In de spotlight: dansschoolhouders Ineke Vandevyvere & Justin Yep

Ineke Vandevyvere en Justin Yep.

INTERVIEW | Ineke Vandevyvere (41 jaar) en Justin Yep (48 jaar) runnen samen dans- en yogastudio Ndigo in Roeselare, België. Na vijftien jaar jonge dansers en hun families te hebben begeleid, met name in ballet, besloten ze hun ervaringen en inzichten te bundelen in een boek. In The Dance Advantage delen ze hoe dans kinderen kan helpen om sterker in hun schoenen te staan, creatiever te denken en beter met uitdagingen om te gaan. Lees in dit interview meer over hun visie op danseducatie! 

Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Ineke: We zaten samen op de dansacademie van Fontys in Tilburg. Justin studeerde choreografie en ik danseducatie. Toen ik in mijn derde jaar zat, zat Justin in zijn vierde jaar en was hij mede-choreograaf van een stuk waarin ik danste. We konden het meteen goed met elkaar vinden en zijn veel met elkaar gaan praten. Zoals over mijn grote droom om ooit een eigen dansstudio te starten. Daar was ik toen al non-stop mee bezig, om iets te kunnen creëren dat een impact zou maken op mensen. En Justin had in India aan de start gestaan van een van de grootste dansscholen in New Delhi: The DanceworX. Daardoor had hij al veel ervaring in doorzetten, creëren en je eigen pad gaan. Dus vanaf het moment dat we in gesprek raakten hebben we maar kort smalltalk gedaan en zijn we bijna meteen gaan praten over onze diepere waarden en wat voor dansschool we wilden oprichten.

Waarom wilden jullie zelf een dansschool beginnen?

Ineke: Als student ging ik ieder weekend terug naar België om daar les te geven bij verschillende studio’s. En ik vond het heel erg leuk om les te geven, maar ik miste ruimte voor mijn eigen inbreng. Bij de studio's waar ik toen les gaf ging het niet om: wat is de boodschap van het stuk? Of: wat wil je bereiken? Het waren sportieve danslessen waarbij het vooral om de pasjes en de choreo’s ging. Terwijl ik het juist fijn vond om te zien hoe dans mensen kan stimuleren om in zichzelf te duiken, om een beter mens te worden. Dáár wilde ik de nadruk op leggen als dansdocent. Daarnaast verlangde ik ernaar om van begin tot eind iets op te zetten. Het ondernemen sprak me juist enorm aan! 

Justin: In New Delhi werkte ik bij een megagrote dansschool met wel 1.500 leerlingen. Deze dansstudio was een pionier in het aanbieden van westerse dansstijlen (zoals jazz en modern) in India, en het was mijn taak om nieuwe vestigingen te openen en nieuwe danslessen op te zetten. Maar op een gegeven moment was het meer een fabriek geworden: er was weinig tijd voor de ontwikkeling van individuele dansers, laat staan dat er aandacht was voor de persoon achter de danser. Dat vond ik jammer. Dus daar maken we nu, bij Ndigo, wel ruimte voor! Bij het maken van een voorstelling vertrekken we altijd vanuit het startpunt: wat is het thema en wat zijn de ideeën erachter? Vervolgens gaan we daar met de leerlingen over in gesprek en dan vragen we hen ook hoe zij daarover denken en wat hun ervaringen met het thema zijn. Dat doen we zelfs met de allerjongste leerlingen, de kleuters van 3 tot 6 jaar. Onze eerste productie heette Dance Universe en ging over de planeten en het deel uitmaken van iets groters dan jijzelf. Deze voorstelling vervulde ons meteen met enorme trots. Er is iets magisch aan het visualiseren van het eindresultaat en daar systematisch naartoe werken.

Wie heeft jullie geïnspireerd om zo leerlinggericht les te geven?

Ineke: Voordat ik danseducatie ging studeren was mijn danservaring voornamelijk gericht op techniek en choreografie. Pas op de dansacademie ontdekte ik een hele nieuwe dimensie. Docenten vroegen ons steeds ‘Wie ben jij en wat wil jij vertellen?’ Deze verschuiving was een openbaring voor mij als introvert Vlaams meisje - een uitdaging die me juist deed opbloeien! Ik leerde improviseren en nadenken over stukken. En ik leerde mijn zwaktes kennen en hoe ik daarmee om moest gaan. Ik ben meer in mezelf gaan geloven en heb tijdens de opleiding mijn eigen stem gevonden. Die vier jaar waren één groot cadeau. Ik vond elke les leuk!

Vóór Fontys heb ik wel één docent gehad die mijn passie voor dans zag en mij aanmoedigde daar meer mee te doen. Dat was Olivia Geerolf in Brugge. Van haar heb ik geleerd om mijn hart te volgen. Ik studeerde toen toerisme en had net een mooie job aangeboden gekregen, maar doordat zij mij een keer na de les vroeg wat dans voor mij betekende, realiseerde ik me dat ik de verkeerde studie aan het doen was. Want alleen als ik danste voelde ik me compleet gelukkig! Dat heb ik onthouden: hoe belangrijk het is om ook buiten de lessen een praatje te maken met je leerlingen. Zo zei Eddy Becquart, mijn docent op de academie, ooit: “De kunst is nooit groter dan de persoon zelf.” Dus als je werkt aan de persoon, werk je aan de kunstenaar. Dat maakt ons vak boeiend. 

Justin: Ik ben altijd veel bezig geweest met existentiële vragen over de zin van het leven. En dan kom je al snel uit bij de vraag: wat maakt je gelukkig? Zo zei Steve Jobs op zijn sterfbed: “Op dit moment besef ik dat alle erkenning en rijkdom waar ik zo trots op was, verbleekt en betekenisloos zijn geworden in het aangezicht van de naderende dood.” Dus wat wil jij nú doen met je leven? Daarom is ons motto: dream it, do it, give it. Wij vragen onze leerlingen waar zij van dromen en we doen ons best hun te helpen dat ook te bereiken. Want vaak weten ze wel wat ze willen bereiken, maar niet hoe. En om die stap te zetten, om het echt te gaan doen, dat is ook het moeilijkste. Dat vraagt zelfvertrouwen, je moet dapper zijn. Zelf zijn we nu in de ‘give it’ fase beland, waarin we al onze kennis weer door willen geven aan de volgende generatie. 

Welke leerdoelen hebben jullie voor jullie leerlingen?

Ineke: We hebben veel oog voor de mentale gezondheid van onze leerlingen. In de lessen voor kleuters bijvoorbeeld focus ik mij op het leerproces van de leerlingen, niet op de uitkomst. Bij jonge kinderen vind ik het namelijk het belangrijkste dat ze plezier hebben. En bij de tieners werken we aan zelfvertrouwen, want zij hebben veel last van faalangst. 

Zo merkten we in de beginjaren van de studio dat er veel drop-outs waren, dat trouwe leerlingen ineens niet meer naar de lessen kwamen zodra ze 14 jaar werden. Op dat moment bereiden we leerlingen nu voor door te vertellen dat hun lichaam zal veranderen. Dus dat ze een paar jaar niet meer zo flexibel zullen zijn en dat het vinden van hun balans tijdelijk moeilijker wordt omdat hun heupen breder worden. Door te weten dat deze uitdagingen eraan komen gaan ze minder aan zichzelf twijfelen. Daarom besteden we bij de tieners ook meer aandacht aan muzikaliteit en expressie, aan het verhaal dat ze willen vertellen. En als ze dan 16 jaar zijn en die twee jaar overleefd hebben, dan zien we dat zelfvertrouwen terugkomen. 

Justin: Als je danser wilt worden, dan ben je dat niet ineens in twee maanden. Dat is een parcours van zeker tien jaar, al helemaal als je balletdanser wilt worden. Wij begeleiden ze door dat hele parcours heen, tot ze 18 jaar zijn en er klaar voor zijn om naar een academie te gaan. Het is ook goed voor de business als je klanten zo lang aan je kan binden.

Waarom hebben jullie je gespecialiseerd in balleteducatie?

Ineke: In de beginjaren van de studio merkten we al snel dat het heel moeilijk was - en nog steeds is - om aan goede balletdocenten te komen. Terwijl het geen probleem was om docenten te vinden die les konden geven in modern, jazz of contemporary. Maar telkens als we met onze leerlingen meededen aan danswedstrijden, viel het ons op dat de beste teams een hele goede ballettechniek hadden. Toen hebben we besloten om naar New York City te gaan en daar de docentenopleiding van American Ballet Theatre te volgen. We hebben daar de levels primary tot en met level five gevolgd. Dus wij kunnen balletles geven aan kinderen vanaf 3 jaar tot en met de pre-professionals. 

Het mooie aan die opleiding is dat zij ervan uitgaan dat ieder lichaam de syllabus kan volgen, tot een bepaald niveau. Volgens hen is de definitie van goede techniek namelijk ‘the minimum amount of effort for the maximum amount of effect’. Dansen moet dus eigenlijk moeiteloos zijn, op elke leeftijd! Ze besteden dan ook veel aandacht aan de fysieke en mentale ontwikkeling van leerlingen en alles is wetenschappelijk onderbouwd. Die principes kun je ook toepassen in het lesgeven van andere stijlen! De syllabus is namelijk opgebouwd met een duidelijk eindresultaat in gedachten. Bijvoorbeeld: om een grand jeté te kunnen doen, moet je eerst kunnen hinkelen van je ene voet op je andere voet. Want een jeté is een sprong van het ene been op het andere been. Dus wat kan je als docent allemaal voor oefeningen bedenken voor kinderen van 3, 5, 10, 12 of 15 jaar waarbij ze zo’n type sprong maken? Vergelijkbare passen kun je dan ook met de leerlingen oefenen in de andere danslessen.

Sinds wij die opleiding hebben gedaan, staan we heel sterker in onze schoenen als docenten. Verder kost het lesgeven veel minder energie en voorbereiding, omdat we zo’n archief aan oefeningen in ons geheugen hebben. Als een oefening niet aanslaat bij de leerlingen en dus niet leidt tot dat gevoel van moeiteloosheid, dan hebben we altijd een plan B. Dan doen we gewoon een stapje terug en doen we een iets makkelijkere oefening, door bijvoorbeeld langzamer te bewegen of op een ander muziekje. Of we herhalen een oefening uit een eerder leerjaar. 

Hoe dragen jullie deze kennis over aan jullie docententeam?

Ineke: Een paar keer per jaar komen we met alle docenten samen om de lessen voor de komende acht weken voor te bereiden. Dat noemen we Teacher Day. Dan bespreken we bijvoorbeeld welke passen de leerlingen in iedere stijl moeten kunnen en bedenken we samen hoe dat er voor iedere leeftijdsgroep uitziet. We bespreken dan ook welke beelden we als docent kunnen gebruiken, zodat het meer een feest is dan een oefening. Of we focussen ons tijdens zo’n Teacher Day op het maken van lesmateriaal. Dan gaan bijvoorbeeld alle moderne dansdocenten in de ene studio, en alle jazz docenten in de andere, enzovoorts, en dan maakt iedereen een frase. Vervolgens leren we die frases aan elkaar en maken we er gelijk drie niveaus van: beginner, intermediate en gevorderden. 

Zo weet iedereen ook gelijk waar de andere docenten in hun lessen mee bezig zijn. Dat is fijn, want dat maakt het lesgeven minder eenzaam. En het is ook didactisch slim, want daar kun je in de les gebruik van maken. Dan kan je bijvoorbeeld zeggen: ‘Juf Désiréé heeft dat en dat verteld in de contemporary les, maar nu gaan we dit net even anders doen in onze jazz les.’ Zo help je leerlingen om de verbanden te zien tussen de verschillende technieken en beklijft het materiaal beter. En soms gaan we in de laatste tien minuten van de les bij elkaar kijken. Dan wisselen de docenten van studio om de choreo van de andere groep te zien en feedback te geven. Dat motiveert leerlingen om het nog beter te doen. Vooral onze compagnie-dansers hebben hier profijt van, want die volgen minimaal vier lessen per week. 

Op welke prestaties zijn jullie trots?

Ineke: In de zomer van 2024 hebben we de ‘Best Pedagogy of Dance Award' gewonnen tijdens het New Prague Dance Festival. Tijdens dit festival gaan alle docenten van de deelnemende teams samen didactiek workshops volgen, terwijl hun leerlingen verschillende masterclasses in ballet, modern en hiphop volgen. De jury van de awards komt ook bij die workshops kijken. Dus je wordt niet alleen beoordeeld op de performance van je leerlingen tijdens de wedstrijd, die ook onderdeel uitmaakt van het festival, maar ook op hoe zij zich opstellen in de workshops - én op hoe jij als docent deelneemt aan de workshops. Zo krijgt de jury een totaalbeeld van de kwaliteit van een dansschool. En in 2024 werden Justin en ik dus verkozen tot de beste docenten! Dat was voor ons heel bijzonder omdat wij tien jaar geleden, in 2014, voor het eerst deelnamen aan dit festival en toen zelf vol verwondering naar de andere teams keken en dachten: wij willen ook zo goed worden. Dat is dus gelukt! 

Justin: We zijn er ook trots op dat we het boek The Dance Advantage hebben geschreven, waarin we onze visie op het belang van danseducatie uiteenzetten. De wereld is enorm aan het veranderen door alle technologische ontwikkelingen. Artificiële intelligentie (AI) is straks slimmer dan wij allemaal. Wat blijft er dan over? Dat is onze menselijkheid, onze empathie, de soft skills. We moeten dát doorgeven aan onze kinderen. Want AI gaat een heleboel banen overnemen en processen automatiseren, maar AI kan niet de warmte bieden die mensen elkaar kunnen bieden. Je ziet nu ook hoe AI de sociale media overspoelt en je eigenlijk al niet meer kan vertrouwen wat je ziet en leest. Wat blijft er dan over om te vertrouwen? Dat zijn de mensen om je heen! Je familie, vrienden, klasgenoten, collega’s, buren, enzovoorts. Mensen van vlees en bloed. Die relaties zullen we weer meer gaan koesteren. En danseducatie kan daarbij helpen, want dansen is een fysieke activiteit die je samen doet.

Waar komt jullie interesse in AI vandaan?

Ineke: We hebben in 2023 een cursus gevolgd voor zakelijk leiders over hoe je je zaak klaarmaakt voor de toekomst. Veel van de deelnemers deden werk dat straks grotendeels overgenomen kan worden door AI, dus dat was een thema waar veel aandacht aan werd besteed. Het heeft ons geïnspireerd om AI vaker in te zetten bij de bedrijfsvoering van onze dansstudio. Sindsdien gebruiken we ChatGPT bijvoorbeeld bij het opstellen van mails naar klanten, handleidingen voor onze docenten en scripts voor de voorstellingen. Of we vragen ChatGPT om het thema van de voorstelling uit te leggen aan de verschillende leeftijdsgroepen waaraan we lesgeven. Bijvoorbeeld: hoe leg je de klimaatcrisis uit aan zestienjarigen versus twaalfjarigen of achtjarigen? Dus AI geeft ons de tools om de communicatie naar leerlingen, ouders en onze docenten toe te verbeteren. 

Die cursus zette ons aan het denken over wat AI betekent voor de toekomst van danseducatie. Als ouders en docenten zijn we daar continu mee bezig: hoe maken we de kinderen klaar voor een toekomst waarin zoveel dingen geautomatiseerd gaan worden? Toen kwamen wij tot de conclusie dat mensen veel meer behoefte zullen hebben aan zelfreflectie en zelfontwikkeling. En aan vaardigheden als doorzettingsvermogen, creativiteit, samenwerken met anderen, en jezelf blijven. Dat zijn dingen die de computer niet kan overnemen, maar die je wel leert in de dansles! We zien ook meer en meer mentale klachten bij jongeren, zoals eenzaamheid en depressies. Een warme dansplek kan hen dan helpen! In de dansstudio worden ze niet gewaardeerd om hun online profiel, maar om wie ze echt zijn. Het is een plek waar kinderen zich verbinden, zichzelf kunnen uiten, en het gevoel krijgen dat ze ergens bij horen

Justin: Het World Economic Forum houdt een lijst bij met de top tien vaardigheden die in de toekomst belangrijk gaan zijn. Creative thinking staat al jaren in de top drie! Met creativiteit bedoelen ze niet zozeer het hebben van een origineel idee, alswel het doorzettingsvermogen dat ervoor nodig is om iets te creëren, van idee tot volwaardig product. Maar een onderdeel van creativiteit is wel divergent thinking, het bedenken van meerdere oplossingen voor een probleem. Dat is iets waar jonge kinderen héél goed in zijn, maar volwassenen heel slecht, zo blijkt uit onderzoek. Volgens Ken Robinson komt door hoe onze scholen zijn ingericht, want daar leer je om hét juiste antwoord te weten en goed te scoren op toetsen - niet om creatief te zijn. Andere vaardigheden die de afgelopen jaren in de top drie stonden zijn analytisch/kritisch denken en flexibel/adaptief kunnen zijn. Voor mij zijn dat vaardigheden die bij creativiteit horen. Dus daar zijn we steeds meer mee bezig, om in onze danslessen heel bewust aandacht aan te besteden aan deze vaardigheden. 

Hoe werken jullie in de danslessen aan creativiteit?

Ineke: We betrokken onze leerlingen dus altijd al intensief bij het creatieproces van de voorstellingen, maar sinds dit jaar hebben we ook in alle lessen ruimte gemaakt voor improvisatieoefeningen. Toen ik zelf als kind in Vlaanderen danslessen volgde, deden we nooit aan improvisatie. Daarmee kwam ik pas in aanraking op de danscademie in Nederland. Maar we hebben als dansdocenten gemerkt dat je niet ineens tegen een twaalfjarige kan zeggen: ‘Oké, maak maar een frase’. Dat lukt niet als ze eerder zelden de kans hebben gekregen om te improviseren. Daarom bevatten nu alle lessen korte improvisatieoefeningen. Dus we doen improvisatie met alle leeftijdsgroepen en in alle dansstijlen! Zo stimuleren we de kinderen om hun fantasie niet kwijt te raken als ze ouder worden. Onze dansers nemen ook deel aan freestyle-wedstrijden waar ze die creativiteit kunnen inzetten.

Hier hebben we ook een Teacher Day aan besteed. We zijn met alle docenten samen gaan brainstormen over hoe we die improvisatie wekelijks aan bod kunnen laten komen. Zodat de leerlingen zelf een originele choreo kunnen maken tegen de tijd dat ze bij ons afstuderen, en zodat leerlingen geen gêne voelen om zichzelf te uiten in dans, ook de veertienjarigen niet! En we horen van de ouders dat het werkt. Zo zei een moeder recent tegen mij: “Mijn meisje is echt opgebloeid. Ik merk dat ze meer durft te zeggen in de klas en ze doet haar spreekbeurten nu met zelfvertrouwen.” Dus ik hoef niet meer te verdedigen waarom dans zo waardevol is. De ouders zien zelf het resultaat! 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze heeft een master in Dance Studies van Mills College in Californië, en een bachelor Liberal Arts & Sciences van University College Utrecht. Daar studeerde ze theaterwetenschappen, kunstgeschiedenis, filosofie en psychologie. Verder is Jacqueline gecertificeerd als pilatesdocent en gaf ze vijf jaar lang pilateslessen in Utrecht. Sinds 2019 zet ze haar scherpe pen en onderzoekende geest in om dansdocenten te inspireren met Dansdocent.nu.