Gia van den Akker: “Leer je leerlingen open te staan voor poëzie, kunst en ritmes in de natuur”
TRENDS & CURRICULUM | Bij de tweede podcast over de ‘Dansdocent van de Toekomst’ ging redacteur Sanne Fokkens in gesprek met Gia van den Akker. Zij spraken over het curriculum van Docent Dans-Euritmie aan de Hogeschool Leiden en ontwikkelingen binnen de opleiding. Volgens haar mogen leerlingen meer openheid hebben voor de wereld om hen heen. Én meer met poëzie werken! Want kunnen wij nog wel een sonnet opzeggen van William Shakespeare, een gedicht van Rutger Kopland, van Neeltje Maria Min of Hannah van Binsbergen? Dus daar zou meer aandacht voor mogen komen, ook op het PO en VO. Wil je weten wat Gia nog meer zegt over de plaats van euritmie in deze tijd, de verbinding met de andere dansstijlen en waarom je als euritmist nooit van carrière hoeft te veranderen? Luister dan naar de podcast! Of lees Sanne’s reflectie op het interview.
Reflectie: Holisme als trend, met euritmie als voorloper
“Euritmie is een holistische dans- en bewegingskunst”, zegt Gia van den Akker in dit podcast interview. Dit betekent dat het allesomvattend is en kijkt naar alle facetten die eraan verbonden zijn.
Het holistisch denken is meer en meer in opkomst in Nederland. Dat zie je aan alternatieve geneeswijzen die naar je lichaam en geest als geheel kijken en de invloed die zij op elkaar hebben, maar ook aan het feit dat mensen groener willen bankieren bijvoorbeeld. “Dit merk je eveneens aan de toenemende populariteit van de vrije scholen”, geeft Gia aan. Daar is euritmie van de kleuterschool tot en met de 12de klas (4-18 jaar) verplicht. In die zin is euritmie voorloper van een trend die mainstream aan het worden is. Namelijk, duurzaam leven.
In deze podcast noemt Gia nog een andere definitie van euritmie: “…zichtbaar spreken of zichtbaar zingen.” “Euritmie is het goede of gezonde ritme”, zegt ze. Alle ritmes van de mens en de natuur, interesseert de euritmist. Dus laat je leerlingen zich openstellen voor alle dansen: die van je stem, in je keel, de dansen in en buiten je lichaam, de natuur, de seizoenen. En verbind die dansen dan met de ruimte om je heen. Het ontwikkelen van deze vaardigheden kunnen wij natuurlijk opnemen in het curriculum van onze danslessen.
Een techniek die hierbij wellicht kan helpen is die van de eurythmist Emile Jacques-Dalcroze (1865-1950), ook wel Dalcroze-ritmiek genoemd. In landen als Duitsland, België, Engeland, Zwitserland en Amerika wordt er van zijn methode dankbaar gebruik gemaakt. Hoewel Rudolf Steiner (1861-1925) de grondlegger was van de euritmie, antroposofie en oprichter van de vrije scholen, gaan mijn gedachten gelijk uit naar Jacques-Dalcroze. Van zijn belangrijkste theoretische principes kunnen wij in dit kader veel leren: Ritmisch gevoel is universeel en aangeboren en ritmische expressie is gebaseerd op de tegenstelling van spanning en ontspanning. Alles in de natuur en in ons lichaam, ofwel alle beweging, draait tenslotte om spanning en ontspanning. En ritmisch gevoel is allesomvattend, zoals ook beschreven aan het begin van deze reflectie.
De trend die daar eveneens in schuilt is het luisteren en kijken naar alle ritmes van de mens en de natuur. Dat doet mij dan denken aan de evolutionair, regisseur en constructivist Vsevolod Meyerhold (1874-1940), die zelfs opera en dansvoorstellingen heeft geregisseerd, samen met Fokine. Wij kunnen nu van hem leren dat hij zijn spelers van de biomechanica onderwees: efficiënt bewegen als een dier uit de natuur en atletisch, als een machine. En het belang van gymnastiek, acrobatiek, dans, boksen, schermen en ritme!
Dat Meyerhold zijn acteurs leerde over al die andere bewegingsdisciplines doet me denken aan wat Gia vertelde over de ontwikkeling van in deeltijd studeren. In andere landen is dat veel normaler, omdat mensen daar vaak moeten werken om hun hun studie te betalen. Dat is weer een heel ander ritme! Het voordeel volgens Gia is dat deze studenten veel bewuster studeren. Ze zijn veel meer gefocust en komen met meer vragen. Zij hebben dan meer confrontatie met hun eigen proces. Je kiest dan als student waar jouw interesse ligt en waar jij je meer in wilt verdiepen.
‘De dansdocent van de toekomst’ is er in dit geval dus één die zich verdiept heeft in wat haar of zijn specifieke focus of interesse heeft. Een dansdocent die alle ritmes van de mens en natuur ziet, hoort en kan omzetten in dans en beweging. Én daarmee verbinding kan leggen naar de buitenwereld toe: open en allesomvattend tegelijk.
Sanne Fokkens.
Interview met Gia van den Akker
Hieronder vind je een beknopt overzicht van onze vragen en de antwoorden van Gia van den Akker. Beluister voor het volledige interview de podcast!
Wat is Euritmie?
“Euritmie is een bewegingsvorm of -kunst. De naam zegt al best wel veel. Euritmie, dat komt uit het oude Grieks: Oi Rythmia. Dat is het goede of gezonde ritme. En Ritme speelt dus een grote rol in de euritmie. Eigenlijk zou je kunnen zeggen euritmie is een holistische dans- en bewegingskunst. We gaan er vanuit dat de er universele wetten zijn waarin de mens verbonden is met de natuur, en de aarde en de hemel met de kosmos. En met bepaalde bewegingen, krachten of energieën die universeel zijn, daarmee werk je in de euritme.”
“Specifieker: als we zingen of spreken dan beweegt er heel veel in ons: onze gedachten en onze emoties en ook in je spraakorgaan, dus met je mond en in je keel maak je dan verschrikkelijk veel bewegingen. Dat is een soort dansje. En wat je met euritmie doet is dat je dat met je hele lichaam vergroot, uitwerkt en daarmee in dialoog gaat met de ruimte. De definitie is: zichtbaar spreken of zichtbaar zingen. Waarbij dus de vormen van klanken, tonen, ritme, maar ook kleur, emotie en intentionaliteit. Dat zijn de aspecten die in de beweging dan een rol spelen.”
“[Rudolf Steiner is de grondlegger van de vrije scholen] en van de euritmie. . . . Hij was natuurlijk in de eerste instantie filosoof en onderzoeker en hij heeft de basis gelegd voor de euritmie. . . . [Steiner], Delsarte, Dalcroze. Er waren drie euritmie disciplines en die heten ook alledrie euritmie. En uiteindelijk is de euritmie van Rudolf Steiner verder als euritmie het leven ingegaan. Maar er waren natuurlijk in die tijd [begin twintigste eeuw] ontwikkelingen om opeens op blote voeten en natuurlijke beweging - geïnspireerd door de Griekse kunst weer - met vrije loszittende kleding te dansen. Het visualiseren van muziek.”
Welke aandacht is er voor het lesgeven op basis- en middelbare scholen binnen jullie opleiding?
“Euritmie is een vast vak op vrije scholen. Alle kinderen krijgen euritmie de hele schooltijd door. Daarnaast zijn er wel amateurcursussen, maar niet zoveel in Nederland. Dat is in andere landen ook wel anders. Het is voor mij wel een droom, en van ons, om dat te verbreden en het meer bekend te maken. En dat het zich in de toekomst breder ontwikkeld en daarin ook met andere dansopleidingen of instituten samen kan werken.”
“De studenten krijgen intensieve lessen in pedagogie, de menskunde van de pedagogie maar ook het methodisch didactische. Ze gaan in het eerste jaar op een soort observatiestages op de vrije school. Ook voor degenen die niet van de vrije school komen is het natuurlijk het vrijeschoolonderwijs te leren kennen. De filosofie daarvan en de opbouw. De ontwikkelingsgedachte door het primair en het voortgezet onderwijs. . . . En in het derde en vierde leerjaar is het een heel actieve stage van zelf lesgeven. Zowel in primair als voortgezet onderwijs. En in het vierde jaar hebben ze twaalf weken stage. Dus een behoorlijke periode.”
Wat maakt de opleiding Docent Dans-Euritmie uniek?
“Onze opleiding is denk ik uniek in die zin dat we een klein onderdeel zijn in een grote opleiding en dat er dus dwarsverbanden zijn. We werken nauw samen met een opleiding docent muziek. We zijn een kleine opleiding. Dat heeft natuurlijk ook voordelen: we zijn een klein team, we hebben kleine klassen en we hebben veel aandacht voor individuele leerwegen. . . . We hebben nu klassen van ongeveer zeven studenten.”
“En we hebben sterke internationale banden ook. We nemen deel aan een groot jeugdfestival ieder jaar. Wij ontmoeten elkaar en collega’s van over de hele wereld één keer per jaar in Zwitserland. Onze 4de jaars afstuderende studenten ontmoeten anderen ook van over de hele wereld. En, ja, dat is natuurlijk een groot voordeel omdat je die ontmoetingen hebt.”
Welke invloed hebben buitenlandse dansopleidingen en samenwerkingen nog meer?
“Nou, er is bijvoorbeeld nu een tendens . . . sinds de laatste tien jaar is de deeltijdopleiding veel sterker. En dat zien we ook in andere continenten. Dat er een grote interesse opkomt voor euritmie, maar dat veel mensen die euritmie willen studeren dus een gezin hebben of daarnaast moeten werken. . . . Dus daar is een ontwikkeling van voltijd naar deeltijd studie en meer flexibiliteit. Dit is echt een positieve beweging die ook ondersteund wordt door hoe het wereldwijs is.”
“We zien dat mensen die zelfstandig meer zelfstudie doen, dat zij natuurlijk meer gelegenheid hebben om tot hun eigen vragen en hun eigen drempels [te komen]. En daardoor studeren ze vaak meer bewuster en meer gefocust [sic]. . . . Daardoor heb je meer confrontatie met je eigen proces dan wanneer je voortdurend in een groep bent. Het heeft ook een voordeel.”
Wat is volgens jou de dansdocent van de toekomst?
“Een gepassioneerde empathische veelzijdig inzetbaar creatief ondernemende vakkundige beweger.”
“We doen nu natuurlijk veel meer aan creatief ondernemerschap. … En dan zijn we ook bezig met agogische lessen voor verschillende doelgroepen. En dan lopen ze ook stage en dan gaat er bijvoorbeeld één naar de dansschool, de ander gaat naar een bejaardentehuis en een ander werkt in een biologische winkel. Samen met medewerkers doet ze euritmie. En in die zin omdat euritmie zo met het leven verbonden is en de techniek vraagt niet dat je fysiek lichamelijk heel krachtig bent of dat je heel goed moet zijn in je fysieke kunnen. En omdat er zo’n sterke verbinding is tussen een innerlijke beweging met een uiterlijke beweging, kan iedereen van 3 tot 90 dit doen! We hebben trouwens een collega van 94 en die richt nog een opleiding op!”
Hoe kunnen wij (huidige dansdocenten) onze leerlingen het beste voorbereiden op de opleiding tot docent euritmie?
Nou in ieder geval dat je heel open bent en dat je zeg maar met fenomenen in de natuur en in de kunst en met taal en muziek een affiniteit hebt. . . . Ik was in Utrecht op zo’n dag van Poetry by Heart van de Universiteit van Utrecht, afdeling Letteren, dat ze constateren dat het lezen en kennen van gedichten zo verdwenen is uit het basis- en voortgezet onderwijs. Dat ze dat weer willen stimuleren. Nou dat is bijvoorbeeld iets. Wij dansen ook op gedichten. Een soort gevoeligheid voor taal. Een gevoeligheid voor muziek en wat er in de natuur plaatsvindt. Alles wat ritmisch is, de seizoenen. Maar ja ook gewoon dansvreugde! Ik denk als je open minded bent en geniet van kunst en van de natuur, is dat al eigenlijk een hele goede voorwaarde.”
Wat is er de afgelopen 10 jaar verandert in het curriculum of de focus van de opleiding?
“In de basis vier jaren had je eerst vooral de nadruk op het kunstvak. . . . Doordat we geaccrediteerd werden, dus doordat we erkend werden, dat de pedagogie en dat het hele methodisch didactische werken enorm gestructureerd is Dat heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt en dat staat nu echt heel stevig. . . . En nu van de laatste paar jaar dat creatief ondernemerschap. Dus dat je eigenlijk toch meer aandacht besteed aan agogisch werken, aan verschillende doelgroepen. . . . Dat we het bewustzijn en daardoor ook het aanbod en repertoire verwijden voor bredere doelgroepen.”
En hoe inclusief is jullie eigen opleiding?
“Wij hebben enkele alumni die buiten het vrijeschoolonderwijs ook onderzoek doen en met hele andere gebieden werken. Nu schiet me iemand te binnen, die doet onderzoek naar euritmie op getraumatiseerde dieren. Die werkt met paarden en honden. Het is ongelooflijk dat de bewegingen uit de euritmie dus zo’n sterke werking hebben op die dieren dat het genezend en rustgevend werkt.”
“Ik weet van een andere collega - wij nodigen haar altijd uit als gastdocent - die werkt met bejaarden met dementie. . . . Zij heeft ontdekt, autodidactisch in het werken met bejaarden, welke oefeningen en reeksen van bewegingen positief werken op die doelgroep. Daar geeft zij nu nascholing over.”
“[We hebben nu geen mensen met een beperking binnen de opleiding.] We staan daar wel heel erg open voor, alleen ik heb nu niet een concreet voorbeeld.”
Wat wil je nog meer over de opleiding vertellen?
“Als ik dan nog een keer benadruk dat we die opening aan het maken zijn. En niet in de toekomst meer een opleiding willen zijn die zich beperkt tot de vrije scholen. We willen iedereen uitnodigen een open dag [mee te maken] en te komen kijken. . . . We willen meer verbinding en dialoog met andere dansstijlen gaan zoeken.”
Dansdocent van de Toekomst
Met de podcast ‘Dansdocent van de Toekomst’ houden wij jullie op de hoogte van trends op het gebied van danseducatie! Sanne Fokkens, redacteur van Dansdocent.nu, gaat namelijk in gesprek met de artistiek leiders van de opleidingen Docent Dans van dansacademies in Nederland en Vlaanderen. Enkele vragen die aanbod komen zijn: Wat is daar de afgelopen tien jaar veranderd in het curriculum? Hoe kunnen dansdocenten hun leerlingen het beste voorbereiden op zo’n opleiding? En hoe zien zij de ‘dansdocent van de toekomst’?