf uit mijn broekzakken kunnen halen!
Nog een voorbeeld: wanneer we in een dansles in groepjes een stuk dans moesten maken, was ik niet snel tevreden. Ik nam dan het voortouw, want ik heb graag de controle. Het is een keer voorgekomen dat ik de choreografie die we met ons groepje hadden gemaakt niet wilde laten zien omdat het volgens mij niet goed genoeg was. Wederom iets met de lat hoog leggen… Tegen mijn zin in werd de choreografie toch opgevoerd.
Na zo’n moment van (wederom) paniek en boosheid, kon ik hier dagen, weken, of zelfs maanden mee blijven rondlopen. Het ging namelijk niet zoals ik wilde, of zoals ik het van tevoren had bedacht. En laat het omgaan met het onverwachte nou juist een zwakheid zijn in mijn autisme.
Ik ben goed in plannen :)
Het voordeel hiervan is dat ik goed ben in vooruit denken en plannen. Wanneer de planning dan ook daadwerkelijk werd uitgevoerd zoals bedacht, maakte ik (vanbinnen) een vreugdedansje! Dit talent voor plannen kwam op de dansacademie goed van pas.
Nadat ik ben blijven zitten in vwo 4, stroomde ik door naar de mbo-dansopleiding van het Nova College Performing Arts in Haarlem. Ik was zo dol op dans dat ik niet kon wachten om mijn droom te kunnen waarmaken. Maar mijn perfectionisme en drang naar controle vormden ook uitdagingen op de dansacademie.
In groepsopdrachten nam ik wederom graag het voortouw. Wanneer er een choreografie gemaakt moest worden, was dit meestal in samenwerking met klasgenoten. Dit was uiteraard ontzettend leerzaam wanneer het op samenwerken aankomt. Maar tegelijkertijd ook heel vervelend, want op die manier kon de choreografie nooit helemaal worden zoals ik het voor ogen had. De ideeën van anderen vond ik vaak cliché of niet spannend genoeg.
Gedurende de opleiding heb ik beter leren samenwerken. Andermans ideeën kon ik steeds iets makkelijker verdragen. Maar wanneer iemand anders een gave beweging had bedacht, bleef ik er toch mijn eigen draai aan geven. In plaats van te zeggen “leuk idee, maar…” kon ik dit ombuigen naar “leuk idee, en…” Vervolgens werd die ene gave beweging dan in verschillende tempi uitgevoerd, of wellicht in canon, of in verschillende richtingen. Mijn voorbedachte ideeën kon ik steeds beter aanpassen aan de situatie.
Nog zo’n succeservaring: we moesten een keer zelf (in ons eentje, eindelijk…) een choreografie maken. Hierbij waren andere klasgenoten de dansers in jouw choreografie. Maar ja, toen er gerepeteerd moest worden, ontstond er natuurlijk een probleem, want iedereen danste in elkaars stuk. Wanneer ging wie repeteren!? En waar gingen we dan repeteren? Studioruimte was er wel, maar niet altijd genoeg. Zodoende pakte ik mijn laptop erbij, opende een Word-bestand, maakte een tabel aan, en het plannen kon beginnen. En dit kun je je misschien moeilijk voorstellen, maar ik haalde hier veel plezier uit! En ja hoor, de planning werkte dan ook nog eens!
Niet alleen dat plannen kwam mijn klasgenoten handig uit. Regelmatig werd ik ook door klasgenoten opgetrommeld wanneer er geen passende muziek kon worden gevonden. Die ene oefening had zulke muziek nodig, en die andere choreografie had weer andere muziek nodig. “Tobias, jij hebt altijd goede muziek. Heb je iets dat zus en zo is?” was een vraag die regelmatig voorbij kwam. En ik ben dan de moeilijkste niet, ik help wel!
Prikkels, prikkels, prikkels!
Iets dat ik niet altijd goed kon inschatten (soms nu nog steeds niet), was de hoeveelheid prikkels die op mij af kon komen op een dag. Denk bij prikkels aan geluiden, geuren, fel licht, etc. Alles wat je ziet, denkt of voelt kan een prikkel zijn. Ik kan niet goed genoeg dansen, dacht ik wel eens. Of de muziek stond te hard, of de docent was heel streng, of de oefening was mij te snel uitgelegd. Prikkels, prikkels en nog eens prikkels!
Dit zorgde er regelmatig voor dat ik eerder de dansles uitliep. Bijvoorbeeld doordat ik de lat zo hoog legde dat ik door angst en paniek overspoeld werd. Het had dan niks te maken met disrespect naar de docent of medestudenten toe. Ik wist simpelweg niet wat ik met alle prikkels moest doen op zo’n moment. Dus weglopen van de situatie die overprikkelend is, was een manier om voor mijzelf te zorgen.
Het kwam ook regelmatig voor dat de prikkels zich opstapelden en dat de ‘bom’ pas na de les ontplofte. Zulke momenten noem ik mijn ‘error-momenten.’ Dit wordt in de literatuur over autisme ook wel een meltdown (over-geëmotioneerd zijn en zelfbeheersing verliezen) of shutdown (moe, stil en teruggetrokken) genoemd.
Een error kan dus in verschillende vormen worden geuit. Bij mij uit(t)en die momenten zich met name door het naar binnen keren: ik word stil, ik raak uit contact, ik weet niet meer goed hoe ik moet reageren op een ander. Een shutdown dus. Maar tijdens die stilte (van buitenaf gezien) stormt het in mijn hoofd. Spanning bouwt zich op in mijn lichaam. Zo’n error resetten heeft tijd nodig. En die tijd was er vaak niet. Want zoals jullie weten vergt het studeren aan een dansacademie veel tijd en energie.
Al met al heb ik de dansacademie met ups en downs weten af te ronden. Ondanks dat het leven nou eenmaal vol zit met ups en downs, waren die van mij behoorlijk extreem. Om een (metaforisch) beeld te schetsen: Een demi-plié (steady down) was bij mij al gauw een keiharde val op de vloer (unsteady down). En een élevé (steady up) werd al snel een te hoge grand jeté (unsteady up). Zo goed als dansles A ging, zo slecht kon dansles B gaan. Dit met grote paniek tot gevolg.
En nu?
Nu ik als dansdocent aan de slag ben in het danswerkveld, merk ik nog steeds ups en downs. Niet alleen bij mezelf, maar ook bij anderen. Bijvoorbeeld bij leerlingen die ik lesgeef. Ik hoop door mijn ervaringen te delen andere dansdocenten bewuster te maken van wat autisme met een dansleerling kan doen; wat zowel hun struggles kunnen zijn als hun kracht. Mijn eigen ups en downs houd ik nu beter onder controle. Hoe ik daar door de jaren heen mee heb leren omgaan, lees je in mijn volgende artikel.
Meer info over autisme
Mocht je meer willen weten over autisme, raad ik je aan om eens een kijkje te nemen op www.autisme.nl. Verder geven video’s als Mind my Mind (animatiefilm over een jongen met autisme die een vriendin krijgt) of Amazing Things Happen een goede indruk van wat er in het hoofd van een persoon met autisme zou kunnen omgaan. Ik zeg expres ‘zou kunnen’ aangezien niemand hetzelfde is, ook mensen met autisme niet!
Kijk ook eens op enkele social-media kanalen van mensen met autisme. Zo zijn op Instagram meerdere accounts te vinden waarop persoonlijke verhalen worden gedeeld, met als doel het vinden van (h)erkenning en steun - en het doorbreken van vooroordelen! Zoals Yo Samdy Sam, Céline Mollink (autismekracht), of Sylvana (wereldvanautisme).
In de afgelopen tien jaar zijn vooral veel vrouwen over hun ervaringen gaan bloggen, vloggen en podcasten. Omdat autisme zich bij vrouwen anders presenteert, wordt hun autisme vaak pas herkend als ze al volwassenen zijn. En vaak doen ze die ontdekking eerst zelf door de ervaringen van andere vrouwen met autisme te lezen, voordat ze een officiële diagnose krijgen. Dit overkwam ook onze hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper een paar jaar geleden.
Vermoed je dat je zelf autisme hebt? Dan raadt zij deze boeken aan: Nerdy, Shy and Socially Inappropriate van Cynthia Kim, Odd Girl Out van Laura James, en Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit van Bianca Toeps. Of bekijk de korte documentaire: Mijn vriendin heeft autisme.
De jonge dansdocent
Hoera! Je bent afgestudeerd als dansdocent. En nu? In de rubriek ‘De jonge dansdocent’ lees je alles over de perikelen van een beginnend dansdocent. In 2023 is dat Tobias Monsanto, alumnus van de mbo dansopleiding aan het Nova College for Performing Arts in Haarlem. Wat komt hij tegen in het werkveld? Is hij daarop voorbereid door de opleiding? Wat zijn de successen? En de uitdagingen? Je leest het hier op Dansdocent.nu!