Creatief met elastiek 2: Kinderen dansen als een elastiek dat door de lucht schiet
Alle illustraties in dit lesplan zijn gemaakt door Merel Caminada
MUZIEK & LESMATERIAAL | In dit lesplan van Merel Caminada gaan je leerlingen (6-9 jaar) weer aan de slag met elastiek. Dit keer werk je aan hun reactiesnelheid door hen te laten dansen als een elastiek dat door de lucht schiet. Je onderzoekt zo samen hoe je de knop in je hoofd kunt omschakelen om je lichaam direct te laten reageren. Dit ervaren ze als bevrijdend! Dit lesplan is het tweede in een reeks, maar kan ook als losse les worden gebruikt.
ELASTIEK
“YES!” Dat is wat de kinderen riepen toen ik als voorbeeld een groot elastiek wegschoot en er zelf al net zo explosief achteraan danste. Met name de jongens werden meteen superfanatiek en dansten vervolgens nog creatiever dan tijdens de vorige opdracht. Ze stonden AAN! Iedereen wilde namelijk zo hoog mogelijk het elastiek wegschieten en deze dan ook gelijk achterna dansen. Maar af en toe gebeurde het ook dat het elastiek juist per ongeluk naar achter schoot of maar een paar centimeter naar voren. Dan daagde ik de leerlingen uit met de vraag: kun je ook dat nadansen?
Deze dansles is echt een lachen, gieren, brullen les, al zeg ik het zelf. Waarbij de leerlingen veel ontdekken en hun enthousiasme wordt geactiveerd. Deze dansles is de tweede uit een lessenreeks van drie lessen, waarbij elke dansles gebaseerd is op een beweging die het elastiek doormaakt tijdens het wegschieten. Tijdens les 1 werd het op spanning brengen van het elastiek onderzocht. In les 2, die ik hier deel, gaat het om de snelheid die het elastiek maakt als deze door de lucht vliegt. En bij les 3 gaat het om de ontspanning als het elastiek weer op de grond ligt.
Ik gebruik in deze dansles verschillende soorten werkvormen. Zoals over een parcours springen, samenwerken in duo’s en het wegschieten van je elastiek in een georganiseerde opstelling. Daardoor ontdekken de kinderen andere werkvormen dan zij gewend zijn in andere danslessen (zoals de oversteek, vrij door de zaal of over de diagonaal). Ze weten bij deze nieuwe opstellingen niet wat komen gaat, waardoor het een extra verrassingselement toevoegt aan deze les. Dat houdt hun aandacht scherp!
LES 2: SNELHEID
In deze tweede les over snelheid werken we aan reactiesnelheid, explosiviteit (wegschieten) en sprongen. Je neemt je leerlingen mee in een onderzoek naar hoe je vanuit spanning (in het explosiemoment) kan overgaan naar ontspanning - zowel in het elastiek als in je spieren. De nadruk ligt in deze les op de ontspanning die nodig is voor explosiviteit. Oftewel: de suspension gevolgd door een release die je een snelle start geeft, waarna je direct weer spierspanning toevoegt om de snelle bewegingskwaliteit vol te houden. In les 3 van deze reeks ligt de nadruk op de ontspanning als een lichte bewegingskwaliteit, en blijf je dus langer in de ontspannen staat.
De leerlingen gaan in deze les dus ontdekken hoe je plots je spieren kan ontspannen, gewrichten kunt deblokkeren en de zwaartekracht kunt toelaten zodat je het momentum van snelheid kan behalen. Die termen zijn voor kinderen moeilijk te begrijpen, maar doordat zij de spanning, snelheid en ontspanning in het elastiek kunnen observeren, hoef je dit niet zo diepgaand in woorden uit te leggen om hen toch deze complexe dynamische acties te laten begrijpen en vervolgens voelen in hun lichaam. Wat het extra spannend maakt voor de kinderen is het element van verrassing: hoe kun je plots in beweging komen zonder dat je publiek dit aan ziet komen?
Benodigdheden
Tricots (1 per leerling) in vier verschillende kleuren: Voor deze lessenreeks heb ik gekozen om niet met echte elastieken te werken omdat die plakken, stroef zijn en minder makkelijk uitwasbaar. Om wel het gevoel van elastiek te ervaren heb ik gekozen voor de stof tricot. Deze stof is namelijk rekbaar en kan je wassen na het gebruik in de danslessen. De stof heb ik in vier verschillende kleuren gekocht en in slierten geknipt van 130 cm lang en 11 cm breed. Ik werk bewust met een groot elastiek zodat het hele lichaam in beweging moet komen. De verschillende kleuren geven niet alleen een vrolijk beeld, maar helpen ook met het maken van groepjes.
Danstechnische doelen
De kinderen kunnen aan het einde van de les vanuit suspension schakelen naar release. Oftewel, vanuit hoge spierspanning plots loslaten, resulterend in snelle bewegingen naar de grond toe of verplaatsend door de ruimte.
De kinderen kunnen aan het einde van de les de vijf soorten sprongen opnoemen (van twee benen naar twee benen, van twee benen naar één been springen, van één been naar twee benen springen, van één been naar hetzelfde been springen, van één been naar het andere been springen).
EN/OF De kinderen kunnen aan het einde van de les het verschil laten zien met hun lichaam tussen de vijf soorten sprongen (van twee benen naar twee benen, van twee benen naar één been springen, van één been naar twee benen springen, van één been naar hetzelfde been springen, van één been naar het andere been springen).
Affectief doel (gevoel/belevingswereld)
De kinderen kunnen aan het einde van de les het ‘explosiemoment’ voelen en demonstreren vanuit gespannen spieren naar plotse ontspanning in het lichaam.
Sociaal doel
De kinderen kunnen aan het einde van de les met hun lichaam door een opening heen dansen die wordt gevormd door het lichaam van hun maatje. Die samenwerking verloopt zonder te praten.
1 | WARMING UP
♫ Turn left - Ziggy Funk
♫ Police Cruise - David Schwarz
Je hebt per elastiek de twee uiteinden aan elkaar geknoopt, zodat elk elastiek rond/dicht is (zoals bij een haarelastiek). Elk elastiek leg je als een cirkel neer in de kring. De kinderen mogen elk in een elastiek komen staan. Je doet een follow the leader warming up. In de bewegingen wordt aan het volgende aandacht besteed.
A. Speel tussen de langzame en snelle bewegingen
1. Op en afrollen
2. Adem in, pak je elastiek op en breng je armen via zij omhoog, adem uit breng je armen via zij naar beneden en je elastiek ook. Wanneer je je armen omhoog beweegt komt het elastiek op rek te staan en voel je weerstand.
3. Rol af of duik naar een plank, hou je voeten in het elastiek en zwaai om en om met rechter- en linkerhand naar elkaar goedemorgen/goede middag
4. Cirkels met het hoofd
5. Cirkels met de schouders
6. Cirkels met de polsen boven het hoofd 4 tellen, cirkels met de polsen beneden voor je heupen 4 tellen
7. Borstcrawl vooruit 8 tellen en raak de grond aan voor je elastiek. Borstcrawl achteruit 8 tellen en raak de grond aan achter het elastiek.
8. Til één been zo hoog mogelijk om deze buiten de cirkel te plaatsen, vervolgens is het andere been aan de beurt zodat je in een brede positie staat. Vervolgens doe je hetzelfde om weer in het elastiek uit te komen.
9. Stap 4 stappen naar voren met je knie opgetrokken via zij naar voren (passé uitgedraaid naar parallel) + vier stappen terug in je elastiek
10. Schud met de armen in en uit: 4x voor, 4x hoog, 4x laag, 4x opzij
11. Rennen op de plek in je elastiek 8 tellen, 8 tellen freeze
12. Spring links van je elastiek, spring rechts van je elastiek , spring in een open positie over je elastiek en spring dicht in het elastiek
13. Spring vanaf twee benen naar links van je elastiek, land daarbij op alleen je linkerbeen. Hop nog een keer op het linkerbeen naast het elastiek. Spring vervolgens over het elastiek heen en land op rechts. Armen kunnen meedoen als een roeiboot.
14. Spring open, kruis je benen in het elastiek, draai
15. Je doet met de kinderen een kleine follow the leader exploratie met het elastiek op de plek. Hierin ga je onderzoeken hoe je grote en kleine gaten kan creëren met het elastiek. Je eindigt met het elastiek op de grond in de vorm van een cirkel waarin je staat.
B. Canon/wave in de kring. Jij begint met een beweging en geeft deze door aan het kind naast je. Vervolgens geeft deze de beweging door naast diegene. Dit doe je tot de beweging weer terug is bij jou om vervolgens de volgende beweging te initiëren.
1. Spring omhoog
2. Spring links, rechts en het midden van van het elastiek
3. Spring open, kruis je benen, draai
4. Een kind het zelf laten bedenken
5. Als het heel erg goed gaat kan je de canon op twee plekken tegelijk met twee verschillende bewegingen tegelijk laten starten.
Overgang: Je eindigt de canon met een beweging die op de grond eindigt, zodat de kinderen zitten. Hierbij zitten de billen in het elastiek.
2 | DOOR HET GAT DUIKEN
♫ Books - Chapelier Fou
♫ Flutterings - Laurent Dury
♫ Prélude du Bal des Haftan - Renaud Garcia-Fons
♫ Cherry Pink Apple Blossom White - Edmundo Ros
A. Deze oefening is een variatie op de stopdans. De kinderen dansen met verschillende dansopdrachten door de zaal. Als de docent in diens handen klapt maakt iedereen een standbeeld waarbij het elastiek een groot gespannen opening/gat maakt. Zie de afbeelding hieronder. Dit onderdeel doe je niet te lang. Het gaat erom dat ze op creatieve manieren gaten/openingen kunnen maken met het elastiek. Als ze dit onder de knie hebben ga je door naar het volgende onderdeel.
De dansopdrachten tussen de standbeelden door kunnen zijn:
1. Laat het elastiek snelle bewegingen maken
2. Laat het elastiek langzame bewegingen maken
3. Laat het elastiek bouncen
4. Houd elastiek op spanning
5. Laat het elastiek alleen in de bovenlaag van de ruimte dansen
6. Laat het elastiek alleen in de benedenlaag van de ruimte dansen
7. Ideeën van de kinderen vragen
B. Je klapt weer in je handen en de kinderen maken een standbeeld. Vervolgens zet je de muziek uit laat je de kinderen smelten naar de grond zodat ze zitten.
C. Je vraagt een van de kinderen om je te helpen als voorbeeld. Je legt de volgende dansopdracht uit door middel van een inspirerend dansvoorbeeld van jezelf en je hulpje: je danst door de ruimte met je hulpje en wanneer je in je handen klapt maken jullie beiden een standbeeld met je elastiek met een gat/opening. Vervolgens benoem je de kleur van jouw elastiek. Je laat jouw standbeeld los, en kruipt door het gat heen dat je hulpje heeft gemaakt zonder dit aan te raken. Vervolgens kruip je in elkaar: als een elastiek dat losschiet maak je jezelf zo klein mogelijk en zakt naar de grond. Stuur je hulpje aan om tegelijk met jou ook in elkaar te zakken. Het idee van in elkaar duiken komt vanuit het elastiek oprekken en één kant loslaten - dit kun je voordoen met het elastiek ter inspiratie.
Nu gaat iedereen het voorbeeld dat ze net hebben gezien, nadoen. Iedereen danst tegelijk door de ruimte, en maakt tegelijkertijd het standbeeld wanneer de docent in diens handen klapt. Deze keer noem je als docent twee kleuren van de elastieken op (want je hebt vier kleuren elastieken). De leerlingen wiens kleur wordt opgenoemd mogen iemand gaan zoeken die nog steeds een standbeeld is (dus wiens kleur niet is genoemd). De vrije leerlingen dansen door het gat van hun standbeeld heen en vervolgens zakken beide leerlingen (danser en standbeeld) in elkaar. Als alle kinderen op de grond liggen mag iedereen weer opnieuw door de ruimte dansen met een nieuwe dansopdracht totdat jij opnieuw in je handen klapt.
Overgang: Je eindigt de oefening waarbij alle kinderen op de grond liggen.
3 | CATAPULT
Je laat de kinderen in een groot vierkant zitten, georganiseerd op kleur (alle rode elastieken aan één zijde, alle blauwe aan de andere zijde, etc.). Laat de kinderen hun elastiek voor zich neerleggen, zodat de elastieken de zijde van het vierkant markeren. Als de gymzaal lijnen heeft kan je deze gebruiken bij het maken van het vierkant. Zo weten de kinderen ook sneller waar ze terug mogen gaan staan.
Je geeft als docent ALS ENIGE een fysiek dansvoorbeeld om deze opdracht uit te leggen. Hierbij is het belangrijk dat je duidelijk en gekaderd de opdracht uitlegt, anders gaan de leerlingen in hun ongecontroleerde enthousiasme direct de elastieken op elkaar afvuren. Benadruk voordat je start dat ze eerst alleen mogen kijken naar jou.
Je staat als docent op een lijn van het vierkant en schiet je elastiek naar het midden van het vierkant (ik raad je aan om thuis eerst even je skills van vroeger weer te oefenen). Het is belangrijk om hierbij omhoog te richten zodat je geen ander kind raakt! Vervolgens dans je supersnel naar je elastiek toe. Het is de bedoeling dat de reactietijd tussen het wegschieten van het elastiek en het beginnen te dansen zo kort mogelijk is. Je lichaam wordt dus weggeschoten als het elastiek. Daarna raap je je elastiek op en dans je er op je eigen manier mee terug naar je plek.
Het organisatorische gedeelte van deze opdracht is belangrijk om chaos te voorkomen. Alle kinderen mogen tegelijk klaar komen staan met hun elastiek op spanning. Deze mogen ze echter nog niet schieten! Als heel hun lijn/kleur klaar staat, gespannen om hun elastiek weg te schieten, wijst de docent de zijde van het vierkant aan die mag schieten. Let op: je moet alleen de lijn aanwijzen als iedereen echt klaar staat! Dit zorgt ervoor dat alle kinderen supergoed klaar gaan staan en niet per ongeluk alvast schieten, hun elastiek slap laten hangen of niet opletten. Want eerlijk: wie wilt er nou niet een elastiek wegschieten?! De andere drie lijnen blijven natuurlijk stilstaan. Je probeert er als docent vaart in te houden zodat elke lijn lekker snel van start kan en het enthousiasme niet inzakt of omslaat tot onrust.
Overgang: Je laat de kinderen zitten en hun elastiek neerleggen op hun plek zoals het plaatje hieronder. Eén groep levert hun elastieken in. Als alle elastieken goed liggen mogen alle kinderen een rij maken achter de dikke pijl zoals op het plaatje staat bij de volgende oefening.
4 | Springbaan
♫ Hora Din Mahala - Mahala Rai Banda
♫ Okoh - African Rhythm Messengers
A. De kinderen gaan in tweetallen om de beurt over de elastieken in het vierkant heen springen. Ze mogen vertrekken als het kind voor hen over het vierde elastiek is gesprongen. Hierbij geef je verschillende voorbeelden (door te zeggen én voor te doen) van de vijf soorten sprongen die er bestaan:
1. Van twee benen naar twee benen
2. Van twee benen naar één been springen
3. Van één been naar twee benen springen
4. Van één been naar hetzelfde been springen
5. Van één been naar het andere been springen
B. Als de kinderen dit onder de knie hebben. Leg je de overige elastieken neer zoals het plaatje hieronder. Je splitst de rij in het midden en laat de helft van de kinderen met hun neus de tegenovergestelde kant op staan. Leg de oefening uit: De kinderen gaan nu aan beide kanten tegelijk van de elastieken van start met een van de hierboven genoemde sprongen. Als ze elkaar in het midden tegen komen staan ze tegenover elkaar en doen ze tegelijk een zijwaartse chassé over de lichtblauwe elastieken heen, gevolgd door een high ten na elke chassé. Dit doen ze tot dat ze beiden weer in een van de twee rijen staan. Om aan te geven dat de oefening begint en de eerste twee mogen gaan springen, klap je in je handen.
Overgang: Je vraagt aan de kinderen om allemaal één elastiek op te rapen om vervolgens in de kring te komen zitten.
5 | Afsluiting
♫ Addio al terminal - Francesco Taskayali
♫ Lullaby - Dennis Turbide
A. Je legt aan de hand van een fysiek dansvoorbeeld het volgende uit aan de kinderen: je danst met je tricot naar het midden van de kring en legt hem daar neer. Je danst alleen niet zomaar wat, je danst als je favoriete dansoefening van vandaag. Aangekomen in het midden dans je zonder je elastiek terug naar je plek.
B. Nu zijn de kinderen aan de beurt. De kinderen gaan op volgorde van de kring (zoals de kanon in het begin van de les). Dus als degene rechts van een leerling terugkomt, is die leerling aan de beurt. Als een kind het spannend vindt kan je ze ook per twee laten gaan.
Als alle kinderen aan de beurt zijn geweest doe je nog een korte follow the leader cooling down, zittend op de grond. Een aantal voorbeelden:
C. Follow the leader
1. Langzame vloeiende armbewegingen op de muziek
2. Armen omhoog adem diep in, armen omlaag adem uit
3. Met je handen over je lichaam aaien/wrijven, waarbij je lief bent voor je lichaam
4. Met je handen over je lichaam trippelen, waarbij je lief bent voor je lichaam
5. Handen voor je ogen om de rust te geven (zintuig uitschakelen)
6. Vingers in de oren om geen geluid te ervaren (zintuig uitschakelen)
7. Een zelfbedacht liedje zingen met geleide bewegingen
Overgang: de kinderen springen zo zachtjes mogelijk zonder dat je ze kan horen naar de rij bij de deur toe.
MUZIEK & LESMATERIAAL - KINDEREN
Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor kinderen. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!
Merel Caminada
Merel Caminada is een danskunstenaar die als een duizendpoot in het werkveld staat; als danser, docent en maker. Ze is afgestudeerd aan Fontys Hogeschool voor de Kunsten in 2023. Haar grote liefde ligt bij performance-improvisatie die ze heeft mogen ontdekken door David Zambrano. Bij het lesgeven staat de liefde voor speelsheid, creativiteit, elkaar ontmoeten in de dans en het ontdekken van je eigen kern centraal.
Merel werkt bij het Nederlands Dans Theater, De Dansers, Dans in School, Factorium en als freelancer voor verschillende projecten.