Hoe maken we een dansopleiding sociaal veilig? Marcia Smeding deed er onderzoek naar!
DANSONDERZOEK | Hoe creëer je een veilig leerklimaat op een dansopleiding? Marcia Smeding onderzocht deze vraag op MBO DANS, waar zij tot voor kort artistiek leider was. Ze deed actieonderzoek waarin ze haar docententeam en hun studenten actief betrok. Samen reflecteerden ze op hun gewoontes, verwachtingen, en normen en waarden. Zo zochten ze uit wat er moet veranderen om de opleiding nog sociaal veiliger te maken. In dit artikel gaat Ilja hierover in gesprek met Marcia.
Grensoverschrijdend gedrag
Grensoverschrijdend gedrag en sociale veiligheid zijn sinds een paar jaar een hot topic in de danssector. Als nieuwsredacteur voor Dansdocent.nu en Dansers.nu schrijf ik bijna maandelijks nieuwsberichten over deze thema’s. En terecht, want er moet nog veel gebeuren om het werkveld veiliger te maken! Want helaas is gebleken dat grensoverschrijdend gedrag in de hele danswereld nog veel te vaak voorkomt. Zo blijkt uit het bevolkingsonderzoek van Verinorm dat 39% van de mensen die in 2022 dans beoefenden in Nederland te maken heeft gehad met één of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Zij kregen met name te maken met verbaal grensoverschrijdend gedrag (schelden en schreeuwen), namelijk 16%. Verder geeft 11% aan in dat jaar met seksueel grensoverschrijdend gedrag te hebben meegemaakt. En professionele dansers zijn vaker slachtoffer dan recreatieve dansers!
Wanneer ik dit soort nieuwsberichten lees en schrijf reflecteer ik automatisch op mijn eigen ervaringen. Gelukkig heb ik geen specifieke traumatische herinneringen waarbij er bij mij fysiek een grens over werd gegaan. Maar ik heb als danser wel onzekerheden ontwikkeld die mede door mijn omgeving zijn gevormd. Door een opeenstapeling aan situaties waarbij ik me niet gehoord of gezien voelde, of waarin klasgenootjes of collega’s zich niet op hun gemak voelden. Situaties waarin er op subtiele wijze wellicht een psychologische grens over werd gegaan, waardoor de scheidslijn tussen ‘gezond uit je comfortzone om te kunnen groeien’ en ‘een grens over worden gepusht’ geleidelijk vervaagde.
Een dansopleiding kan een ingewikkeld landschap zijn vol sociale druk uit alle richtingen: jezelf, medestudenten en docenten. Ook dat blijkt uit het bevolkingsonderzoek van Verinorm en de vragenlijsten: grensoverschrijdend gedrag komt uit verschillende hoeken. Seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt het vaakst gepleegd door docenten, trainers en coaches. Andere dansers (medeleerlingen of collega’s) maken zich ook schuldig aan grensoverschrijdend gedrag, maar dan vooral mentaal (roddelen en pesten). Maar er ligt hoe dan ook een flinke verantwoordelijkheid bij docenten! Niet alleen om de grenzen van hun leerlingen te respecteren, maar ook om collega’s en leerlingen in de gaten te houden. Docenten moeten het goede voorbeeld geven, maar dat vraagt om toenemende bewustwording, zodat ze niet onbedoeld aan hun leerlingen meegeven dat bepaalde gedragingen ‘normaal zijn’ en ‘erbij horen’.
Hidden curriculum
Als docenten al een grote verantwoordelijkheid hebben, dan heeft de artistiek leider van een dansopleiding die zeker. Dat voelde ook Marcia Smeding, die ik na het lezen van haar masterscriptie interviewde voor dit artikel. Zij deed namelijk in 2022 en 2023 als toenmalig artistiek leider van MBO DANS in Roosendaal onderzoek naar het leerklimaat op die opleiding. Dit deed ze voor haar master Leiderschap in Performing Arts (Hanzehogeschool), die ze inmiddels heeft afgerond.
Marcia raakte gemotiveerd om dit onderzoek te doen door de toenemende meldingen van grensoverschrijdend gedrag. Niet alleen in het werkveld, maar ook bij haar op de opleiding. Zo was er een incident met een mannelijke gastchoreograaf. Studenten voelden zich onveilig bij hem, werden ongewenst door hem aangeraakt en moesten van deze choreograaf één-op-één in een afgesloten ruimte met hem werken. Hij was daarom, na een stevig gesprek, nooit meer welkom op de opleiding. Gelukkig maar! Want hoe vanzelfsprekend dat ook klinkt, dat is het niet.
Om dit soort voorvallen te voorkomen en te zorgen voor een veilig leerklimaat, deed Marcia onderzoek naar het ‘hidden curriculum’ van de dansopleiding. Aan de hand van literatuuronderzoek geeft Marcia daar de volgende definitie van: het hidden curriculum is “alles wat leerlingen onbewust leren naast wat expliciet onderwezen wordt door de docenten, welke voortkomen uit vanzelfsprekende structuren, praktijken en verwachtingen van de onderwijsinstelling en of de docent” (p.7). Toen ik dit las moest ik meteen denken aan die ‘opeengestapelde ervaringen’ die ik net beschreef. Negatieve, maar ook positieve, ervaringen die je het gevoel geven dat je het goed doet - of juist niet!
Het hidden curriculum zit dus vol met zulke boodschappen over wat er van je wordt verwacht. Die krijg je na verloop van tijd vanzelf mee, zonder dat iemand het letterlijk hoeft te zeggen. Bijvoorbeeld dat dans hard werken is. Dat je altijd het maximale uit jezelf moet halen. Maar ook opvattingen over de relatie tussen docent en leerling. Bijvoorbeeld: is de docent een autoriteit wiens kennis je niet in twijfel mag trekken? Of juist meer een soort coach die juist van jou verwacht dat je kritisch bent, je eigen meningen vormt en die ook uit?
Zolang je die normen en waarden niet bespreekt, blijven ze dus hidden. Oftewel, verborgen. En juist daar liggen de risico’s op grensoverschrijdend gedrag, maar ook de kansen om het tegen te gaan. Want het hidden curriculum zou jou onbewust kunnen vertellen dat het normaal is voor een danser om alles te accepteren, zoals afgekraakt worden in het bijzijn van de hele klas, of fysieke correcties ontvangen terwijl je liever helemaal niet aangeraakt zou worden. Maar het hidden curriculum kan óók positief zijn. Dus dat je voelt dat jouw grenzen ertoe doen en dat je dingen die jou ongemakkelijk of angstig maken mag bespreken. Dáár wil Marcia naartoe!
Pedagogische erfenis
In haar scriptie haalt Marcia het artikel ‘The Messages behind the Methods’ aan van danswetenschapper Robin Lakes (2005). Zij beschrijft dat de academische danswereld in de Verenigde Staten een sterke ‘pedagogische erfenis’ heeft. De norm in deze wereld is er een van autoritaire pedagogiek, gebouwd op gehoorzaamheid en discipline door straffen en belonen. Concurrentie, drillen en het verheerlijken van docenten en choreografen zijn daarin heel normaal. Als je zelf academisch opgeleid bent, zul je hier vast dingen van herkennen. Hoe vaak heb ik mensen niet horen zeggen “Pas op, de danswereld is een harde wereld”? Volgens mij ging dat precies hierover…
Zelfreflectie is dus volgens Marcia heel belangrijk in het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Die zelfreflectie gaat niet alleen over ‘wat vind jij belangrijk?’, maar ook over ‘wat heb je meegekregen?’ Zo lag er op mijn opleiding Docent Dans voor mijn gevoel soms afstand tussen de inclusieve en leerlinggerichte methodes die we bespraken in de lessen didactiek en de toch wat meer autoritaire houding van docenten naar ons toe. Ik zag sommige van hen echt hard proberen om bepaalde nieuwe ideeën toe te passen. Zoals uitnodigen tot kritische reflectie, leerlingen beoordelen op hun eigen groei in plaats van harde technische criteria, of het toepassen van psychologische tools voor een beter mentaal welzijn. Maar het voelde soms onoprecht, als instrumenten die ze inzetten maar nog niet echt eigen hadden gemaakt. Ze gaven les zoals zij vroeger les hebben gekregen; voor een groot deel waarschijnlijk niet eens bewust. Vanuit hun pedagogische erfenis dus.
Academisch versus hiphop
Wat kenmerkend is aan de opleiding MBO DANS is de diversiteit aan achtergronden van zowel de docenten als de studenten. De studenten worden opgeleid in traditionele academische stijlen als ballet en modern, maar ook in hedendaagse stijlen als hiphop, commercial en urban contemporary. Die lessen worden gegeven door autodidacten uit de hiphop scene, docenten die een dansacademie hebben doorlopen, en mensen met ervaring in beide scenes. Ook de studenten hebben verschillende achtergronden: ze verschillen in danservaring (autodidact of vooropleiding dans), opleidingsniveau (vmbo-kader tot hbo) en leeftijd (16-23).
Omdat Marcia zelf een academische dansachtergrond heeft, werd ze in eerste instantie vooral aangetrokken door literatuur over de academische dansscene. Later heeft ze, kijkend naar de diversiteit van deze dansopleiding, daar informatie over de hiphop scene aan toegevoegd. En daar blijken interessante verschillen te liggen! De normen en waarden in de hiphop scene zijn namelijk heel anders dan die in de academische danswereld. Namelijk each one teach one, het waarderen en delen van kennis en empowerment om vanuit niets, iets te maken. Met onder dat alles de kernwaarden vrede, liefde, eenheid en plezier. En die leiden tot een heel andere pedagogische erfenis.
Die erfenis vindt Marcia terug in The Hip Hop Mindset van Toby S. Jenkins. Zij is professor en interim associate dean of diversity, equity and inclusion aan de Graduate School van de University of South Carolina. Ze deed onderzoek naar de docenten, community leaders en andere professionals die de hiphop gemeenschap vormen. Wat dragen zij over? Hoe stellen ze zich op? Jenkins bracht dit in haar boek samen in drie clusters: benadering (authenticiteit en creativiteit), drive (honger, competitiviteit en eer & verwantschap) en houding (zelfverzekerdheid, ruimte claimen en aandacht opeisen). Het pedagogische erfgoed van de hiphop scene komt dus neer op jezelf zijn, je durven te presenteren zoals je echt bent, en ruimte maken voor anderen door hen respect en loyaliteit te gunnen.
Wat daar ook aan opvalt is dat het hidden curriculum in de hiphop scene een stuk minder verborgen lijkt. De waarden vrede, liefde, eenheid en plezier worden namelijk door hiphoppers expliciet uitgesproken en bewust overgedragen. Maar of het in de hiphop culture dan ook sociaal veiliger is viel niet onder Marcia’s onderzoek. Ook Verinorm kan hier niet met zekerheid uitspraken over doen, omdat er relatief weinig hiphop (in hun termen urban) dansers meededen aan hun onderzoek. Er zijn signalen vanuit de scene dat deze waarden lang niet altijd worden nageleefd. Zoals vrouwen die schrijven over hun ervaringen met seksisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Toch is het goed om uitgesproken waarden te hebben. Dan kun je jezelf tenminste duidelijk uitspreken, wanneer er iets gebeurt dat niet bij die waarden past! Daarom verwacht Marcia dat het expliciet (zichtbaar) maken van het hidden curriculum een positief effect zal hebben op het leerklimaat. Met haar masteronderzoek zette ze daarin de eerste stappen, in samenwerking met de docenten en studenten van MBO DANS.
Actieonderzoek
Om een veiliger leerklimaat te bouwen, schrijft Marcia, moeten we het hidden curriculum zichtbaar maken. Dan weten we welke normen en waarden er spelen en kunnen we die zo nodig veranderen. Maar hoe maak je iets zichtbaar wat zich nu juist kenmerkt als verborgen? Daarvoor moet je volgens Marcia vooral in gesprek, met de docenten én de studenten van de opleiding. Want juist in het verschil tussen hun perspectieven kun je het hidden curriculum ontdekken. Een docent kan bijvoorbeeld wel zeggen dat die leerlingen gelijkwaardig behandelt, maar ervaren de studenten dat zelf ook zo?
Marcia’s onderzoek is een vorm van een ‘actieonderzoek’. Je brengt dan een probleem in kaart, ontwerpt een oplossing, probeert die uit en reflecteert erop. Daarin werkt de onderzoeker samen met mensen in de praktijk, in dit geval docenten en studenten van de dansopleiding. Marcia deelde haar onderzoek daarom op in gesprekken (focus groups) met docenten en studenten - los van elkaar. Zij werkten onder Marcia’s leiding samen om woorden te geven aan het hidden curriculum. Dat deden ze vanuit hun eigen ervaringen. Al die informatie van studenten en docenten analyseerde Marcia en koppelde ze terug aan elkaar en aan de literatuur.
Als eerste ging Marcia in gesprek met de docenten van de opleiding. Ze bracht het team (bestaande uit tien mensen inclusief haarzelf) twee keer bij elkaar. De eerste keer vooral om een veilige basis te creëren, de tweede keer om dieper in te gaan op zelfreflectie. De eerste sessie draaide vooral om het vinden van gezamenlijke waarden. En die kwamen er: safe space (veiligheid), menselijkheid, verbinding, openheid, waardering en herkenning en creativiteit.
In de tweede sessie gingen de docenten met elkaar in gesprek over hun eigen pedagogische erfenis. Dat deden ze eerst in duo’s, waarbij Marcia hen bewust koppelde op basis van verschillende achtergronden. Dat wil zeggen: autodidactische hiphoppers aan academisch geschoolde dansers. Ze begonnen met reflecteren op hun jeugd: wat er belangrijk was in hun gezinssituatie. Daarna betrokken ze dit op de danscontext door de vraag te stellen: wat vind je nu belangrijk, en in hoeverre is dat gevoed door wat jou is aangeleerd, of is het omdat jij dat zo vindt? Uit het gesprek kwamen waarden die overeenkomen met die van de opleiding, zoals safe space en positive reinforcement. Maar ook verwachtingen over het gedrag en de houding van de studenten. Zoals discipline, hard werken en topsport quality. En wederzijds respect (tussen docent en student) en intrinsieke motivatie.
Paradigmaverschuiving
In het gesprek tussen de docenten valt opnieuw het verschil op tussen de hiphoppers en de mensen met een traditionele opleiding. De docenten uit de hiphopcultuur en met een autodidactische achtergrond, lieten een open, coöperatieve houding zien ten opzichte van dansonderwijs. (p.26). De academisch geschoolde docenten geloofden daar ook zeker in, maar voor sommige van hen worstelden ook een beetje met deze nieuwe waarden. En met de veranderingen in de mentaliteit van de nieuwe generatie studenten! Want die laten zich ook niet zomaar vertellen wat te doen. Er zijn dus grote verschuivingen gaande in de normen, waarden en verwachtingen van dansonderwijs. Marcia spreekt zelfs van een paradigmaverschuiving: het hele referentiekader van wat dansonderwijs is en zou moeten zijn is aan het rammelen.
Maar hoe ervaren die nieuwe studenten het hidden curriculum? Marcia ging in een groepsgesprek en in één-op-één interviews met studenten van MBO DANS, in op die vraag. Ze vroeg vier willekeurig geselecteerde studenten naar “gedragingen van docenten die volgens hen een boodschap uitzonden”. Deze categoriseerden ze vervolgens in “ondersteunend” en “niet-ondersteunend”. Vooral binnen de “niet-ondersteunde” ervaringen zit een soort split. Toen ik ze las, schrok ik eerst. Een docent die twee leerlingen naast elkaar zet en de klas vraagt: "Wie zou je inhuren voor een klus?”?! Of een docent die tegen sommige leerlingen schreeuwt en met anderen een terrasje gaat pakken en roddelt over de nieuwe eerstejaars… Gebeurt dit nog?! Maar dan zie ik de voetnoot (*) achter deze verhalen. En wat blijkt, ze gaan over een docent die inmiddels is ontslagen “in verband met signalen en feiten over onveiligheid in de les”. Een sterk signaal van de opleiding!
Maar dat betekent niet dat het probleem nu weg is en er niet meer kritisch wordt gekeken naar het leerklimaat. De andere genoemde negatieve ervaringen laten zien hoe docenten ook op wat subtielere manieren het zelfvertrouwen van studenten kunnen doen wankelen. Want wat als iedereen complimentjes krijgt en jij niet? Of als de docent bij je gaat staan, net zo lang tot je een pas perfect uitvoert - terwijl jij daar nu juist van dichtklapt? Toch geven de verhalen van de studenten aan dat de tijden aan het veranderen zijn. Heftige incidenten zoals die van de ontslagen docent, pikken we niet meer. En daarom is er nu tijd en ruimte om te kijken naar de subtielere dynamieken die bijdragen aan een (on)veilige leeromgeving.
Hoopvolle ervaringen
De ‘ondersteunende ervaringen’ van de studenten bieden veel hoop voor die nieuwe toekomst. Zij beschrijven een docent die met eindeloos geduld helpt met huiswerk, een docent die in de les helemaal meegaat in de energie van de studenten. Een docent die grapjes maakt en durft het serieuze los te laten, of zelfs emotie toont in het delen van eigen levenservaringen. Betrokkenheid en menselijkheid staan in deze verhalen centraal. De docent, zo schrijft ook Marcia in haar conclusie, moet niet vergeten ook mens te zijn.
De relatie docent-leerling is er namelijk ook één van mens tot mens. En één, zo geven zowel de docenten als de studenten aan, van motiveren en ondersteunen. En wederzijds respect - dus óók voor elkaars grenzen! Daar zit volgens Marcia wel een uitdaging in. Want om te leren, moet de leerling de veilige zone (comfortzone) uit richting de zone van ‘naaste ontwikkeling’. Dat is een onbekend terrein, wat gepaard kan gaan met onzekerheid. Leren komt met uitdagingen en kan niet altijd helemaal veilig en vertrouwd voelen.
Welke grenzen zijn non-negotiable en welke moet je (voorzichtig) over om te kunnen leren? Dat zal voor elke persoon verschillen. Ik ben het daarin met Marcia eens dat het enorm zou kunnen helpen om het hidden curriculum zichtbaar te maken. Want wanneer we weten wat we van elkaar verwachten, is het ook makkelijker om gedrag te signaleren dat daarvan afwijkt. Of om aan te geven wat ons belemmert om aan die verwachtingen tegemoet te komen. Maar ook om dat grijze gebied tussen ‘uitdagend’ en ‘grensoverschrijdend’ op te helderen.
Marcia benadrukt in ons gesprek dat haar onderzoek tijd- en plaatsspecifiek is. Wat op dat moment gold voor MBO DANS (waar ze inmiddels niet meer werkt) geldt nu niet meer, en ligt op andere opleidingen misschien weer anders. Maar wat Marcia hoopt dat andere docenten en opleidingen mee kunnen nemen uit haar onderzoek, zijn handvatten om na te denken over hun eigen hidden curriculum. Want behalve paradigmaverschuivingen kwamen ook een aantal andere thema’s steeds aan bod, zoals het (verwachte) gedrag van de leerling en docent, maar ook opvattingen over de artisticiteit van dans. Deze thema’s (zie afbeelding hieronder) kun je gebruiken als gespreksstarters, om je onbewuste verwachtingen expliciet te maken.
Meer weten?
Een absolute aanrader vindt Marcia het boek Safe Dance Practice uit 2015. Dit is geschreven door drie Britse danswetenschappers: Edel Quin (programmaleider Dance Science bij University of Chichester), Sonia Rafferty (programmaleider Dance Science bij Trinity Laban Conservatoire of Music and Dance) en Charlotte Tomlinson (danswetenschapper en gezondheidsspecialist voor dansers bij Leicester College). Zij beschrijven in dit boek drie aspecten die onderdeel zijn van een veilige leeromgeving voor dansers: de omgeving, mentale veiligheid en fysieke veiligheid. Je leert dus hoe je een sociaal veilige omgeving creëert, maar het boek bevat ook informatie over fysieke veiligheid in de vorm van anatomie, blessurepreventie en voeding.
Bronnen
De Kuijper, J. (2023, 24 mei). 39% van dansers krijgt te maken met grensoverschrijdend gedrag. Dansers.nu. Geraadpleegd op 20 mei 2024.
Smeding, M. (2023, 15 mei). Beyond the dancefloor: exploring the hidden curriculum of MBO DANS for a safe and positive learning environment (Publicatienr. 441058) [masterscriptie, Hanzehogeschool].
Interview met Marcia Smeding op 10 mei 2024.
INTERNATIONAAL DANSONDERZOEK
In de rubriek ‘Internationaal Dansonderzoek’ scheiden we fabels van feiten. We nemen een kijkje in de wereld van danswetenschap en gaan in gesprek met de onderzoekers over hun bevindingen: Waarom hebben ze dit onderzoek gedaan? Wat hebben zij ontdekt? En wat hebben dansers of dansdocenten aan die inzichten? Zo zorgen wij ervoor dat de meest relevante danswetenschappelijke kennis het werkveld daadwerkelijk bereikt.