De Stenenspringer: een dansles met een kleurrijk prentenboek
MUZIEK & LESMATERIAAL | De Stenenspringer is een verhaal over een jongen en een kraai die op avontuur gaan in Australië. Ze komen verschillende dieren tegen die ze nadoen onderweg. Dit prentenboek is ideaal om te gebruiken voor een dansles! In dit lesplan van Rimke Saan vindt je allerlei oefeningen die je aan de hand van dit boek (of zonder boek) kan gebruiken! Een kant en klaar lesplan met afspeellijst om de fantasie van je jonge leerlingen te prikkelen.
Al eerder schreef ik een lesplan aan de hand van het prentenboek Saartje wil een Taartje. Ik vind het namelijk erg leuk om in mijn danslessen mijn leerlingen te prikkelen met een verhaal en afbeeldingen. Na de publicatie van dit artikel kreeg ik een leuke tip van een collega. Een dansles over een boek waar zij heel erg over te spreken was. Een boek speciaal geschreven om te kunnen gebruiken tijdens de dansles: De Stenenspringer geschreven door Elsbeth Smulders.
Australische dieren
De Stenenspringer is een kleurrijk verhaal over een andere wereld, zo lees ik op de achterkant. Het boek speelt zich af in Australië en vertelt het verhaal van een kleine jongen. Hij groeit op onder een een grote boom, waarin een kraaienfamilie woont. Een van de kraaitjes valt uit het nest en mag bij Winnie (de jongen) en zijn moeder blijven. Winnie gaat samen met Moola (het kraaitje) op avontuur als blijkt dat het water bij hun in de buurt op is. Samen gaan ze op zoek naar een nieuwe waterbron. Onderweg komen ze allerlei typisch Australische dieren tegen. Elk dier beweegt op zijn eigen manier. Dat wordt in het boek uitvoerig vertelt.
Bij het boek zijn speciale bewegingslessen ontwikkeld. Je krijgt er zelfs eentje bij, afgedrukt in het boek, mits je het boek bij de uitgever bestelt: Luc Noorlander, 06-53332847 noorlander@maretak.nl. Bij een bestelling van vijf boeken zijn de verzendkosten gratis.
Voor dit artikel maakte ik ook zelf een dansles aan de hand van dit bijzondere prentenboek. Ik gebruik daarbij mijn eigen fantasie, maar ook het lesplan dat bij het boek wordt meegegeven. In mijn lesplan gaat het vooral om het prikkelen van de fantasie van leerlingen. Zij moeten aan de hand van dans een verhaal uitbeelden. Hoe kunnen ze hun lichaam zo goed mogelijk gebruiken om verschillende dieren en situaties uit te beelden?
Ik richt me deze les vooral op twee doelen die staan beschreven in de leerlijn dans van het SLO: “De leerling kan in dans verschillende manieren van voortbewegen gebruiken” en “De leerling kan zich uiten in dans en daarbij zijn fantasie gebruiken (improviseren)”.
Danspedagoog Maria Speth (1999) doet daar een mooie uitspraak over in haar boek Dansspetters: “De beleving is de reden om in beweging te komen. Het kan een thema zijn, een gevoel of een impuls, die als uitgangspunt dienen om te dansen. Maar ook de muzikale beleving op zich kan een aanzet zijn tot dans. Een beweegreden moet helder zijn. Kinderen én volwassenen die geen duidelijke beweegreden hebben, voelen zich onzeker, verliezen hun concentratie en hun zin om te bewegen.”
Het thema van deze dansles is dus de beweegreden voor de kinderen: zij dansen met hun lichaam de dieren in het verhaal na. Zo komen zij op een speelse manier in aanraking met verschillende manier van bewegen!
In deze dansles hebben veel oefeningen te maken met voortbewegen op verschillende manieren. Denk aan springen, rollen, glijden, en kruipen. Doordat elke oefening gebaseerd is op een dier uit het verhaal geef ik inhoud aan deze manieren van voortbewegen. Springen is niet zomaar springen, maar het nabootsen van een vrolijke kraai die van zijn ene naar zijn andere pootje hipt.
Maar let op! Maria Speth geeft in haar boek Dansspetters aan dat het simpelweg nabootsen van een dier niet dansen is, maar eerder spelen. Bij het dansen ga je niet direct kijken naar wat het dier doet, maar eerder naar hoe het dier beweegt. Snel of langzaam? Schokkerig of vloeiend? Op die manier ben je bezig met dans en niet alleen met theater en spel.
Lesplan: De Stenenspringer
Als je dit lesplan wil gebruiken is het natuurlijk het leukst om dit boek aan te schaffen of te lenen van een andere docent. Maar ook zonder dit boek kun je de dansles gebruiken! Gebruik dan je eigen fantasie om het verhaal aan elkaar te praten over de reis die jullie samen gaan maken.
De dansles kun je openen door met de klas samen het boek te lezen. Laat de kinderen zitten in een kring en lees het boek van begin tot einde voor. Dit kost zo’n 10 minuten. Het verhaal is wat mij betreft het meest geschikt voor kinderen tussen de 4 en de 8 jaar.
Oefening 1: Kraaienpasjes
Muzieksuggestie: wall of drums - Brent Lewis
Deel 1: Uit de boom waaronder Winnie woont valt een kraai. Winnie is heel erg onder de indruk van de bewegingen van de kraai. De kraai maakt allerlei gekke hupjes. Ze hipt van haar ene pootje naar haar ander pootje. Soms snel, soms juist hoog en alle kanten op.
Doe met de leerlingen samen de kraai na door de zaal. Bij het meegegeven lesplan zit een hele leuke muzieksuggestie, benoemd bovenaan deze oefening. In dit nummer hoor je duidelijk verschillende trommels. Je kan de verschillende ritmes van de trommel volgen met je voeten tijdens het springen.
Deel 2: Deze gekke kraaiensprongen doen Winnie en Moola graag door het hele kamp. Heel vroeg in de ochtend. Als ze voorbij springen worden de andere kinderen wakker en doen ze mee!
Laat alle leerlingen op de grond liggen. Kies twee leerlingen die mogen beginnen met de kraaien sprongetjes. De rest van de leerlingen liggen op de grond te slapen. De twee leerlingen die al aan het springen zijn mogen af en toe een leerling op de grond aantikken. Die leerling mag achter de twee andere leerlingen aan springen. Ga net zo lang door tot iedereen mee danst.
Tip: Bij kinderen vanaf 6 jaar is het leuk als ze echt als een slinger door de zaal gaan bewegen. Bij kinderen tussen de 4-6 jaar is dat nog te moeilijk.
Oefening 2: Sluipen door het kamp
Muzieksuggestie: Tribal Consciousness - Brent Lewis
Winnie en Moola komen erachter dat het water in het kamp op is. Samen gaan zij op zoek naar een nieuwe waterbron. Ze besluiten om stiekem ‘s nachts weg te gaan.
Alle leerlingen maken zich klein op de grond. Als de muziek aangaat mogen zij heel stil door de zaal sluipen. Niemand mag ze zien of horen en het is donker buiten! Ze moeten zich dus heel voorzichtig verplaatsen. Als de muziek stopt moeten de leerlingen zich gauw weer klein maken als een bolletje. Zo kan niemand ze zien!
Oefening 3A: Stenen springen
Muzieksuggestie: Quicksand - Brent Lewis
Onderweg komen Winnie en Moola rotsen tegen. Ze springen van de ene rots naar de andere rots. De stenen zijn wel heel glad….
Leg matjes op de grond neer. Laat de leerlingen verzamelen aan één kant van de danszaal. Om de beurt moeten zij naar de overkant springen. Maar let op! Omdat de stenen zo glad zijn is het niet handig om alleen met de voeten te springen. De leerlingen springen daarom op hun handen én voeten (als een soort kikkers) van matje naar matje. Leg de matjes dus niet te ver uit elkaar, want het is best moeilijk!
Oefening 3B: Slang
Muzieksuggestie: Afro/Tabla - Brent Lewis
Bij de rotsen komen de vriendjes een slang tegen. Deze slang kan tussen de rotsen door glijden! Winnie en Moola doen de slang na.
Als het goed is liggen de matjes nog op de grond en zijn de leerlingen aan de andere kant van de zaal aangekomen. Ze mogen nu om de beurt over de grond glijden. Ze gaan nu niet op de matjes staan, maar ze slalommen en glibberen juist tussen de matjes door.
Oefening 3C: Vliegen in cirkels
Muzieksuggestie: World Music of the Martian Drum Warriors - Brent Lewis
Voorbij de rotsen is een grote vlakte. Moola besluit te gaan kijken. Ze vliegt in grote cirkels boven de vlakte. Heel langzaam kijkt ze of er geen gevaar te bekennen is.
Verspreid nog meer matjes over de danszaal. Leg op elk matje een a4 papier met daarop een nummer (1-5). De leerlingen mogen door de zaal dansen. Als zij een matje tegenkomen moeten ze daar mooie cirkels omheen dansen. Maar let op! Ze moeten goed kijken naar het nummer op de matjes. Bij een 1 dansen zij 1 cirkel om de mat en bij een 5 juist 5 cirkels.
Deze nummers gebruik ik om leerlingen bewust te maken van het concept herhaling. Veel leerlingen denken bij het dansen aan een cirkel niet na over hoe vaak je zoiets kan doen. Ze draaien een rondje en hebben dan de opdracht, voor hun gevoel, voldaan. Door ze bewust te laten variëren in het aantal rondjes leer je de leerlingen dat de opdracht ‘een cirkel rond een matje dansen’ op verschillende manieren uitgevoerd kan worden.
Oefening 4: De Salamander
Muzieksuggestie: Beginning of time - Brent Lewis
Winnie en Moola zijn opgelucht. Ze hebben water gevonden! Bij het water zien ze een salamander zitten. Deze beweegt heel grappig over stenen langs het water. Hij rent heel snel alle kanten op en beweegt daarbij zijn lijfje van rechts naar links.
De matjes mogen blijven liggen. Laat de leerlingen nu dansen als de salamander. Ze dansen op handen en voeten. Laat ze zo snel mogelijk alle kanten op bewegen. Let op! Ze mogen de matjes niet aanraken. Zo moeten ze steeds wisselen van richting. Je kan afwisselen door zowel op handen en voeten te dansen met de billen omhoog gericht als met de billen omlaag gericht. Dat tweede is een stukje moeilijker.
Als de leerlingen dit goed hebben geoefend kun je hier een spelletje van maken. Als een leerling met zijn handen of voeten de matjes aanraakt, dan is die leerling af. Als een leerling valt is die leerling ook af! Leerlingen die af zijn kunnen aan de zijkant van de danszaal op de bank of op de grond gaan zitten.
Oefening 5: Slapen
Muzieksuggestie: Zombie Waltz- Brent Lewis
Winnie en Moola zijn opgelucht dat ze water hebben gevonden. Onderweg naar huis zien ze een grote boom die schaduw geeft over het hete zand. In de boom zit een koala. Deze koala nodigt ze uit om even een dutje te doen onder de boom.
Haal de matjes uit de vorige oefening weg. De leerlingen zoeken een plekje op de grond. Ze gaan slapen en dromen daarbij over hun avontuur. Tijdens het slapen rollen ze door het zand. Ze mogen alle kanten op rollen, maar ze moeten altijd hun buik of hun rug op de grond houden!
Maak daarna groepjes van twee leerlingen. Ze liggen tegenover elkaar. Wijs één van de leerlingen aan als koala en één als slapende Winnie/Moola. Winnie/Moola rolt over de grond zoals hiervoor. De andere leerling, de koala, doet dit zo precies mogelijk na. Tip: Het is handig om bij deze oefening de groep doormidden te splitsen en de helft van de groep te laten kijken. Zo heb je genoeg ruimte en kunnen leerlingen elkaar goed zien.
Ik zet deze opdracht in om leerlingen inspiratie te bieden. Door iemand anders na te doen leer je nieuwe bewegingen kennen waar je zelf misschien niet op komt tijdens het dansen. Daarnaast leer je heel precies kijken naar een ander lichaam en train je zo het aanleren van bewegingen door te kijken (en dus zonder verbale instructie).
Oefening 6: Kangoeroe
Muzieksuggestie: Mr. Mahalo Head - Brent Lewis
Na hun dutje komen Winnie en Moola als klap op de vuurpijl nog een kangoeroe tegen. Kangoeroes kunnen heel erg hoog springen. Deze kangoeroe maakt op een hele grappige manier een einde aan zijn sprongen. Hij schuift met zijn billen door het zand.
De leerlingen doen de kangoeroe na. Ze springen zo hoog en zo ver als ze kunnen en af en toe ploffen ze met hun billen in het zand. Oefen dit eerst door de zaal. Laat ze daarna om de beurt naar de overkant springen als kangoeroe. Ze maken eerst vier hele grote sprongen en daarna glijden ze over hun billen.
Oefening 7: Emoe
Muzieksuggestie: Ode to Mesmera - Brent Lewis
Het boek eindigt met een grote deftige emoe die de vrienden het laatste stukje terug brengt naar het kamp. De emoe maakt hele deftige passen.
Om de les af te sluiten lopen de leerlingen met hele deftige passen naar een mooie grote kring. Daar mag iedereen een deftige buiging maken.
Oefening 8: Lievelingsdier
Muzieksuggestie: Doom Tac a Doom - Brent Lewis
De schrijfster van het boek noemt nog een hele leuke afsluitende oefening: De kinderen zitten bij elkaar in het kampvuur en mogen in het midden van de kring hun lievelingsdier of dansbeweging nog een keer laten zien. Dit vind ik een hele leuke manier om op de les te reflecteren. Welke dieren zijn de leerlingen het meest bijgebleven? Welke dieren vinden de leerlingen het leukst om te dansen? En welke bewegingen komen helemaal niet meer terug?
Ingewikkelde woorden...
Ik ben heel enthousiast over dit prentenboek! Ik denk dat de afbeeldingen en het verhaal de leerlingen zullen prikkelen om mee te dansen. Wel wil ik ook nog een klein punt van kritiek geven: Het verhaal is best lang en bevat soms ingewikkelde woorden. Het verhaal vind ik goed aansluiten bij de belevingswereld van jonge kinderen, maar het woordgebruik zou ik eerder plaatsen bij kinderen in groep 5 of 6. Ik zou dit verhaal daarom zelf niet klakkeloos voorlezen, maar eerder vertellen in mijn eigen woorden aan de hand van de plaatjes.
Ik ga de komende weken deze les uitproberen bij mijn eigen groepen. Ik ben ook heel benieuwd naar jullie ervaringen. Laat je me hieronder in een opmerking weten hoe het ging?
Bronnen
Speth, M. (1999). Dansspetters (2e dr ed.). M.B.E. Speth.
SLO. (2019, 30 oktober). Leerplankader kunstzinnige oriëntatie: dans. SLO.nl. Geraadpleegd op 11 mei 2020.
MUZIEK & LESMATERIAAL - KINDEREN
Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les is een hels karwij. Wie kent er nog een leuk liedje over de winter? Of over vlinders? Leeuwen? Bijen? En welke oefening doen we daar bij? Help! Onze redacteur Muziek & Lesmateriaal schrijft artikelen met oefeningen en lesplannen voor danslessen voor kinderen. Deze worden vergezeld van muzieksuggesties, zodat jullie nooit meer lang hoeven te zoeken naar een geschikt muzieknummer!