Knallend het jaar uit met deze feestelijke dansles voor kinderen

MUZIEK & LESMATERIAAL | Voor dansdocent Rimke Saan is de leukste tijd van het jaar weer aangebroken. Want de maand december staat wat haar betreft voor FEEST! Onlangs vroegen haar leerlingen wanneer ze weer de ‘vuurwerkdans’ mochten doen. Daarom schreef Rimke haar feestelijke lesplan van vorig jaar op, om ook dit jaar met een knal af te sluiten. Een vrolijke dansles voor kinderen, gevuld met improvisatie-oefeningen en ballonnen, slingers, en cadeautjes. Leuk voor ieder feestje!

December = Feest

“Juf, wanneer gaan we eindelijk weer de vuurwerk-dans doen?” vroeg een leerling mij laatst. De hele klas stootte elkaar enthousiast aan. Met verwachtingsvolle ogen keken ze naar mij.  “Nou, goed nieuws!” zei ik.  Volgende week!”

Een paar keer per jaar is er een perfecte gelegenheid om met je danslessen in te spelen op de actualiteit. En december is daarvan absoluut mijn favoriet. De feestdagen! Met Sinterklaas en Kerstmis in het vooruitzicht komen mensen in beweging om hun huis en de straat te versieren. Als ik op straat loop, krijg ik alweer kriebels van alle lichtjes en van de kerstbomen die je door het raam ziet fonkelen.

Hoewel er vrij duidelijk thematische feesten (Halloween, Sinterklaas, Kerstmis) bij dit seizoen horen, doe ik daar liever niet teveel mee in mijn danslessen. Want niet alle kinderen vieren alle feesten. De één is dol op Sinterklaas, de ander weet allang dat de sint niet bestaat. De volgende viert uitgebreid kerst en de andere doet er helemaal niets mee. Daarnaast zijn er veel feestdagen in andere maanden dan in december. Ook feestdagen die veel Nederlanders vieren, maar waar we geen vrij voor krijgen. Denk dan bijvoorbeeld aan Eid-el-ftor en Diwali. En natuurlijk zijn er feesten die het hele jaar door gevierd worden, zoals verjaardagen, bruiloften en ga zo maar door. 

Om niet ook nog bij te dragen aan de stereotypen van alle feesten, pak ik het liever wat breder en inclusiever aan. Het thema ‘feest’ kan namelijk op heel veel manieren gedanst worden. En hoewel december mijn persoonlijke voorkeur heeft, is een ander voordeel van dit bredere thema, dat je dit feestelijke lesplan het hele jaar door kan gebruiken!

Cadeautjes, ballonnen en slingers

Voorafgaand aan dit thema heb ik mijn leerlingen op de school waar ik lesgeef gevraagd om met mij te associëren op dit thema. Waar denken jullie aan bij feest? Het viel me op hoe elke klas direct reageert met “Jeaaaaaaaah” als ik het thema feest bekend maak. Op de een of andere manier wekt feest direct heel veel positiviteit en enthousiasme op. De meest genoemde antwoorden op mijn vraag waren: cadeautjes, lichtjes, dansen, versieringen, ballonnen, vuurwerk, eten, taart, gezelligheid, samen zijn, glitters en uitslapen. Aan de hand van een aantal van deze woorden heb ik een lesplan opgesteld. 

Ik heb deze dansles vorig jaar al getest, zoals je aan het begin van dit artikel kon lezen. Ik merkte toen dat alles met vuurwerk enorm goed werkt met kinderen. Ze kunnen heel goed het idee van die explosieve kracht omzetten in hun lichaam. En ze vinden het vooral heel erg leuk als ze daar geluid bij mogen maken!

Verder wekt ‘feest’ een bepaalde spanning op. Het sluipen door het huis om te kijken of de  cadeautjes er al liggen, de verrassing wat er in je schoen komt… Het geeft leerlingen de kriebels, ook als ze het alleen maar ‘naspelen’ in de dansles. 

Lesplan: Feest

Voor deze les heb je best wat materialen nodig. Hieronder vind je een overzicht.

Benodigdheden:

  • één lege ballon 

  • Mooie dunne lapjes stof om mee te zwieren (ik kocht ze bij vorig jaar bij de Kruidvat). Ik heb doekjes voor ⅓ van de groep en wissel ze dus af.
    Mocht je deze doeken niet kunnen/willen aanschaffen, dan kun je ook aan de leerlingen vragen of ze allemaal hun sjaal meenemen. Dat kun je dan gebruiken ipv deze stof. 

  • Nep cadeautjes (ik gebruik er een aantal die op school liggen, gemaakt door docenten) of andere objecten die daarvoor kunnen dienen.

  • Een paar kerstmutsen.  

  • matjes, hoepels of andere plaatsmarkeringen

1 | Warming-up: dansverhaal

♫  muzieksuggestie: Water Falls 2 - René Aubry

Om in de stemming te komen beginnen we met een verhaal over de avond voorafgaand aan het feest. Alle leerlingen mogen een plekje in de zaal zoeken en daar lekker gaan liggen. Ik vertel met mijn stem het verhaal en de leerlingen uiten dit met hun lichaam.

- We liggen ontspannen te slapen. Langzaam beginnen we te woelen en we worden wakker. Het is nog diep in de nacht, en morgen is het grote feest. De grote doos met versieringen staat al klaar in de woonkamer. Wat een leuke verrassing als wij het huis vast versieren! 

- Heel zachtjes komen we uit bed, want niemand mag ons horen! We rekken ons stilletjes uit in allerlei richtingen. Dan komen we voorzichtig uit ons bed. We sluipen door het huis naar de woonkamer. Soms staan we even stil… Hoor je nu ook iets kraken?

- In de woonkamer gaan we in het donker op zoek naar de doos met versieringen. Hij lag ergens in een hoek achter de bank…. Gevonden! Wat een zware grote doos. We tillen hem op en nemen hem mee naar het midden van de kamer. Sst! Zachtjes.

- De doos zit vol met mooie versieringen. Bovenop liggen slingers. We pakken de slingers en met onze armen hangen we hele kamer vol. Hoog, laag, overal. 

- We horen gestommel op de trap. Snel! Verstop je achter de bank… Er komt iemand aan. Je moet heel stil zijn nu. 

- Op dit moment in het verhaal vind ik het leuk om als juf de boze ouder te spelen en de muziek uit te doen. Ik roep dan hard: “Wat zijn jullie aan het doen?” Dan moeten de leerlingen altijd hard om lachen. Daarna benadruk ik verrast hoe mooi de zaal versierd is. 

Ik heb gemerkt hoe de leerlingen de spanning van dit verhaal écht voelen tijdens deze oefening. Hun ogen gaan glinsteren en hun hele lichaam staat op spanning (op een goede manier). Om de leerlingen goed mee te krijgen gebruik ik mijn stem om de spanning over te brengen. Dus ik laat stiltes vallen, ik fluister, of ik praat hard als we ergens van schrikken. 

Verder kun je goed zien waar de leerlingen wat extra’s nodig hebben. Zijn ze bijvoorbeeld niet echt aan het sluipen, maar maken ze veel lawaai tijdens het verplaatsen? Dan zeg ik: ‘We sluipen nog veeeeel stiller’. Zo kun je gemakkelijk inspelen op de energie van de groep.

Ik vind het sowieso altijd heel leuk om met zo’n verhaal-oefening te beginnen, zodat alle leerlingen helemaal aan staan voor het thema.  

2 | Ballonnen door de zaal

♫  muzieksuggestie: Kalimba Suite - Bobby McFerrin

Bij veel feesten horen natuurlijk ook ballonnen! Als voorbeeld neem ik een ballon mee. Ik blaas deze een paar keer op en laat hem ook weer leeglopen. Vervolgens vraag ik een leerling om de ballon na te doen. Die begint plat op de grond en blaast zichzelf langzaam op. Vervolgens laat ik de ballon heel langzaam leeglopen. Wat gebeurt er nu?

Als de groep een goede concentratie heeft kun je dit met de gehele groep proberen, zonder muziek. Dat is heel spannend en zorgt voor een goede focus op de ballon. Mocht een groep heel druk zijn, dan gaat dit vaak niet, omdat er dan teveel afleiding onderling is. 

Vervolgens leg ik uit hoe ik met mijn handen ook een volle en lege ballon kan nadoen. Mijn handen ver uit elkaar is een hele volle ballon. De leerlingen dansen dan heel groot en lomp door de zaal. Als mijn handen op elkaar zijn is de ballon leeg. De leerlingen liggen helemaal plat op de grond. Maar let op! Een ballon is altijd heel licht en zal dus nooit met een knal op de grond vallen. 

De leerlingen mogen door de zaal dansen en kijken goed naar mijn handen. Als dit goed gaat, kun je een aantal leerlingen uitkiezen die met hun handen de andere leerlingen mogen besturen. 

Bij oudere leerlingen kun je de leerlingen de opdracht geven om zelf te bepalen wanneer zij vol zijn en wanneer leeg en dit vrij laten uitvoeren door de zaal. Ik heb gemerkt dat leerlingen het heel leuk vinden als ze gewoon even mogen gaan liggen als een lege ballon om zichzelf vervolgens weer op te blazen en door de zaal te zweven. 

Tip! Dansspetters heeft het liedje ‘Bas Ballon’ waarin je een ballon hoort opblazen en leeglopen. Dit is heel leuk om te gebruiken voor jonge kinderen. 

3 | Vuurwerkdans

♫  muzieksuggestie deel A: Caminho Da Vitoria - Davi Vieria
♫  muzieksuggestie deel B: Elements - Lindsay Stirling 

Deel A

Dit is hem dan! De dans die ik vorig jaar bedacht en waar leerlingen enorm veel plezier aan hebben gehad. Hij is heel simpel, maar hij werkt super goed!

Ik leg mijn matjes in een grote cirkel. Deze dans doe ik mee, maar na een paar lessen kunnen de leerlingen hem vaak zelf. 

5x8 maak vuisten met je handen en open die als mini-vuurwerk. begin hoog en ga steeds lager, je zakt ondertussen langzaam naar je hurken

1x8 maak de grootste sprong die je kan en kom terug naar je hurken

3x8 herhaal datzelfde 3x

4x8 sta op en doe alsof je een grote pot vuurwerk vast hebt. loop naar het midden van de kring. doe je arm omhoog alsof je een aansteeklont vast hebt. hou dit bij het vuurwerk in het midden van de kring en zeg ‘sssssh’. ren snel terug naar je matje

1x8 wijs in slowmotion je arm van beneden naar de lucht en weer naar beneden

1x8 ga weer klaarzetten op je hurken

4x8 herhaal het springen vanaf de hurken

1x8 extra tijd, ga weer rustig klaar staan met een grote pot vuurwerk

4x8 herhaal het naar binnen lopen, aansteken en wegrennen van het vuurwerk

2x8 herhaal het slowmotion wijzen en doe dit ook met je andere arm

1x8 bedek in slowmotion je oren voor het vuurwerk

1x8 kijk verschrikt en ga in slowmotion naar achter alsof je wegrent voor het vuurwerk

2x8 loop terug naar de kring en ga weer op de hurken

8x8 wijs als docent de leerlingen om de beurt aan. iedereen mag een mooie sprong laten zien. heb je tijd over? herhaal dit dan. 

Deel B

Na de hoge energie van oefening A pak je met deel B de concentratie weer terug, door de leerlingen een structuur te geven om mee te werken. 

De leerlingen verzamelen zich aan de ene kant van de zaal. Ik vraag de leerlingen wat voor geluid voorwerk allemaal kan maken. De meeste leerlingen zeggen dan zoiets als:“Pieeeeuw”, “BOEM” “TSSSSSSSJ” 

Ik leg ze uit hoe ze één voor één naar de overkant mogen bewegen.

- Je rolt over de grond als een klein stukje vuurwerk. Wanneer je maar wil knal je uit elkaar. Je maakt daarbij een hele grote sprong en je mag ook geluid maken zoals we dat net hebben geoefend. 

- Ik laat de leerlingen dit eerst een keer proberen. Daarna spreek ik af hoe vaak ze uit elkaar mogen knallen. Bijvoorbeeld maximaal 3x. Of juist zo vaak mogelijk. 

Zoals ik al heb benoemd is deze oefening altijd een hit. En door de duidelijke beweging van het vuurwerk werkt de oefening bij kleuters tot aan tieners. Hoe ouder de leerlingen zijn, hoe meer je kan gaan focussen op dit soort punten:

- maak je elke keer een ander soort sprong?

- kun je variëren in groot vuurwerk en kleiner vuurwerk?

- is er ook vuurwerk dat meerdere keren achter elkaar knalt?

- kun je het nog eens doen en daarbij heel zacht landen?

De oefening kan ook met de hele klas tegelijk. Dus iedereen rolt over de grond en knalt wanneer zij willen. Daarbij gaan kinderen op elkaar letten en kunnen ze ‘samen’ vuurwerk vormen door dicht bij elkaar te knallen of juist allemaal tegelijk. Het is hierbij wel belangrijk dat er genoeg ruimte is, want het springen en vallen wordt anders gevaarlijk. 

4 | Cadeautjes-machine

♫  muzieksuggestie: Shake It Off - Simply Three

Hoewel cadeautjes niet bij elk feest horen, is het vaak de eerste associatie die ik hoor als ik het thema feest introduceer. In deze oefening gaan wij samen die cadeautjes inpakken. 

Ik leg een vier matjes neer op een horizontale rij. Dat doe ik op meerdere plekken in de zaal, zodat ik voor de hele groep genoeg plekken heb. Bij elk matje hoort een andere taak die ik hieronder heb beschreven. 

Plek 1: Deze leerling pakt een cadeautje uit … (Bedenk met je leerlingen waaruit. Een grote kast? Een zak?) De leerling probeert te variëren in hoog en laag. Is het cadeautje licht of zwaar? Met een mooie beweging wordt het cadeautje doorgegeven aan matje 2.

Leerlingen die het nog lastig vinden kun je een handje helpen door als docent te benoemen wat voor cadeau er wordt doorgegeven. Een grote fiets? Of een heel klein vaasje? De leerlingen kunnen dan makkelijker bedenken hoe ze hiermee omgaan.

Plek 2: Deze leerling meet het benodigde inpakpapier af. Met zijn/haar armen maakt de leerlingen de beweging van een vierkant. Bij een groot cadeau maakt de leerling een heel groot vierkant. Bij een klein cadeautje juist een kleine. De leerling geeft dan het papier en het cadeau door aan matje drie.

Plek 3: Deze leerling pakt het cadeau aan het legt het op zijn/haar matje. Vervolgens danst de leerling om het matje heen en vouwt daarmee het papier om het cadeautje. Een groot cadeautje vraagt natuurlijk om grote bewegingen en een kleine juist om kleine secure bewegingen. Vervolgens wordt het cadeau doorgegeven aan matje 4.

Plek 4: Deze leerling doet de laatste controle. Het cadeautje wordt goed gedraaid/geschud en van alle kanten bekeken of het goed is ingepakt. Als het cadeautje helemaal perfect is, legt deze leerling het cadeautje in…. (Ook hier kun je samen bedenken waar het cadeautje eindigt).

Nadat deze machine een tijdje loopt, kun je de rollen doordraaien. Deze oefening werkt het beste vanaf groep 4, omdat ze dan echt begrijpen dat ze samen moeten werken en allemaal een andere rol hebben. Jongere kinderen gaan elkaar soms nog teveel kopiëren. 

Je kunt bij oudere kinderen (vanaf groep 6) ook spelen met de machine. De machine gaat steeds sneller of juist steeds langzamer. De machine loopt vast? De machine wordt groter (meer afstand tussen de matjes). Er zijn heel veel opties mogelijk.

5 | Cadeautjes-oversteek

♫  muzieksuggestie: Jump (Original Mix) - The Pointer Sisters

We laten het thema ‘cadeau’ nog niet los, maar gebruiken de cadeautjes om de zaal over te steken. De leerlingen zitten aan een kant van de zaal en gaan straks om de beurt oversteken. Ik tover nu de voorverpakte nep-cadeautjes tevoorschijn die ze mogen gebruiken. 

We gaan oversteken op verschillende manieren:

1 | De leerlingen gebruiken hun cadeautje om over te steken. Ze leggen het cadeautje steeds neer op de grond en bedenken hoe ze eroverheen kunnen bewegen. Bijvoorbeeld met een grote sprong. Of juist met hoge benen. 

2 | De leerlingen leggen hun cadeau voor zich op de grond en moeten het cadeau naar de overkant verplaatsen zonder hun handen te gebruiken. Kunnen ze dit met bijvoorbeeld hun voeten? Of zitten op de grond met hun rug tegen het cadeau aan?

3 | Verdeel leerlingen in duo’s. Kunnen ze samen een cadeautje meenemen naar de overkant zonder hun handen te gebruiken?

4 | Laat de leerlingen nu in tweetallen voor elkaar een manier verzinnen om het cadeau mee te nemen naar de overkant. Misschien moeten ze het cadeautje tussen hun voeten klemmen en daarmee naar de overkant dansen. Of misschien tillen ze het cadeau op hun hand als een dienblad, zonder het te laten vallen. Als het cadeau niet breekbaar is mogen ze het cadeau misschien wel in de lucht gooien en opvangen. Terwijl ze op één been balanceren!

6 | Slingers en versieringen

♫  muzieksuggestie: Cajon - Arabian Dreams  - Daniel Waples, Flavio Lopez

Wat mij ook direct aan feest doet denken is het versieren van de tafel. Mijn moeder legt bij elke verjaardag en bij kerst het mooiste tafelkleed neer, inclusief glitter-loper en bedrukte servetten. In deze oefeningen vraag ik de leerlingen of zij wel eens de tafel mooi dekken. Bij welk feest?

Ik heb voor mijn danslessen gouden doorschijnende lapjes (langwerpig) gekocht bij de Kruidvat, maar je kunt elk materiaal dat er feestelijke uitziet gebruiken. Zodra ik deze tevoorschijn haal zijn leerlingen direct heel enthousiast. “Waaaaauw glitters,” hoor ik dan. Ze vinden het altijd leuk om de lappen even te voelen. Sommige kinderen slaan zo’n lap meteen om als sjaal of rok. “Kijk juf, nu ben ik een kerstfee!” zei een leerling laatst nog tegen me, terwijl ze een gouden glitter-lap om haar middel had geslagen. 

De leerlingen verplaatsen weer één voor één naar de overkant. Ze hebben het tafelkleed stiekem van de tafel gepikt en dansen er nu mee door de kamer. 

1 | Dans naar de overkant en laat de stof zoveel mogelijk zwieren en vliegen. Kijk op wat voor manieren je je stof kunt laten bewegen. Deze oefening doe ik vaak even voor, zodat de leerlingen zien wat je allemaal met een lap kan. Ik hou de lap aan het puntje vast en draai hem om me heen. Ik gooi hem in de lucht en laat hem naar beneden dwarrelen. Dan vang ik hem met verschillende lichaamsdelen op. Je kan de lap ook om je heen wikkelen of over de grond laten slingeren. 

2 | Kies 6 leerlingen uit. In duo’s houden zij een stukje stof vast. Allebei aan een kant. Ze mogen samen de stof laten wapperen. Geef ze een plekje in een rij achter elkaar. Als eerste houden ze allemaal de stof laag vast. De andere leerlingen mogen over de stoffen heen springen naar de overkant. Vervolgens houden de duo’s de stof hoog vast en mogen de leerlingen er onderdoor dansen. Als dit goed gaat kunnen de duo’s zelf hun stoffen bewegen naar boven en beneden en moeten de leerlingen goed kijken hoe ze daar overheen of onderdoor kunnen. 

3 | Verdeel de hele klas in duo’s en laat ze allebei een uiteinde van de stof vasthouden. Ze mogen nu door de hele zaal dansen samen. Hoe kunnen ze dit doen? 

Deze oefening deed ik laatst ook met grote lappen doorschijnende stof in mijn kleuterles en dat was ontzettend ontroerend. De leerlingen zwierden rond en konden niet stoppen met lachen. Ze draaiden de ander in de stof en draaiden er volgens weer uit. Ze lieten de stof golven als water en ze gooiden de stof over het hoofd van de ander die er vervolgens weer onderuit schoot. Nog niet vaak heb ik deze dansers zoveel plezier zien hebben als tijdens deze oefening. 

7 | Lintjes 

♫  muzieksuggestie: Replay - René Aubry

Dit is mijn favoriete oefening! Vorig jaar introduceerde ik deze oefening en een aantal leerkrachten van de school waren zo enthousiast dat ze nu ook lintjes in de klas hebben liggen. 

Ik laat alle leerlingen in een groepje bij elkaar staan en naar mij kijken. Ik knip een klein stukje lint af en trek het strak tussen beide handen, in een verticale lijn. Vervolgens ga ik het rustig bewegen. De leerlingen volgen met hun lichaam het lintje. Bijvoorbeeld heel langzaam schuin naar rechts. De leerlingen doen hetzelfde en bewegen heel langzaam hun bovenlichaam naar links (gespiegeld). Ik laat het lintje buigen door mijn handen dichter bij elkaar te doen en zo buigen de leerlingen ook hun benen of bovenlichaam. Ik maak een propje van het lintje en de kinderen maken zichzelf een bolletje op de grond. Het loslaten van de onderkant van het lintje zorgt voor een sprong en door er mee te draaien gaan de leerlingen ook draaien. 

Er zijn heel veel bewegingen mogelijk die je als docent vanzelf ontdekt als je ermee aan de slag gaat. Zonder uitleg doen leerlingen vaak vanzelf mee. Mochten ze het moeilijk vinden dan kun je een leerling uitkiezen die het goed snapt. Die kan het voor doen aan de rest.

Als het goed gaat verdeel ik de leerlingen in duo’s of kleine groepjes. De leider krijgt van mij een stukje lint en die mag de andere leerlingen ‘besturen’ door de zaal heen.

8 | Kerstboom-disco 

♫  muzieksuggestie: je favoriete kerstnummer! 

Om het jaar feestelijk af te sluiten eindigen we met een leuk spel: een variatie op de stoelendans. 

De leerlingen mogen op vrolijke muziek (kerstmuziek?) dansen door de zaal. Ze kunnen alles wat ze hebben geleerd deze les gebruiken voor het rond dansen. Wijs een paar leerlingen aan die kerstboom mogen zijn. Iedereen moet goed weten wie dat zijn. Om dat duidelijk te maken kun je leerlingen een kerstmuts op te zetten. Dan ziet iedereen goed wie de kerstboom is. Zodra de muziek uitgaat, staan de kerstbomen stil met weide voeten en open armen. De andere leerlingen moeten zichzelf vastplakken met hun handen of voeten aan een kerstboom, alsof zij de versiering zijn. Ze mogen met maximaal één lichaamsdeel vastplakken aan de kerstboom. De leerling die als laatste zit vastgeplakt is af en gaat aan de kant zitten.

Om leerlingen wat meer uit te dagen kun je een maximaal aantal versieringen per kerstboom afspreken, bijvoorbeeld vier kinderen per kerstboom. Je kan ook steeds benoemen waar de versiering moet hangen: hoog, laag, ver, dichtbij. Of misschien mogen ze alleen nog met hun voeten of juist ellebogen vastplakken en niet meer met andere lichaamsdelen. 

Maak er een feestje van! 

Ik hoop dat dit lesplan net zo’n feestje is om te geven als dat was en is voor mij. In elke oefeningen zitten nog zoveel meer mogelijkheden dat je als docent met wat creativiteit nog alle kanten op kan met deze dansles. Ik ben heel benieuwd bij wie er volgend jaar ook leerlingen gaan vragen naar deze les. En of dat ook om het vuurwerk zal gaan of om een andere oefening! 


MUZIEK & LESMATERIAAL - KINDEREN

Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor kinderen. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!

Rimke Saan

Rimke Saan is redacteur Muziek & Lesmateriaal voor kinderen. In 2019 studeerde ze af aan de opleiding Docent Dans bij ArtEZ in Arnhem. Rimke geeft all-round lessen op verschillende dansscholen aan verschillende doelgroepen. Verder werkt ze als dansdocent op de middelbare school en doet zij vaak projecten in het basisonderwijs. Voor Dansdocent.nu schrijft ze inspirerende lesplannen voor jongeren, met didactische tips en muzieksuggesties! Hiervoor was Rimke redacteur Young Dance Professional (2019/2020) en redacteur Muziek & Lesmateriaal voor kinderen (2020/2021) en jongeren (2021/2022).