In de spotlight: hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper
INTERVIEW | Dansdocent.nu bestaat vijf jaar. En dat is vooral te danken aan één sterke vrouw vol doorzettingsvermogen en ambitie. De drijvende kracht achter Dansdocent.nu is oprichter en hoofdredacteur Jacqueline. Hoewel ze niet zonder haar redacteuren kan, is zij uiteindelijk degene die zich fulltime inzet om al hun waardevolle kennis te delen. Redigeren, onderzoeken, publiceren, netwerken… Tijd om Jacqueline eens van achter de schermen te trekken en in de spotlight te zetten!
Hoe kijk je terug op de afgelopen vijf jaar?
Er is de afgelopen vijf jaar veel veranderd in mijn leven: mijn zelfvertrouwen is enorm toegenomen en ik ben een stuk gelukkiger geworden. Ik ben ook minder hard geworden en meer empathisch, zowel naar mezelf als naar de danssector. Ik ben in 2019 met Dansdocent.nu begonnen. Toen had ik een burn-out en was dit het enige idee dat me energie gaf. Dat verhaal is onder de meeste lezers denk ik wel bekend, maar wat mensen niet weten is dat dit niet mijn eerste burn-out was, maar de vijfde ofzo. Terwijl ik nog maar net de dertig voorbij was. Ik vermoedde al langer dat ik autisme had, dus daar ben ik toen veel over gaan lezen, met name over én van vrouwen met autisme. Dat was alsof ik in een spiegel keek! Eindelijk begreep ik waarom ik ben zoals ik ben. Daardoor ben ik liever voor mezelf geworden en durf ik mijn grenzen steeds beter te bewaken.
Wat was jouw missie? En is die nog hetzelfde?
Ik ben Dansdocent.nu ook begonnen omdat ik dansdocenten wilde inspireren om anders les te gaan geven. Zolang ik me kan herinneren ben ik al bezig met de vraag: wat is een goede docent? En ik had daar een antwoord op! Ik had me daar namelijk voor mijn masterscriptie volop in verdiept. Maar wat ik me nu pas besef, nu ik steeds beter begrijp wat mijn autisme inhoudt, is dat wat voor mij een fijne dansles is, misschien voor een heleboel anderen niet zo werkt. Dus nu sta ik meer open voor verschillende perspectieven en zie ik Dansdocent.nu als een plek waar al die verschillende perspectieven gedeeld mogen worden. Ik wil docenten nog steeds uitdagen om kritisch te reflecteren op hun aanpak, maar ik hoef ze niet langer te overtuigen van mijn visie op danseducatie of mijn persoonlijke voorkeuren.
Hoeft het werkveld dan nu niet meer te veranderen?
Jawel, maar op een andere manier. Mijn persoonlijke vete is afgezwakt. Ik was, en ben, heel stellig voor leerlinggericht en progressief onderwijs. Daarbij ga je uit van de interesses van de leerlingen, is er ruimte voor dialoog en eigen input van de leerlingen, en doe je als docent je best om leerlingen met verschillende leerstijlen aan te spreken. Het is minder top-down en meer gelijkwaardig. De docent als coach. Maar het dansonderwijs dat ik zie is veel voordoen en nadoen, een choreografie leren. Dat soort lessen vind ik zelf niet leuk, maar ik zie dat veel andere mensen daar wel oprecht plezier aan beleven. Dus heel goed dat die lessen er óók zijn! Want het stimuleren en bewaken van het dansplezier is het allerbelangrijkste.
Wat ik de laatste tijd vooral een interessant vraagstuk vind is: waar liep ik dan als autistische leerling zo tegenaan? En wat heb ik nodig om tot bloei te komen in een dansles? Kan ik uit mijn persoonlijke ervaringen toch didactische tips distilleren die voor andere, neurotypische, leerlingen ook goed zouden zijn? Daarnaast zie ik nog steeds het belang van continue bijscholing voor docenten. Dan heb ik het over cursussen, workshops of trainingen specifiek gericht op didactiek en pedagogiek. Danstechniek en repertoire kun je volop leren in masterclasses en workshops. Maar trainingen en boeken over verschillende lesmethodes en hoe je dingen overdraagt zijn er in Nederland te weinig. Vind ik. Ik ben er daarom nog steeds van overtuigd dat Dansdocent.nu een hele belangrijke functie vervult in het leveren van die bijscholing.
Je bent zelf pilatesdocent geweest. Wat was jij voor docent?
Toen ik begon met het lesgeven van pilates deed ik dat op de manier die ik voor mijn scriptie had onderzocht. Ik mixte theorie en praktijk omdat ik wilde dat mijn leerlingen begrepen wat ze deden, zodat ze de oefeningen ook zelf thuis zouden kunnen doen. Maar ik ben bij één dansstudio ontslagen omdat niet alle leerlingen het fijn vonden dat ik op die manier lesgaf. Dat was een groep vrouwen van 50+ die jarenlang van dezelfde docent les hadden gehad in bootcamp-stijl. Zij wilden zweten en niet hoeven nadenken, maar ondanks dat ze al jaren pilates deden was hun techniek belabberd. Daar ben ik toen vol ambitie met ze aan gaan werken, maar dat beviel niet iedereen.
Dus dat was een pijnlijk moment! Maar er waren ook leerlingen die wel fan van mij waren. Die zijn mij gevolgd naar een pilatesstudio in Utrecht waar ik vijf jaar met veel plezier heb lesgegeven en waar mijn aanpak wel gewaardeerd werd. Dus dat is hoe ik ontdekte dat wat een ‘goede docent’ is relatief is. Hoe je lesgeeft moet matchen met je leerlingen, maar je doelgroep moet ook bij jou passen als persoon.
Ben je daardoor gaan twijfelen aan je visie op docentschap?
Heel even wel. Ik heb een tijd gehad dat ik vond dat je als docent alle soorten leerlingen moest kunnen bedienen door aan al hun verschillende leerstijlen tegemoet te komen. Die gedachte, de 100% doctrine, kwam ik tegen toen ik onderzoek deed voor mijn masterscriptie. Oftewel, de overtuiging dat je als docent pas goed je werk hebt gedaan als alle leerlingen vooruit zijn gegaan. De meeste leerlingen zullen namelijk makkelijk leren. Hun vooruit helpen is geen kunst. Maar hoe ga je om met de leerlingen die struggelen? Geef je die juist extra aandacht, of gaat al je aandacht naar de meest talentvolle leerlingen? In danslessen zie ik vaak dat laatste. Vooral wanneer de dansdocent is ingehuurd vanwege diens bekendheid als danser of choreograaf en niet didactisch is bijgeschoold.
Maar je bent als docent ook gewoon nog een persoon met eigen voorkeuren en interesses. En het is belangrijk ook je eigen gezondheid en mentale welzijn in de gaten te houden. Zo ben ik gaan accepteren dat ik sommige dingen misschien wel zou kunnen leren, maar gewoon niet wil doen. Zoals in bootcamp-stijl lesgeven dus. Of dansante bedrijfstrainingen geven, dat deed ik in mijn vorige bedrijf. Dat ging onder andere over je lichaamshouding als je presentaties geeft. Daar was ik fucking goed in, maar het kostte me bakken met energie en ik raakte daar overprikkeld van. Dus sommige dingen wil ik niet meer doen omdat de prijs te hoog is.
Welke dansdocent is jouw rolmodel?
Patricia Reedy. Zij was mijn docent danspedagogiek op Mills College in Californië. Zij geeft tevens les in ‘creative dance’ - wat wij dansexpressie noemen - bij haar dansschool: Luna Dance & Creativity in Oakland. In haar lessen ontdekte ik op welke manier ik het beste leer dansen. Ik had in mijn leven al veel gestruggeld met danslessen waarin je de docent moet nadoen en in hoog tempo een choreografie aangeleerd krijgt. Ik wist toen nog niet dat dat komt door mijn autisme. Maar Patricia deed nooit een oefening voor! In haar lessen gaf ze ons enkel improvisatieopdrachten. Dat vond ik heerlijk. Ik voelde me als een kind in een speeltuin.
We waren constant bezig nieuwe manieren van bewegen te ontdekken en zelf materiaal te maken. Alles wat zij ons leerde, kon ik me op deze manier veel meer eigen maken. Namelijk door zelf te ervaren en experimenteren en ook mijn analytische vermogen te mogen gebruiken. We speelden op allerlei manieren met tijd, ruimte en kracht. Er was daarbij geen goed of fout, het experiment stond centraal en Patricia gaf enkel constructieve feedback. Haar lessen waren dus heel ervaringsgericht, maar ook pedagogisch en didactisch goed onderbouwd. Daar kwam ik echt tot bloei!
Wat betekent inclusie voor jou?
Ik zou willen dat er in het werkveld meer aandacht is voor hoe je ook neurodiverse leerlingen kunt aanspreken in je danslessen. Want waarschijnlijk heeft zo’n 5% van de bevolking autisme! Maar slechts 1 à 2% wordt gediagnosticeerd. Veel leerlingen, vooral meisjes, weten dus zelf niet dat ze autisme hebben. Laat staan dat ze je kunnen vertellen op welke manier zij van jou les willen krijgen. Maar in die vraag kunnen wij ons als docenten wel verdiepen. Gelukkig is er al steeds meer aandacht voor inclusie. Daar hoort neurodiversiteit ook bij!
Voor mij draait inclusie om de vraag: wat zijn de basisvoorwaarden van een dansles waarin iedereen kan floreren? En niet alleen de meerderheid? Maar tegelijkertijd vraag ik me ook voortdurend af: hoe spreek je iedereen aan? Kan dat? Moet je dat willen? Misschien moet je als dansdocent ook tegen sommige leerlingen kunnen zeggen: ik merk dat je hier bij ons, of bij mij, niet past, maar kijk eens bij die en die dansdocenten. Dat had ik vroeger zo graag gehad als leerling. Dat de docent echt durft te kijken naar wat de leerling nodig heeft en ook durft door te verwijzen, ook al verlies je dan een leerling.
Maar dan moet die diversiteit in danseducatie er wel zijn, die verschillende soorten docenten en lesgeefstijlen. En daar moet je dan ook van op de hoogte zijn! Dat vind ik wel je taak als dansdocent, dat je weet wat er speelt. En wie wie is. Ook dat is het belang van Dansdocent.nu als online magazine, die diversiteit laten zien. Bijvoorbeeld met de spotlight-interviews en podcasts. Zodat dansdocenten niet op hun eigen eilandje blijven zitten.
Wat vind je de leukste taak binnen de baan die je voor jezelf hebt gecreëerd?
Zelf onderzoek doen en schrijven! Bijvoorbeeld voor de rubriek Dansonderzoek. Dan kan ik lekker nerden. Ik ben gewoon een leermachine. Wanneer ik mag leren dan voel ik me het meest in mijn kracht staan en heb ik de meeste lol. Zoals een boek lezen, iemand interviewen, of een workshop volgen en daarop reflecteren. En dan mijn inzichten delen in een artikel. Daar kom ik helaas niet zo vaak aan toe als ik zou willen… Maar soms maak ik daar gewoon tijd voor. Dan ben ik zo on fire over een onderwerp dat ik het liefste alles wil afzeggen om me een week lang alleen daarop te kunnen focussen.
Waar haal jij je schrijfinspiratie vandaan?
Uit de Verenigde Staten. Tijdens mijn master in dans in Californië leerde ik een hele andere manier van academisch schrijven. Namelijk veel persoonlijker. Het was op Mills College normaal dat je een paper vanuit het ik-perspectief schrijft. Dat is hier in Nederland in de academische wereld vaak not done. Ik heb daar geleerd dat mijn perspectief een geldig perspectief is. Mills was namelijk een heel progressieve feministische school, dus vrouwen empoweren om hun stem te laten horen was een groot onderdeel van de visie van de college. Dat je met elkaar in dialoog gaat over je perspectief en respectvol naar elkaar luistert, in plaats van anderen te overtuigen van je eigen gelijk.
Hoe zien lezers dat terug in Dansdocent.nu?
Ik vraag onze redacteuren om vanuit hun eigen perspectief te schrijven. Maar ik help ze wel het te onderbouwen en naar bronnen te zoeken om dingen te factchecken, want ik wil geen onzin verkopen. Ik zoek naar een toon die toegankelijk is, maar wel op een manier die diepgaand genoeg is dat je iets nieuws leert en aan het denken wordt gezet. Ik denk dat dat de fijnste stukken zijn om te lezen, als het prikkelt met persoonlijke anekdotes.
Ik verwacht van mijn redacteuren dus niet dat ze meteen kunnen schrijven zoals ik, want academisch schrijven is niet zomaar aangeleerd. Maar ik verwacht wel dat ze leergierig zijn en open staan voor feedback. Waar ik hen voor nodig heb, is de praktische vakkennis en de werkervaring die ik niet heb. Daarom stel ik bij het redigeren van de artikelen van nieuwe redacteuren ook veel vragen: wat bedoel je hiermee, waarom zeg je dit zo, kun je een voorbeeld geven? Soms hebben mensen zelf niet door wat ze allemaal weten, of wat waardevol is. En dat is dan mijn taak om die kennis uit ze te trekken.
Wat wil je nog leren?
Ik wil meer in mezelf kunnen investeren. Aanvankelijk werkte ik vooral aan een team, was ik erg aan het bouwen. Maar ik merk dat voor de meeste redacteuren na een tijdje hun kennis wel gedeeld is en dan hebben ze niet zoveel behoefte meer om te schrijven. Want niet iedereen krijgt er net als ik een kick van om allerlei ingewikkelde vakliteratuur te lezen op zoek naar antwoorden op urgente thema’s. De meeste mensen schrijven liever vanuit hun eigen ervaringen. En dat is ook heel waardevol!
Dus nu bouw ik minder aan een team dat met mij meegroeit en kijk ik meer naar: hoe kan ik in mezelf investeren zodat ik blijf groeien, terwijl mijn team elk jaar anders mag zijn? Ik wil zelf nog beter leren schrijven, betere journalistiek bedrijven, beter weten hoe je omgaat met ethische kwesties als iemand bijvoorbeeld iets niet gepubliceerd wil hebben na een interview, betere eindredactie doen, beter mensen kunnen begeleiden, mezelf bijscholen in recensies schrijven, enzovoorts.
Hoe ziet Dansdocent.nu er over nog eens vijf jaar uit?
Mijn ultieme droom is dat het de normaalste zaak van de wereld is dat als je afstudeert als dansdocent, dat je dan lid wordt van een vakvereniging, hun vakblad leest, en regelmatig workshops, trainingen of bijscholing volgt. Daarom is Dansdocent.nu sinds vorig jaar de partner geworden van vakvereniging Dansbelang. Dat betekent dat al hun leden ook automatisch lid zijn van mijn online magazine. Ik vind dat die continue bijscholing gewoon erbij hoort, maar blijkbaar is dat niet normaal. Want na vijf jaar heb ik nu ongeveer 430 leden. Daar ben ik natuurlijk blij mee, maar ik dacht toen ik begon dat ik na twee jaar al wel 1000 leden zou hebben. Want de sector is zó veel groter!
Dus over vijf jaar is Dansdocent.nu hopelijk veel bekender en hebben we wél die duizend leden. En subsidie voor een klein vast team, want samen kunnen we nog zoveel meer bereiken! Dan heb ik het niet zozeer over de redacteuren, die mogen wisselen om veel verschillende kennis in huis te halen. Maar de vaste dingen zoals nieuwsredactie, regelmatig verslag doen van internationaal dansonderzoek, en vaste rubrieken zoals de podcasts en interviews. Daarvoor zouden een paar vaste krachten wel echt een uitkomst zijn.
Ben je nog geen lid van Dansdocent.nu? Word dat dan NU via onze crowdfunding op Voordekunst! We hebben op jaarbasis € 20.000 extra nodig om onze redacteuren een vrijwilligersvergoeding te kunnen bieden. Slaagt de crowdfunding niet, dan stoppen we deze zomer met Dansdocent.nu… :(
Welke vakbladen lees je zelf?
Toen ik in 2013 afstudeerde ben ik meteen lid geworden van de Amerikaanse vakvereniging voor dansdocenten: de National Dance Education Organization (NDEO). Zij brengen ook twee vakbladen uit: Journal of Dance Education en Dance Education in Practice. Die las ik heel trouw, totdat die sinds 2020 niet meer gedrukt worden en alleen digitaal uitgegeven worden. Ook het Amerikaanse Dance Teacher magazine en de Journal of Dance Medicine & Science worden sinds de coronacrisis alleen nog digitaal uitgegeven. Wat er eigenlijk op neerkomt dat ik ze bijna niet meer lees, maar ik ben desondanks lid gebleven om mijn vakgenoten te steunen! De Amerikaanse vakbladen Dance Magazine en Dance Research Journal worden nog wel gedrukt en lees ik graag.
Sinds de oprichting van Dansdocent.nu ben ik me overigens meer gaan focussen op de Nederlandse vakliteratuur. Dans Magazine lees ik al tien jaar, sinds ik daar in 2014 de webredactie deed. Verder lees ik Kunstzone, het vakblad voor alle kunstdocenten, waar ik sinds twee jaar iedere twee maanden voor blog over danseducatie. En sinds een jaar lees ik ook Theaterkrant Magazine. Daardoor blijf ik nu op de hoogte van wat er podiumkunsten-breed gebeurt in Nederland. Dan zijn er nog een paar bladen waar ik wel lid van ben, maar waar ik alleen tijd voor maak als het thema mij aanspreekt. Namelijk: Boekman over cultuurbeleid, en Cultuur+Educatie en Cultuurkrant van Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA).
Waarom wordt de glossy dan niet vaker gedrukt?
Omdat dat financieel niet haalbaar is. Een website onderhouden kost veel minder geld dan een tijdschrift laten drukken. Papier is duur! Verzendkosten ook. Daarom zijn steeds meer vakbladen alleen digitaal te lezen en komt de glossy van Dansdocent.nu maar één keer per jaar uit. Er is namelijk geen subsidie voor vakbladen. Fondsen voor journalistiek geven alleen geld aan onderzoeksjournalistiek, niet vakliteratuur. En de rijksfondsen voor de cultuursector mogen sinds de bezuinigingen van 2012 geen geld meer geven aan tijdschriften. Magazines zoals Dansdocent.nu zijn dus volledig financieel afhankelijk van leden en adverteerders. En dat is geen vetpot! Er komt genoeg binnen om de vaste lasten te dekken, maar er blijft weinig over voor mij en mijn team. Dus ik zou graag de glossy vaker uitbrengen, maar voorlopig blijft Dansdocent.nu in de basis een online magazine.
Je kunt glossy #5 nog steeds bestellen! :)
Toch run je sinds twee jaar nóg een online magazine: Dansers.nu. Waarom?
Dansers.nu bestaat sinds 2022. Ik kwam zoveel algemeen dansnieuws tegen om te publiceren, dat ik daarvoor een tweede platform wilde. Maar in het eerste jaar ontbrak het aan een heldere visie. Die heb ik nu wel: jonge makers de media-aandacht geven die ze verdienen. In de landelijke kranten en andere vakbladen lees je zelden over hen, maar er zijn zo ontzettend veel interessante dansers en makers! Van geschoold tot autodidact, van commercieel tot artistiek en in alle stijlen. Met Dansers.nu wil ik die communities met elkaar verbinden en over elkaar laten leren. Op een manier die past bij de tijd van nu en bij de diversiteit van de doelgroep: niet alleen maar tekst, maar ook video-interviews, recensie-reels en actief zijn op sociale media. Daarvoor moest ik wel even uit mijn comfortzone, maar dat is niet erg. Zo blijf ik mezelf ontwikkelen. Dat is leuk!
Waar ben je trots op?
Mijn doorzettingsvermogen. Dans is al heel mijn leven mijn passie, maar ik vond het moeilijk om mijn plekje in de danssector te vinden. Ik heb lang gezocht naar de manier waarop ik daaraan wil bijdragen. Maar die heb ik nu wel gevonden hoor! Dit is wat ik de rest van mijn leven wil doen: dansjournalist zijn en deze magazines maken. Ik kan me niks leukers bedenken.
Bio Jacqueline de Kuijper
Jacqueline de Kuijper heeft een master in Dance van Mills College in Californië, met een focus op moderne dans, dansgeschiedenis en danseducatie. Voor haar scriptie paste ze de ‘Teaching for Understanding’ methodiek, die is ontwikkeld aan de Harvard Graduate School of Education, toe op danstechnieklessen in het hoger onderwijs. Verder heeft ze een bachelor in Liberal Arts & Sciences van University College Utrecht. Daar studeerde ze theaterwetenschap psychologie, filosofie en kunstgeschiedenis. Voordat ze Dansdocent.nu oprichtte gaf ze vijf jaar lang pilateslessen (mat en reformer) in Utrecht. Ook gaf ze energizers en dansante bedrijfstrainingen, onder de naam Change Your Rhythm. Jacqueline woont met haar man en twee honden in Den Dolder.
IN DE SPOTLIGHT
Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!