In de spotlight: speciaal onderwijs dansdeskundige Suzanne Zeegers
INTERVIEW | Suzanne Zeegers (32 jaar) is docent bij Damoves peuter- en kleuterdans in Amsterdam en medeoprichter van productiehuis HALTE 6. Daarnaast specialiseerde ze zich tot dansdocent voor het speciaal onderwijs. Ze observeert en onderzoekt wat leerlingen nodig hebben om deel te kunnen nemen aan een dansles. Het is haar grote droom een landelijke dansmethode te ontwikkelen voor het speciaal onderwijs, zodat danseducatie écht inclusief wordt. Lees dit interview en laat je inspireren door haar werkwijze!
Hoe oud was jij toen jij jouw eerste danspassen deed?
Stilzitten was voor mij als kind geen optie en beweging was een uitlaatklep om mijn energie kwijt te raken. Als kleuter bleef ik zeuren om 'op ballet' te mogen, maar er was alleen dansexpressie voor deze leeftijd bij Kunstencentrum Waalwijk. Dus daar startte ik mee. Toen ik 7 jaar was kon ik eindelijk op klassiek ballet, bij Josje Brekelmans. Ze had vaak fel groenblauwe sneakers en een tijgerprint legging aan, en was in mijn herinnering een vrij strenge maar lieve balletjuf. We deden klassiek ballet aan de barre met aan het eind een leuk dansje op Kinderen voor Kinderen. Ik vond het reuze interessant en heel erg leuk.
Waar heb jij de opleiding tot dansdocent gevolgd?
Aan de Fontys Dansacademie in Tilburg. Voor mij was de dansacademie écht te gek! Ik weet dat dit voor veel mensen ook een heftige tijd was, maar elke dag - van ‘s ochtends vroeg tot s’ avonds laat - dansen en als een spons alles mogen opzuigen… Ik vond het geweldig. Ik had energie voor tien en ging als een superblije stuiterbal die opleiding door.
Omdat ik altijd al juf wilde worden, begon ik aanvankelijk aan de docentenopleiding. De studenten van de opleidingen Docent en Uitvoerend zaten in het eerste jaar bij elkaar in de klas en werden op niveau ingedeeld. Na een paar weken zei Mia Spil, de Graham docent, tegen mij: “Ik zie in jouw papieren dat je op de docentenlijst staat, waarom doe je eigenlijk geen uitvoerend?” Ik was heel vereerd, maar mijn reactie was: “Ja dat kan ik toch helemaal niet!” Tot meerdere docenten zeiden “Dat kun je wel!” Toen ben ik er beetje bij beetje in gaan geloven en als uitvoerend danser verder gegaan.
Lesgeven deed ik voor het eerst in het derde jaar: kinderdanslessen voor de leeftijd 7-8 en 9-10 jaar in Kaatsheuvel. Ik had gehoord dat ze iemand voor zwangerschapsvervanging zochten en heb zelf, buiten school om, contact gezocht. Het lesgeven was spannend en ik deed het op gevoel, maar het ging goed en ik vond het leuk! Tijdens het vierde jaar werd ik als stagiair bij het Holland Show Ballet aangenomen en kon ik direct het toneel op. Daar werd naast de reguliere show ook de kindervoorstelling De Sprookjesdroom geproduceerd en ik kreeg - na auditeren - de hoofdrol. Toen kon ik naast dansen ook zingen en spelen voor kinderen. Supergaaf!
Wat kenmerkt jou als dansdocent?
Als docent probeer ik écht te zien wie er in de les staat en wil ik achterhalen wat een leerling nodig heeft. Daarnaast zijn gelijkwaardigheid en veiligheid creëren heel belangrijk voor mij. En niemand voortrekken! Ik háát het als docenten lievelingetjes hebben in een groep. Ik was vroeger nooit het lievelingetje en dat is geen prettig en veilig gevoel. Het is voor mij cruciaal dat iedereen zich gelijkwaardig voelt in mijn les. Daar doe ik heel veel moeite voor.
Of ik nu aan kleuters lesgeef of in het speciaal onderwijs, ik verzin opdrachten die iedereen mee kan doen en die door de ruimte verplaatsen, zodat je steeds naast iemand anders uitkomt en naar iemand anders kijkt. Als je de hele les een eigen plekje hebt of alleen rijen wisselt, dan blijf je dezelfde sociale verhoudingen hebben, tot elkaar en tot de docent. Dat wil ik juist doorbreken. Alles willen aanvoelen bij de kinderen en dit de ruimte geven, is denk ik zowel een kracht als een valkuil in mijn lessen. Zeker toen ik net begon als docent. Toen kostte dit echt veel energie, maar hoe vaker je op deze manier werkt, hoe gemakkelijker het wordt.
Bij welke organisaties geef jij momenteel les?
In 2015 heb ik samen met Ymke Fros HALTE 6 opgericht: een productiehuis voor dans en theater. We zijn niet bang voor dat wat ‘net even anders is’. Daardoor trekken we vaak andere opdrachtgevers aan, waaronder scholen uit het speciaal onderwijs. Ik verzorg de dansworkshops voor deze scholen, maar binnen ons docententeam is hier ook veel interesse voor. Aangezien op de dansacademies (nog) geen specialisatie in dit vakgebied aangeboden wordt, creëren wij nu de mogelijkheid voor dansdocenten om onder onze begeleiding hierin vakbekwaam te worden.
Verder geef ik sinds 2016 danslessen bij Damoves peuter- en kleuterdans in Amsterdam. Toen ik bij eigenaresse Carly Verkerk-Wassenaar ging werken zag ik hoe sterk het is als je je echt durft te focussen op een specifieke doelgroep, en je hierin specialiseert als docent. Daarom focus ik me tegenwoordig vooral op lessen aan jonge kinderen en op workshops in het speciaal basis- en voortgezet onderwijs.
Heb je altijd al interesse gehad om les te geven in het speciaal onderwijs?
De interesse voor die doelgroep zit denk ik in mijn DNA. Mijn moeder werkte als opvoedingsondersteuner ook met deze doelgroep en mijn zusje Lisette ook, als productieleider. Je inleven, de sfeer aanvoelen, gepast handelen, outside the box denken… Alles in combinatie met een portie Brabantse nuchterheid. Dat hebben we duidelijk van thuis meegekregen en dat slaat aan bij deze doelgroep.
Toch is het werken met deze doelgroep per toeval ontstaan. Er ontstonden inspirerende ontmoetingen met de doelgroep, bijvoorbeeld toen ik werd geboekt voor een show die toevallig ingekocht was voor het speciaal onderwijs. Of bij een klus als steltloopster, waar een jongen met het syndroom van Down maar achter ons aan blééf lopen. Het was voor hem zó magisch dat wij zo groot waren. Mijn collega’s konden een beetje geïrriteerd zeggen: “oh, daar heb je die jongen weer…”, terwijl ik dacht: wát fantástisch dat je kilometers achter ons aan blijft lopen, omdat je zó gefascineerd bent door ons.
Tijdens de kinderlessen bij Damoves kwam het overigens ook regelmatig voor dat een kindje meer aandacht nodig had. Bijvoorbeeld door een ontwikkelingsachterstand, of door ADHD. Zo kon één meisje niet stilzitten en luisteren, ze bleef maar rondfladderen door de zaal. Ik heb haar toen naast me neergezet en haar lichaam letterlijk diepe druk gegeven, zoals een verzwaringsdeken ook doet. Dat had een rustgevende werking op haar en zo ook weer op de groep.
Wanneer heb je besloten om je te specialiseren tot dansdocent voor het speciaal onderwijs?
Toen bij HALTE 6 vaker boekingen binnenkwamen voor het speciaal onderwijs dacht ik: kom maar op! Ik heb bijvoorbeeld altijd een buitengewone interesse gehad voor mensen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS), maar ook voor kinderen met andere lichamelijke of verstandelijke beperkingen. Ik ben gaan lezen en onderzoeken en die kennis, samen met de ervaringen van Damoves, heb ik gecombineerd en ingezet.
Ik ben gaan uitproberen en vooral zintuiglijk gaan werken door veel materialen te gebruiken in de les. En het werkte! Ik nam bijvoorbeeld doekjes mee voor als er kinderen er gebaat bij zouden zijn om met iets in hun handen te friemelen tijdens de les. Kinderen met ADHD kwamen hierdoor tot rust en konden zich beter concentreren, waardoor hun aandacht beter bij de les bleef. Ze konden zich hierdoor ook beter inleven in het thema van de les.Twee jaar geleden besloot ik bij Plein C, een adviesbureau voor cultuureducatie, een training te volgen: kunstenaar in het speciaal onderwijs. Het was een bevestiging dat ik al die tijd op de juiste manier bezig was geweest en onbewust de juiste methodes had toegepast. Dat gaf me meer zelfvertrouwen en dat was heel fijn.
Tijdens deze cursus creëerde ik een speciale lessenreeks: De geheime missie, waarbij de zintuigen een belangrijke rol spelen en we heel duidelijk naar een doel toewerken. Namelijk: het openen van een koffer met een cijferslot. Deze reeks bestaat uit drie tot vijf lessen, afhankelijk van het niveau van de kinderen. Iedere les dansen de leerlingen er op los om een cijfer te bemachtigen, zodat uiteindelijk - als klap op de vuurpijl - de koffer opengaat! En daar zit dan nóg een verrassing in. Deze lessenreeks wordt heel goed ontvangen in het speciaal onderwijs en regelmatig geboekt.
Wat is het verschil tussen lesgeven in het regulier- en in het speciaal onderwijs?
In het speciaal onderwijs werk ik met kinderen van cluster 3 scholen, en dan vooral de categorie ZML, voor zeer moeilijk lerende kinderen. En soms werk ik met cluster 4. Dat zijn kinderen met ernstige gedragsproblemen of psychiatrische problematiek. Ik heb dus vaak te maken met leerlingen die snel overprikkeld raken. Daarom gaat alles langzamer en heel bewust. Het niveau is ook lager, want wat ik bij het basisonderwijs in de middenbouw doe, doe ik bij het speciaal basisonderwijs in de bovenbouw.
In mijn danslessen werk ik erg thematisch en ligt er veel nadruk op de beleving. Ik gebruik daarbij materialen om leerlingen in beweging te krijgen. Een opdracht als ‘beweeg laag bij de grond’ is soms al moeilijk te begrijpen. Gebruik ik een wapperend doek waar je onderdoor mag en waar je wind vandaan voelt komen, dan nodigt dat al veel meer uit om in beweging te komen. Ik zorg er verder voor dat er een goede op- en afbouw zit in de muziek. Dus niet ineens zomaar een heftig en druk nummer opzetten, dan kan iemand een error krijgen in zijn hoofd. Soms zet ik op de helft van de les een meditatief muziekje op en zit er een soort ontspanningsoefening in de les, zodat de kinderen niet de hele tijd in een hoge energie zitten.
Het kan ook voorkomen dat iemand in een rolstoel zit, of een looprek heeft, en dat dit niet is doorgegeven van tevoren. Dan is voorkennis van de doelgroep en het kunnen improviseren tijdens een les écht van belang. Gelukkig heb ik inmiddels een heel arsenaal aan oefeningen die ik dan kan toepassen. (lacht hardop)
Wat is jouw grootste droom om nog als dansdocent te verwezenlijken?
Ik zou graag een landelijke dansmethode ontwikkelen voor het speciaal onderwijs. Het lijkt me supertof om dans te introduceren bij bijvoorbeeld Samen naar School klassen. Hier zitten kinderen met én zonder beperkingen samen in hetzelfde schoolgebouw. Bij de kinderen zonder beperking wordt het bewustzijn vergroot en de kinderen met een beperking voelen zich gezien.
Ze willen namelijk dolgraag meedoen aan de maatschappij! In de pauze meevoetballen op een plein, maar dan op hun eigen manier. Niemand wil alleen staan of aangestaard worden omdat hij of zij anders is. Door samen te spelen en leren ontstaat inclusiviteit en kunnen we leren van elkaar. Als we onder andere dans nog meer inzetten als middel om deze inclusiviteit te bereiken, dan is mijn droomplaatje compleet.
IN DE SPOTLIGHT
Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!