In de spotlight: sociaal-artistiek jeugdwerker Evelyne Van Hecke

Evelyne van Hecke. Fotograaf: Nattida-Jayne Kanyachalao. Bron: Gazet van Antwerpen.

INTERVIEW | Evelyne Van Hecke (33 jaar) richtte in 2015 Moving Ground op in Borgerhout. Met deze organisatie richt ze zich op de talentontwikkeling van jongeren en jongvolwassenen in kwetsbare situaties. Dat deed ze na een hobbelig dansparcours: ze stopte met de dansacademie, volgde de lerarenopleiding lager onderwijs en studeerde daarna danstherapie. Met Moving Ground organiseert ze laagdrempelige interculturele danslessen en community-arts projecten. Voor deze maatschappelijke bijdrage won ze meerdere prijzen! Lees hier over Evelynes visie op inclusief werken als dansdocent.

Waar heb jij je eerste danspassen gezet?

Toen ik vier jaar oud was, in de dansschool van Ann-Sophie Deweer. Meisjes bij mij in de wijk mochten niet dansen en ik wel. Ik had dus het privilege om naar een dansschool te mogen gaan. Dat was nog in een tijd zonder sociale tarieven (kortingen voor mensen met lagere inkomens, red). Het was een investering die ik van thuis moest verdienen door wat in hun ogen goed gedrag was. 

Ik ben daarnaast op de jonge leeftijd van 13 jaar gestart met het geven van danslessen aan iedereen rondom mij in Eeklo. Tijdens de zomermaanden wilde ik namelijk graag choreograferen. Daarvoor had ik dansers nodig. Maar de kinderen en mensen uit mijn buurt, die ik bij elkaar bracht, konden niet dansen. Ik moest hen dus leren wat ik in de dansschool zelf ervaarde. Dat was mijn favoriete bezigheid! 

Op mijn 13e heb ik dat lesgeven en choreograferen heel intens gedaan. Ik kwam met de dansers iedere dag samen! De voorstelling die ik toen maakte bleek een impact te hebben op de verbinding in de buurt. Het toonde mij dat kunst, en voor sommigen dans in het bijzonder, het verschil kan maken. Daar is ook mijn vlammetje aangewakkerd en het engagement dat ik voel voor het werken met kwetsbare jongeren. Ik wist toen nog niet eens dat dit een carrièrepad was.  

Hoe ben je sociaal-artistiek jeugdwerker geworden?

Mijn dansparcours is niet altijd evident geweest. Ik heb bijvoorbeeld geen diploma als dansdocent. Na mijn middelbare dansopleiding aan de Kunsthumaniora van Gent ben ik wel de bachelor Hedendaagse Dans gestart aan het Hoger Instituut voor Dans (nu Koninklijk Conservatorium Antwerpen, red.). Maar daar stopte ik na het eerste studiejaar omwille van familieproblemen en een te laag zelfbeeld. Het voelde scheef dat ik in een balletles probeerde mijn been steeds hoger te krijgen terwijl mijn familie thuis aan het worstelen was. 

Ik besloot toen om de lerarenopleiding lager onderwijs te volgen, maar had daar eigenlijk al spijt van voordat ik begon. Gelukkig kon ik mij daar focussen op muzische vorming. Ik bracht dans erbij wanneer ik kon en ronde af met een keuzestage rond drama- en dansdidactiek. Daarna deed ik nog een vervolgopleiding: de BaNaBa Creatieve Therapie met de specialisatie danstherapie aan Arteveldehogeschool in Gent.

Al werkend in verschillende dansscholen, heb ik mijn lesgeef- en choreografiepraktijk vormgegeven. Daar kwam veel zelfstudie en bijscholingen bij kijken, en nog steeds heb ik veel vakliteratuur in mijn kast staan. Het gaat mij namelijk om meer dan danstechniek. Ik vind expressie en rekening houden met verschillende lichamen veel belangrijker. En daar is een veel volledigere didactiek voor nodig waarin alle facetten van dans aan bod komen.

Wie zijn jouw rolmodellen? 

Er zijn een aantal dansdocenten die me in mijn jeugd op een verkeerde manier hebben geïnspireerd. Ik zag veel dansvrienden bij deze docenten afgebroken werden in plaats van opgebouwd. Zij kregen daardoor een soort bewijsdrang. Op de één of andere manier wilden ze bewijzen dat deze docenten ongelijk hadden, dat ze wél talentvol waren. Bij mij is die bewijsdrang geëvolueerd naar laten zien dat iedereen een plaats heeft in de dansschool, die daartoe de veiligheid biedt. Ik wil bewijzen welke verrijking die inclusieve gedachte voor dans, dansers en ook de hele maatschappij kan hebben. 

De inspirerende docenten, of eerder mentors, vond ik pas veel later. De eerste keer was ik 17 jaar en deed ik mijn eerste avondvoorstelling in regie van Chokri Ben Chikha. Als danscoaches kregen we Haider Al Timimi en Georgina Teunissen. Het spelen en experimenteren, hun aanmoedigingen en het appreciërende stimuleren van de fysieke expressievrijheid, was een mijlpaal in mijn leven. Zonder hen was ik waarschijnlijk voorgoed gestopt met dansen. Ik ervaarde daar dat ik tot dan toe steeds bij ‘the wrong crowd’ had gezeten.

Hetzelfde gevoel had ik bij Andros Zins-Browne en Sandy Williams in de productie Limewire van Fabuleus. En later bij Cindy Claes en Frank Wilson in het project 1000 Pieces Puzzle van Zinnema en East London Dance. De capaciteiten en verhalen van dansers werden door hen gewaardeerd, in plaats van deze bij te willen sturen, of te streven naar een fysiek ideaalbeeld. De originaliteit die ik bracht werd als iets positiefs ervaren. Het ging over de vrijheid van de mogelijkheden die ieder lichaam heeft, in plaats van te focussen op beperkingen. 

Ik neem dit alles ook mee in onze werking bij mijn eigen organisatie Moving Ground. Daarmee bieden we laagdrempelige activiteiten en performances voor alle stadsjongeren van 10 tot 30 jaar. We spelen met podiumkunsten en maken verhalen die onze buurt en stad veiliger, gelijker en leuker maken voor iedereen. Ik wil mensen echt versterken en bij elkaar brengen. 

Wat is jouw missie met Moving Ground?

Ik ben nu vooral bezig met laagdrempelige, interculturele en inclusieve danslessen die op korte termijn sterke resultaten leveren. Voor jongeren in kwetsbare situaties is het vaak cruciaal dat ze heel snel het potentieel en de voordelen van dansen voelen. Je krijgt soms maar 5 minuten om hen te overtuigen. Dat is een uitdaging die ik graag aanga! 

Met Moving Ground zetten we dan ook in op het bereiken van bijzondere doelgroepen. We werkten met vluchtelingen, mensen met een beperking en anderstalige nieuwkomers. Met mijn collega Roxette Chikua werkte ik een jeugdmethodiek uit waarbij buurtproblemen besproken worden via de podiumkunsten. We kiezen bewust voor een totaalpakket aan podiumkunsten om zo jongeren hun ding te laten ontdekken. We willen ze kansen bieden om te groeien. 

Dit werk resulteerde in het ontvangen van de Borgerhoutse Cultuurprijs voor diversiteit ‘Kinnebaba’ in 2018! Enkele jongeren mochten daardoor meedansen in een productie van Opera Ballet Vlaanderen. Als kers op de taart kregen we een projectsubsidie voor experimenteel jeugdwerk en een Ultima prijs, als erkenning voor ons werk binnen de amateurkunsten in 2020. Vanaf dat punt konden we onze methodiek structureel aan gaan bieden. Tot dan toe hadden we vooral ingezet op vakantiewerkingen (danseducatie in de zomervakantie, red), nu konden we nadenken over een jaarwerking. Het doel daarvan is nu om jongeren van de straat coachbaar te maken, zodat ze een artistieke ingang krijgen.

Bij al ons werk staan de vragen ‘Wat wil je doen?’ en Wat heb je nodig?’ centraal. Wil een meisje met hoofddoek aan ballet doen, dan gaan wij bemiddelen met scholen. We leren hen kleine zaken als: welke uitsluitingsmechanismen kan je vermijden? Denk maar aan het verplichte balletpakje dat vanaf de eerste dansles in september vaak verwacht wordt. Dat kan al een drempel vormen. De verantwoordelijkheid leggen we bewust bij de jongeren zelf. Ze moeten zelf papieren invullen, zaken opzoeken en contacten leggen.

Wat is het meest inspirerende moment dat je afgelopen jaar met jouw leerlingen hebt meegemaakt?

Een aantal tieners uit ons Moving Talentplan (onderdeel van Moving Ground) hebben het aangedurfd om auditie te doen bij Jan Martens voor Futur Proche (nog tot en met 2023 te zien, ook in Nederland, red.). In het Moving Talentplan coachen we jongeren gedurende één uur om van hun dromen plannen met doelen te maken. Deze jongeren stonden met sportkledij tussen de perfecte ballerina's, maar lieten zich niet uit het lood slaan en gingen volle bak voor de auditie. Ze waren namelijk allemaal mega fan van Jan. Ze hebben elkaar gesteund en begonnen samen te werken: "Er moet minstens één iemand van ons door zijn!" 

Drie van hen kwamen door de eerste ronde. Twee raakten er tot ronde drie, en eentje zelfs tot ronde vier. Niemand haalde de eindselectie en elke ronde werd de teleurstelling groter, maar ze steunden elkaar door de teleurstelling heen. En het dromen van de selectie heeft hen wel extra gemotiveerd om door te zetten. Het bleef voor niemand bij die ene auditie. Ze bleven proberen en audities doen voor andere projecten. Voor kinderen die het doorgaans op hun eentje moeten doormaken, maakt zulke begeleiding van hun leeftijdsgenoten enorm veel verschil. Dat heeft mij enorm geraakt!

Waar haal jij jouw inspiratie voor nieuw lesmateriaal vandaan?

Voor lesmateriaal haal ik mijn inspiratie uit de noden van de groep, mijn eigen bagage en het nodige onderzoek. Ik werk ook graag samen met de dansers om niet aan cultural appropriation te doen.

De jongeren zetten zelf onderwerpen op de agenda en bepalen waar het over moet gaan. Vervolgens kijken we waar de meeste animo voor is. In de clubwerking (werkwijze van Moving Ground, red) hebben we zo iedere maand een ander thema. Dat kan een straf maatschappelijke thema zijn (racisme, klimaatverandering), maar kan ook gaan over luchtigere thematieken (theatraal eten in december). Het daagt ons als docenten enorm uit, want sommige dingen weten wij ook niet. 

Als choreograaf haal ik mijn inspiratie uit het werk met de jongeren en wat daaruit voort komt. Zo deed ik ooit een project over de Vlaamse identiteit. De input haalden we uit de dialoog met de stad, letterlijk de straat op gaan. We stelden de vraag: ‘Wanneer is iemand Vlaming?’ De reacties hierop waren van grote impact op onze dansers. Iemand met een multiculturele identiteit werd gemiddeld bestempeld als buitenlands, ook al waren ze hier geboren en getogen. 

Welke muziek gebruik jij in jouw danslessen? 

Ik gebruik vooral minimal techno, deephouse en afrobeat. Dat brengt mijn leerlingen het meest tot concentratie en rust. Als we meer energie nodig hebben, dan zetten we nederhop, tiktokmashups of feestmuziek uit de thuisculturen van de leerlingen op. Via ons Spotify profiel kun je inspiratie op doen. Zoals met de afspeellijst ClubMG Zomer 2021

Wat is de meest inspirerende dansvoorstelling die jij in de afgelopen twee jaar hebt gezien?

De try-out van Combination Theory van danscollectief ONAF. Het was de eerste voorstelling die ik kon zien na de lockdown en het was een heel vrolijke voorstelling. Die we wel buiten in de regen, met een mondmasker aan, en geïsoleerd van anderen moesten bekijken... Ik moest ervan huilen dat dansliefhebbers tot zulke omstandigheden gedwongen werden en er toch nog waren om van een hele leuke voorstelling te genieten. De dansers gingen ook tot het uiterste. 

Wat is jouw grootste droom om nog als dansdocent te verwezenlijken?

Ik heb al een aantal Europese projecten mee kunnen begeleiden en dat zou ik graag nog meer doen. Of misschien zelfs structureel in onze organisatie uitwerken. Dat zou alleszins enorm bijdragen aan het ontwikkelen van mondiaal en inclusief burgerschap. 

In een project dat ik in Berlijn deed, zag ik bijvoorbeeld hoe de Vlaamse jongeren die ik meenam besties werden met een groep uit Turkije. Ze deelden geen taal, maar raakten heel close in de dansworkshop. In een ander project werkten we een opera uit met jongeren uit Brussel, Antwerpen, Syrië, etc. rondom het thema Tales of Transformation. Ik gaf hier samen met een Duitse collega les in een setting waar niemand Engels sprak. Dit toonde mij opnieuw hoe podiumkunst culturele verschillen kan overstijgen.


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Maud Tielemans

Maud Tielemans is redacteur voor de rubriek ‘In de spotlight’. Ze studeerde danseducatie (BA) en kunsteducatie (MA) bij Codarts Rotterdam. Daarnaast studeerde ze kunst- en cultuurmanagement aan de Universiteit Gent. Tot haar opdrachtgevers behoren Codarts Rotterdam, de lerarenopleiding Karel de Grote in Antwerpen, Kunstacademie Halle, de Dutch Don't Dance Division en de Nederlandse Dansdagen. Ze is uitvinder van de DoeDoos 'OnweerDANSbaar'. En in 2023 publiceert ze haar eerste dansboek 'Zeppelin: inspiratiegids dansexpressie in het lager onderwijs'. Voor Dansdocent.nu gaat ze in gesprek met inspirerende dansdocenten uit Vlaanderen. Maud Tielemans was tevens redacteur ‘Werkplezier & Didactiek’ van 2019 tot 2021.