In de spotlight: danseres en studiebol Amira al Rawi

Fotograaf: Fatima

INTERVIEW | Amira al Rawi (25 jaar) is een ambitieuze alleskunner uit Rotterdam. Enerzijds is ze een jonge autodidactische danser en maker met een specialisatie in straatstijlen. Anderzijds heeft ze een liefde voor theorie en begint ze binnenkort aan de master Arts, Culture and Society - alweer haar vierde studie! Als docent biedt ze begeleiding op maat aan kinderen die daarom vragen. Daarnaast is het haar ambitie om in cultuurbeleid te werken. Laat je inspireren door Amira!

Hoe oud was jij toen je je eerste danspassen zette?

Voor mij is dans begonnen toen ik 9 jaar was. Dat jaar overleed mijn moeder en kwam ik bij mijn tante en oma te wonen in Delft. Als kind vond ik het heel moeilijk om te begrijpen wat de dood was. Het idee dat iemand nooit meer terugkomt, daar snapte ik niks van! En ik had ook niet het vocabulaire om woorden te geven aan mijn gevoel. Ik was toen heel verdrietig, somber en stil. Totdat een buurmeisje zei: “Ik ga naar dansles, wil je mee?” Toen ben ik meegegaan en ontdekte ik wat dans met mij deed: hoe alle gedachtes die ik had en die ik niet wist te formuleren in woorden, ik wel wist te formuleren in dans.

Na die les ben ik begonnen zelf te dansen. Eerst op mijn kamer, later in de publieke ruimte. Bij mij om de hoek was een ziekenhuis en na sluitingstijd ging ik naar het dakterras om daar te dansen. Er was daar op het dak een vergaderruimte met van die donkere reflecterende ramen, die gebruikte ik als mijn spiegels. Dat ik daar danste was natuurlijk helemaal niet de bedoeling, dus op een gegeven moment kwam er ook een slot op (lacht hardop), maar zo ben ik wel begonnen. Daarna danste ik na schooltijd en maakte ik dansgroepjes met vriendinnen en trad ik met hen op.

Nadia is de naam van de moeder die Amira abrupt kwijt is geraakt. Deze intieme voorstelling toont de spanning van de verschillende fases van rouwverwerking. In reconstructie van de herinnering, vinden we balans terug. Dat wat hoopvol, veilig en vertrouwd is. 

Waarom ben je danslessen gaan geven?

Ik groeide op in een achterstandswijk waar veel werd bezuinigd op activiteiten. Ik ben ook nooit echt op dansles gegaan, want het geld was er niet voor. Dus ben ik vanaf mijn elfde zelf voor andere meiden activiteiten gaan organiseren, met behulp van lokale organisaties. Vanaf mijn dertiende ging ik bij een entertainmentbedrijf werken, eerst achter de schermen, later ook als dansdocent. Het was zo gaaf om mee te kijken met al die kunstenaars en dansers… Ik wilde er gewoon niet meer weg! 

Toen ik jong was had ik dus al oog voor de maatschappij, de buurt waarin ik leefde en de problematiek die er speelde. Daarom ben ik in 2013, toen ik 16 jaar was, de studie Pedagogisch werker gaan doen, met een specialisatie in de jeugdzorg. Daarna kon ik in het speciaal basisonderwijs aan de slag en werkte ik met kinderen met een rugzakje: met doven en slechthorenden, kinderen met een beperking, maar ook kinderen met een Autisme Spectrum Stoornis (ASS) of ADHD. Toen ik merkte dat er weinig dansdocenten zijn die in het speciaal onderwijs gespecialiseerd zijn, ben ik daar zelf danslessen gaan geven. 

Waar werk jij aan in jouw danslessen? 

In die tijd dat ik mijn mbo studie deed trainde ik veel met b-boys op straat. Daarin deed ik vaardigheden op zoals zelfpresentatie, ruimte durven innemen, je mening geven, enzovoort. Deze zijn onmisbaar in de ontwikkelingstaken van kinderen. Ik vond het daarom leuk om mijn lesgeef- en dansskills en ervaringen uit de breaking cultuur te combineren om de ontwikkeling van deze kinderen te stimuleren. Zowel in het regulier als speciaal onderwijs.

Bij kinderen merk ik namelijk vaak problematiek in de danslessen, zoals leerlingen die buiten de groep vallen en de les verstoren, maar die niet kunnen verwoorden waarom ze dat doen. Zulke kinderen worden vaak door docenten als ‘vervelende kinderen’ of ‘moeilijke leerlingen’ weggecijferd of zelfs uit de les gezet. Maar door mijn achtergrond - de achterstandswijk waarin ik opgroeide en studie tot pedagogisch medewerker - kan ik signaleren waar dat gedrag vandaan komt. Vaak heeft het te maken met een slecht zelfbeeld, dat voortkomt uit  hun opvoeding of negatieve boodschappen uit de maatschappij. Kinderen snappen en zien veel meer dan zij kunnen uitspreken! 

Tijdens een dansles let ik daarom extra op deze leerlingen, zodat ik op hen kan inspelen en hen toch bij de dansles kan betrekken. Tenzij ze dans écht niet leuk vinden. Dat kan ook en dat is ook prima. Misschien is het ook maar goed dat ik geen kunstvakopleiding heb gedaan, want daardoor staat het welzijn van de leerling in mijn danslessen echt centraal, en niet per se de dans. 

Wat betekent dans voor jou?

De danslessen die ik heb gegeven in het speciaal onderwijs lieten mij zien hoe de tekortkomingen van de zorg - of de politiek - wordt aangevuld door kunst. Wanneer kinderen niet de begeleiding vanuit overheidsinstanties krijgen die ze nodig hebben en het gevoel hebben dat ze niet gezien worden, zich niet speciaal genoeg of zelfs geanonimiseerd voelen door de maatschappij waarin we leven… Dat verhelp je met dans! In mijn danslessen voelen ze zich wél speciaal en gezien. 

Door de vorm waarin ik lesgeef, met veel vrijheid en zonder vaste choreografie, geef ik ze ruimte voor zelfexpressie en laat ik hen zien dat hun eigen ‘signatuur’ essentieel is. Ik werk thematisch, geef ze veel ruimte voor eigen invulling, en laat ze spelen met danstaal en wat dat voor hen betekent. Iedere les is daardoor heel anders, maar ik focus er altijd op dat ik ze erkenning geef voor wat ze in de les doen. Authenticiteit is voor mij een hele belangrijke waarde. 

Wat is jouw signatuur?

Mijn signatuur is ‘aRawi’, een opbouw van verschillende kunstdisciplines. ‘Rawi’ betekent ook ‘verhalenverteller’ - en toevallig klinkt dat als mijn achternaam! De Rawi is dus niet de persoon die het verhaal verzint, maar het doorvertelt. En dat is wat ik doe: ik vertel door wat ik zie in de maatschappij. Mijn interesse gaat dan met name uit naar onderwerpen waar een taboe op ligt, omdat ik deze onderwerpen bespreekbaar wil maken. Die kwetsbare verhalen vertel ik met veel emotie en ik denk dat mijn werk andere mensen daarom zo aanspreekt. Want die herkenbare emoties maken dat mensen zich erkend en gezien voelen. 

Het is trouwens voor mij heel belangrijk dat mijn dans altijd geïmproviseerd is. Soms bedenk ik wel een structuur, maar ik laat me leiden door de energie van het moment. Wanneer je een verhaal in woorden vertelt, gebruik je ook steeds net andere woorden afhankelijk van dat moment. Dat doe ik ook met mijn bewegingen, geïnspireerd door mijn achtergrond in straatstijlen, waaronder breaking, vogueing en waacking. En ik laat me ook door mijn lichaam vertellen wat ik denk. Dat maakt optreden voor mij spannend en interessant, want tijdens het dansen leer ik mijzelf beter kennen. Net zoals wanneer je in een cypher stapt: het is een momentopname. 

Je coacht nu ook andere dansdocenten in het creëren van een veilige leeromgeving. Wat leer je hen?

Ik geef inderdaad ook les aan andere dansprofessionals. Bijvoorbeeld bij Willem de Kooning Academie in Rotterdam en bij Codarts Rotterdam. Of ik werk met makers die mij zelf benaderen voor een coachingstraject. Wat ik bij hen merk is dat ze zich vaak een beetje verdwaald voelen in de danswereld. Er is gewoon heel veel en het niveau in Nederland is ook héél hoog! Daarom willen ze nog wel eens hun eigen signatuur kwijtraken, of het contact met hun eigen gevoel. Dus wat ik dan probeer te doen is met een warme en liefdevolle benadering dát te gaan ontdekken: wie ben jij, waar sta jij voor, hoe kan je dat vertalen naar een doelgroep, wat is de beste manier om dat te doen, en welke stappen zijn daarvoor nodig? De essentie van mijn boodschap is altijd: jij bent bijzonder en speciaal als artiest, dus hoe bescherm je dat, en hoe breng je dat over?

Betreft het lesgeven werken we veel aan het creëren van een veilige leeromgeving. Ik houd me bijvoorbeeld ook veel bezig met diversiteit en inclusie in de cultuursector, vanuit  cultuurbeleid en ook als maker. Eén van de dingen waar ik op hamer is het realiseren dat jouw wereldbeeld alleen jouw perspectief is. Er zijn meer perspectieven en meer visies, meer kennis, meer …  waar je niks van af weet of die je negeert. Voor mij betekent divers en inclusief zijn daar bewust van te zijn en dat uit te spreken. Zo van: ‘Dit is mijn perspectief, zus en zo, hoe denk jij erover?’ Ik wil dat mensen altijd nieuwsgierig blijven naar hun gesprekspartner zodat ze elkaar leren begrijpen. 

Je begint binnenkort aan je vierde studie. Wat zijn je ambities?

Ondanks dat ik uit een familie kom waarin iedereen hoogopgeleid is - mijn moeder was arts en mijn tante is psychiater - dacht ik aanvankelijk dat studeren niks voor mij zou zijn. Ik zag mijzelf als pedagogisch werker en dansdocent. Ik heb ook een tijd in armoede geleefd en had geen ouders meer, dus ik voelde altijd dat ik hard moest werken, want ik wist: er is geen financieel vangnet voor mij. Maar steeds meer ben ik educatie juist gaan zien als een weg uit die situatie en een groei in rijkdom: rijkdom aan kennis.  

Ik wilde in eerste instantie vooral een betere woordenschat zodat ik beter uitdrukking zou kunnen geven aan mijn gedachtes en gevoelens. Vooral bij het behandelen van maatschappelijke vraagstukken. Gelukkig kwam ik tijdens de studie Leisure & Event Management erachter dat ik óók goed ben in theorie en dat ik snel leer. Ik heb ADHD en viel eerder nog wel eens buiten het onderwijssysteem, maar ineens ontdekte dat ik wel degelijk goed kan lezen, schrijven en snel kan schakelen - zolang ik dat maar doe in combinatie met dans en mijn makerschap. Ik zag in hoe al mijn kennis en ervaringen elkaar complementeren, en wilde daardoor nog verder studeren. 

Dus toen ben ik ook nog naar de Erasmus Universiteit Rotterdam gegaan om de International Bachelor Arts and Culture Studies te doen, en dit najaar begin ik aan de master Arts, Culture & Society. Ik vind sociologie heel interessant en wil wil weten hoe de maatschappij cultuur beïnvloedt en vice versa. En met deze studies kan ik in cultuurbeleid gaan werken. Ik heb al stage gelopen bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met een focus op diversiteit en inclusie, was afgelopen jaar projectleider bij Maas Theater en Dans, en sinds kort werk ik als programma adviseur voor het Fonds Cultuurparticipatie.

Welke tip wil je aan onze lezers meegeven?

Wees brutaal. En zoek buiten de traditionele kaders om wat je écht inspireert. Mijn verhaal lijkt een succesverhaal, maar zo makkelijk is het allemaal niet geweest. Ik heb ook docenten gehad die zeiden dat ik er nooit zou komen met mijn mentaliteit. En qua dansstijl viel ik vaak buiten alle hokjes. Ik heb er veel moeite voor moeten doen om anderen te overtuigen. De deuren stonden niet voor mij open en zijn nooit open gegaan. Ik heb mijn eigen deuren gebouwd. 

Wanneer mensen mij eenmaal hebben gesproken of zien dansen, zijn ze vaak snel overtuigd. Maar om met zulke sleutelfiguren in contact te komen heb ik echt vol moeten houden en brutaal moeten zijn. Bijvoorbeeld door tegen iemands assistent te bluffen dat ik een afspraak met die persoon had terwijl dat niet zo was. Gelukkig ben ik niet bang om afgewezen te worden of op mijn bek te gaan terwijl ik het zelf allemaal aan het uitvogelen ben. Ik ben door mijn achtergrond al lang gewend aan het gevoel dat ik afgewezen word door de maatschappij, dus dat slaat mij niet uit het veld.

Waar ik mijn doorzettingsvermogen vandaan haal? Ik denk dat ik me heel bewust ben van de kennis en de vaardigheden die ik heb en hoeveel ik daarmee kan betekenen voor anderen. Als kind had ik iemand zoals ik erg nodig gehad, iemand die me aanmoedigt. Die persoon ben ik zelf geworden, en wil ik voor anderen zijn. Zodra ik iemand hoor twijfelen over mijn kunnen hoor ik een stem in mijn hoofd die zegt: “Je gelooft niet in mij? Wacht maar! Je zult het vanzelf zien.” 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Tijdens haar bachelor aan University College Utrecht studeerde ze theaterwetenschappen, kunstgeschiedenis en psychologie. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te inspireren. Naast het aansturen van de andere redacteuren, is ze verantwoordelijk voor de rubrieken ‘Bijscholing & Omscholing’ en ‘Internationaal Dansonderzoek’.