Ouderen willen ook dansen, nieuwe dingen leren en optreden
INTERNATIONAAL DANSONDERZOEK | Ouderen willen uitgedaagd worden in de dansles en zijn wars van bejaardengymnastiek. Dat blijkt uit onderzoek naar ‘dans en ouderen in de grootstedelijke context’ van het lectoraat Kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Dansonderzoeker Roos van Berkel vertelt over de inzichten die ze hebben opgedaan en dat je ouderen niet mag betuttelen. Wil je zelf ook lesgeven aan ouderen? Lees dan dit artikel voor didactische handvatten!
Daag mij maar uit!
Ik dacht vroeger altijd dat ik met jongeren zou werken, maar als pilatesdocent heb ik uitsluitend les gegeven aan volwassenen. Veelal dames van 40 tot 65 jaar, maar ook ouder dan dat. Al doende leerde ik aan deze doelgroep lesgeven. Niet dat ik mijn lessen minder uitdagend maakte voor hen, want o wee als zij dachten dat ik dat wel deed… dan kreeg ik dat te horen! Ik herinner me vooral één groep die echt wilde zweten en spierpijn hebben, anders hadden ze niet het gevoel dat ze iets hadden gedaan.
Deze ervaring lees ik terug in het onderzoeksrapport Daag mij maar uit! (2020) over ‘dans en ouderen in grootstedelijke context’. De voornaamste conclusie? Danslessen voor senioren (55-plus) wijken niet heel sterk af van danslessen voor andere groepen amateurs, zoals jongeren of volwassenen. De titel zegt het ook eigenlijk al: ouderen willen uitgedaagd worden. Ze beleven plezier aan het dansen zelf en willen nieuwe dingen leren, hun artistieke en technische vermogens vergroten en de resultaten daarvan tonen aan anderen.
Dit onderzoek is uitgevoerd door choreograaf en dansonderzoeker Roos van Berkel, onder begeleiding van Emiel Heijnen, lector Kunsteducatie aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Daarbij is gekeken naar wat ouderen motiveert om te dansen, hoe zij de dansles ervaren, en hoe dansdocenten deze lessen vormgeven en uitvoeren. Aan het onderzoek deden drie dansgroepen uit Amsterdam mee wiens lessen meerdere keren werden geobserveerd, onder andere door Roos. Tijdens ons gesprek vertelt ze me over haar motivatie:
Geen bejaardengymnastiek
Uit het onderzoek blijkt dat de oudere dansers wars zijn van ‘bejaardengymnastiek’. Ze willen niet alleen fysiek worden uitgedaagd worden, maar ook gestimuleerd op artistiek en sociaal vlak. Dat is opmerkelijk, want in de meeste wetenschappelijke literatuur wordt amateurdans voor ouderen juist belicht als een middel om lichamelijk en geestelijk gezond te blijven - zo staat in het rapport beschreven. Er wordt uitgelegd dat dit komt doordat in onze westerse cultuur dans wordt verbonden aan jonge, gezonde lichamen en oudere lichamen juist aan verlies en verval. Zodoende wordt dans (als sport) vaak ingezet om dit verval te vertragen.
Onderzoek naar kunstintrinsieke aspecten van dans voor ouderen is schaars, maar uit dit onderzoek blijkt dat die kunstintrinsieke aspecten wel degelijk een rol spelen in de motivatie om te dansen. De ouderen die meededen aan dit onderzoek wilden over dans leren en nieuwe dingen uitproberen. Ja, het op peil houden van hun conditie motiveerde hen om te dansen, maar óók het leren van danstechniek en het repeteren voor optredens. Daarbij stelden de docenten vaak hoge eisen aan de oudere dansers door hen regelmatig te corrigeren of een vlot lestempo te hanteren. Roos vertelt:
Kleurrijke vergrijzing
Omdat de Nederlandse bevolking niet alleen vergrijst maar ook verkleurt, was een criterium dat de drie dansgroepen die de onderzoekers zouden bestuderen een cultureel diverse samenstelling hadden. Dit sluit aan bij de visie van de opleiding Docent Dans van de AHK, dat het onderzoek initieerde en waarvan docenten in het onderzoek participeerden. Het transculturele perspectief van deze opleiding gaat uit van een lespraktijk waar mensen met verschillende culturele achtergronden samenkomen en gaandeweg, samen met de docent, hun eigen dansvormen ontwikkelen. De opleiding heeft voor deze visie gekozen omdat het dans toegankelijk wil maken voor iedereen, ongeacht culturele achtergrond (Grootens & Verstegen, 2019).
Maar... het vinden van multiculturele dansgroepen voor ouderen bleek moeilijker dan verwacht! Toen mede-onderzoeker Damar Lamers ging verkennen welke dansgroepen voor ouderen er allemaal in Amsterdam waren, ontdekte ze dat er weliswaar dansgroepen in allerlei verschillende dansstijlen zijn, maar dat de groepen zelf overwegend monocultureel zijn. De realiteit lijkt dus (nog) niet aan de sluiten op het ideaalbeeld waar de opleiding Docent Dans van uitgaat en naar streeft. Al heeft dat ook met de aard van dit onderzoek te maken:
Uiteindelijk werden er drie dansgroepen uit Amsterdam geselecteerd die qua culturele context en dansstijl sterk van elkaar verschilden: Dance Connects (moderne dans), Salsa Sociál (salsa, merengue, bachata) en Trinitaria (Afro-Caribische dans). Het onderzoeksteam was eveneens cultureel divers. De dataverzameling werd - onder supervisie van Roos van Berkel (Nederlands) - uitgevoerd door: Jimat Pelupessy (Nederlands/Indonesisch), Damar Lamers (Nederlands/Indonesisch/Chinees) en Nita Liem (Chinees/Indonesisch). Zij namen een enquête af bij de deelnemers, observeerden ieder drie danslessen van één van de dansgroepen, en interviewden de deelnemers en docenten.
Aan de hand van deze interviews en vragenlijsten kwamen de onderzoekers tot een andere interessante ontdekking: hun verwachting dat niet-westerse deelnemers tijdens de opvoeding wellicht meer met dans en muziek in aanraking waren gekomen bleek niet helemaal te kloppen. Een groot deel van de deelnemers kwam al vroeg met dans en muziek in aanraking, maar er is wel een verschil in hoe die kennis is opgedaan. De deelnemers van Salsa Sociál en Trinitaria kwamen voornamelijk informeel in aanraking met muziek en dans en hadden dit van thuis uit meegekregen. Ze gaven aan dat het leren meevoelen met het ritme belangrijker was dan het leren van de pasjes. Daartegenover staan deelnemers die dans hebben geleerd door ‘op les te gaan’ met stijldansen en ballet.
Didactische handvatten
Helaas kunnen ouderen met interesse in dans nog niet overal terecht. Het aanbod van danslessen voor 60-plussers groeit, maar is toch nog steeds beperkt. Daarom is ook gekeken naar hoe de dansdocenten van Salsa Sociál, Trinitaria en Dance Connects hun lessen vormgeven, in de hoop dat hieruit didactische handvatten naar voren zouden komen, zodat in de toekomst meer docenten danslessen voor ouderen zullen organiseren.
Maar wat blijkt nu? Geen van de drie dansdocenten was opgeleid om les te geven aan ouderen of cultureel diverse groepen. Die vaardigheden hebben zij in de praktijk ontwikkeld. Toch zijn uit hun lessen enkele richtlijnen af te leiden, waaronder:
Inhoudelijk verschillen de danslessen voor ouderen niet enorm veel van andere danslessen. Voor de meeste dansdocenten zal het daarom geen grote aanpassing vragen om ook aan ouderen les te geven. Stimuleer ze op artistiek vlak, maak gebruik van improvisatieopdrachten, en werk eventueel ook met ze naar een optreden toe.
Wel valt op dat er bij de danslessen voor ouderen veel ruimte is voor sociale interactie en dat de deelnemers elkaar voor, na, én tijdens de les willen spreken. Bijvoorbeeld met een korte theepauze om de les te splitsen. Naast de intrinsieke motivatie (dansplezier) speelt ook extrinsieke motivatie (sociale contacten) dus een grote rol. Daar moet je als dansdocent voor ouderen rekening mee houden!
Daarnaast baseren de docenten hun didactiek eerder op het ervaren van een pulse of groove dan op de ‘typisch westerse’ telling van muziek. In de muziekkeuze ligt de focus ook op een duidelijk ritme (een aanpak die overigens goed past bij de ritmisch-dynamische benadering van de opleiding Docent Dans en hun transculturele visie).
De lessen van de drie dansgroepen vinden plaats in een buurtcentrum, een plek waar sowieso veel ouderen komen. Al wisten verrassend veel deelnemers deze danslessen te vinden via een gerichte zoekactie op het internet. Deze generatie ouderen is dus niet digibeet!
Maak er een feestje van!
Het lijkt een gemiste kans voor veel dansstudio’s dat er zo weinig aanbod voor ouderen is. Sommigen zijn echt op zoek naar een dansles om hun agenda te vullen en nieuwe mensen te leren kennen. Bovendien kunnen ouderen vaak ook overdag dansen, wanneer dansstudio’s meestal leeg en onbenut zijn. Toch valt op dat de drie danslessen uit dit onderzoek allemaal in buurtcentra plaatsvinden, én dat het ‘dansles nemen’ in niet-westerse culturen niet gebruikelijk is. Voor veel mensen is dansen een sociale aangelegenheid, iets dat je doet op feestjes.
Wie in de eigen dansstudio les wil geven aan ouderen, loopt zo het risico een hele homogene groep deelnemers binnen te halen. Dat is niet per se erg natuurlijk, maar wie ook ouderen met een niet-westerse achtergrond wil bereiken zal creatief moeten worden. Dit is ook wat Damar Lamers het meest is bijgebleven van het onderzoek: “Eerst dacht ik: hoe haal ik deze ouderen naar de dansstudio toe? Nu denk ik: moet ik nog wel denken in termen van lessen? Moeten we misschien in de keuken gaan dansen? Of op een feestje? Op welke andere manieren kan ik danseducatie vormgeven?”
Maak er dus een feestje van, bij jou of iemand anders! Haak aan op de behoefte aan nieuwe sociale contacten om nog meer ouderen bij de danskunst te betrekken. En als je dan samen aan het dansen bent, vergeet dan niet de ouderen uit te dagen door ze nieuwe dingen te leren. Of ontdek wat jullie elkaar kunnen leren. Deel jullie ervaringen! Net zoals op een feestje.
Bronnen
Grootens, F. & Verstegen, I. A. (2019). Ritme is dynamiek: de ritmisch-dynamische benadering van transculturele dans in het primair onderwijs. Amsterdam, Nederland: Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
Van Berkel, R. & Heijnen, E. (2020). Daag mij maar uit! Dans en ouderen in grootstedelijke context. Amsterdam, Nederland: Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
Dit artikel wordt mede mogelijk gemaakt door het lectoraat Kunsteducatie van de AHK.
INTERNATIONAAL DANSONDERZOEK
In de rubriek ‘Internationaal Dansonderzoek’ scheiden we fabels van feiten. We nemen een kijkje in de wereld van danswetenschap en gaan in gesprek met de onderzoekers over hun bevindingen: Waarom hebben ze dit onderzoek gedaan? Wat hebben zij ontdekt? En wat hebben dansers of dansdocenten aan die inzichten? Zo zorgen wij ervoor dat de meest relevante danswetenschappelijke kennis het werkveld daadwerkelijk bereikt.