In de spotlight: docentenopleider Joan van der Mast

Joan van der Mast. Fotograaf: Alex Schroder.

INTERVIEW | Joan van der Mast (63 jaar) is docent, choreograaf, coach en consultant in moderne dans en Laban Movement Analysis. In haar lange en succesvolle carrière werkte ze met name bij Codarts, Nederlands Dans Theater en het Koninklijk Conservatorium. Sinds 2010 werkt ze veel in Oost-Europa, waar ze helpt om opleidingen in hedendaagse dans en danseducatie op te zetten. In dit interview vertelt ze over de veranderingen in danseducatie die ze tijdens haar loopbaan heeft meegemaakt, en over haar passie: psychologie.  

Je geeft veel in Oost-Europa les. Waarom?

In 2006 was ik directeur van de daCi conferentie in Nederland (zie de volgende vraag, red.). Dat was een enorme opstap voor mij, internationaal. Ik heb toen heel veel mensen leren kennen. En in de Balkan, Afrika en Rusland wilden ze heel erg vernieuwen en opleidingen in eigentijdse dans opzetten. Want die bestonden amper. Alles was daar gericht op ballet. Toen rolde ik daar als het ware vanzelf in, want moderne dans en choreografie is mijn specialiteit.  

Verder was er in 2010 een reorganisatie bij Codarts. Ik was daar onder andere docent bij de choreografie opleiding, maar ze stopten toen met die bachelor (de master choreografie is er later weer gekomen, in samenwerking met Fontys, red.). Een omscholing intern voor een functie op kantoor zag ik helemaal niet zitten. Toen realiseerde ik me dat ik, met mijn kennis en expertise… dat Nederland te klein voor me was geworden. Bovendien waren mijn kinderen aan het eind van hun puberteit, dus was het het juiste moment om weer buiten de grenzen te gaan kijken. 

In 2010 hebben we in Skopje, in Noord-Macedonie, zowel een bachelor als master in choreografie en docentschap opgezet. En in 2013 trad Kroatië toe tot de EU, dus toen kwamen daar ineens geld en middelen vrij. Ik was al een tijdje bezig om een curriculum te ontwikkelen voor Zagreb Dance Academy, en toen werd ik in juni van dat jaar gebeld met het bericht dat we in september konden starten. Dus hebben ze halsoverkop audities gehouden. Inmiddels geef ik daar aan de achtste generatie studenten les. En in Ljubljana, waar ik ook connecties had, vroegen ze of ik daar ook kwam lesgeven. Zo gaat dat gewoon. 

Wat is daCi?

Dance and the Child international is een internationale organisatie die in Canada is gevestigd, maar daar zijn allerlei landen bij aangesloten die allemaal hun eigen chapter hebben. daCi Nederland bestaat inmiddels niet meer, maar heeft wel heel lang bestaan! Ik weet niet meer wanneer precies ik daarbij betrokken ben geraakt - zo gaat dat als je ouder wordt en heel veel hebt gedaan, maar ik ben toen gevraagd om in het bestuur te komen. Daar zaten toen ook Liesbeth Wildschut en Vera Bergman in, en Gerry Morel was voorzitter. 

Ik ben begonnen als penningmeester, maar werd uiteindelijk zelf voorzitter en ‘national representative’. Dan word je geacht deel te nemen aan de internationale advisory board meetings en bezoek je alle internationale conferenties. Dat is erg leuk! In 2000 zijn we met een grote groep Nederlanders naar de conferentie in Canada gegaan, waar ik zelf ook workshops en lezingen heb gegeven. Omdat we toen zo’n sterke chapter hadden en ze onder de indruk waren van de Nederlandse bijdrage, ben ik gevraagd om een conferentie in Nederland te organiseren. Dus dat heb ik gedaan, samen met Martine van Dijk, die toen nog als zakelijk leider bij Holland Dance Festival werkte. 

In 2006 vond de conferentie in Nederland plaats. Dat was een enorm event! Een week lang in Den Haag, met kindergroepen uit 24 landen. En allerlei dansdocenten van de andere Nederlandse dansopleidingen kwamen gratis workshops geven voor de deelnemers. We hadden elke dag een ander thema, waarvoor we specialisten en keynote speakers hadden uitgenodigd. Volgens mij had er nog nooit eerder zo’n grote daCi conferentie plaatsgevonden, en daarna adviseerde ik ook iedereen om het niet meer zo groot te doen. Haha. 

Van 7-12 juli 2024 vindt de daCi Conferentie plaats in Ljubljana, Slovenië. Het doel is om dans en bewegend leren te promoten, kennis uit te wisselen en nieuwe partners bij elkaar te brengen.

Waarom bestaat de Nederlandse chapter niet meer?

De jonge dansdocenten die het van ons overnamen konden er niet voldoende tijd en energie in steken. Ik kom nog uit een generatie van wereldverbeteraars, die zich vol passie inzetten voor goede doelen. Maar tegenwoordig merk ik dat jonge dansdocenten aan het overleven zijn. Ze moeten hard werken om rond te komen, want het leven is zo duur geworden. Dan houd je weinig tijd over om jezelf bij te scholen en nog dingen ernaast te doen, zoals in een bestuur zitten. Dat gaat niet meer. 

Wat is er in de loop der jaren nog meer veranderd?

De hele politiek, alles staat op zijn kop. Voor educatie is nog steeds wel geld, maar vroeger was er veel meer subsidie voor amateurkunst en artistieke projecten. Ik heb nog projecten opgezet waarbij ik 100.000 gulden kreeg om professionals te verbinden aan amateurs en samen een productie te maken. Nou, dat is echt totaal voorbij!

Verder zie ik de kwaliteit en inhoud van de danslessen op pedagogisch, psychologisch en artistiek vlak enorm achteruitgaan als gevolg van de commercialisering. Dat is iets wat mij heel erg zorgen baart en waar ik veel mee bezig ben, om te proberen daar iets aan te doen. Er wordt zoveel lesgegeven zonder dat docenten begrijpen hoe het brein werkt, of hoe mensen leren bewegen. Ook ontbreekt bij veel docenten het inzicht dat mensen op verschillende manieren leren. 

Wat is jouw specialiteit?

Zelf ben ik gespecialiseerd in New Learning Principles, dat is gebaseerd op de Experiential Learning Theory van de Amerikaanse pedagoog David Kolb. De theorie gaat ervan uit dat leren gaat via een proces van vier fases: het actieve experiment door te doen, de concrete ervaring door te voelen, het reflecteren door te observeren en het conceptualiseren door te analyseren. Nu maakt het niet uit waar je in de cirkel binnenkomt, als je maar door álle vier de fases van leren gaat! 

Maar de meeste dansdocenten komen in hun lessen niet verder dan het doen en eventueel het reflecteren. Vooral dansdocenten die van het mbo afkomen, komen vaak niet verder dan voordoen en nadoen. Maar ook in de eigentijdse dans wordt tegenwoordig veel volgens ‘follow the leader’ gewerkt. Zo van de docent doet voor en volg maar. Maar dan beperk je het leerproces enorm! Want om echt tot leren te komen, moet je dus ook dat denkwerk verrichten en zelf creatief aan de slag mogen gaan met de lesstof. Het doen en zelf ervaren is essentieel, maar niet voldoende. 

De Experiential Learning Cycle van Kolb.

Hoe draag je die kennis over?

Ik leer mijn studenten om hun leerlingen te observeren. Om te zien wie achteraan gaat staan om rustig te kunnen observeren of te voelen, en wie vooraan staat en meteen mee wilt doen. Wat voor vragen worden er gesteld? Wat voor leergedrag vertonen je leerlingen? Zodat ze leren zien wat iemand graag als eerste fase in zijn leerproces wilt hebben of nodig heeft. En dat je daarop leert anticiperen! Het is belangrijk dat docenten de lesstof op verschillende manieren kunnen aanbieden, en niet alleen op de manier die ze zelf fijn vinden of gewend zijn van hun docenten. Verder benadruk ik altijd dat het doen, het ervaren, ook met de ogen dicht kan, zonder de spiegel. Zodat de leerlingen echt voelen wat er in hun lijf gebeurt. 

Welke leerdoelen heb jij voor jouw eigen leerlingen?

Ik werk veel aan de conscious en unconscious mind. Veel leerlingen worden nu gestimuleerd door positieve feedback, zodat ze in hun conscious mind zeggen: ‘Ik doe het goed, ik kan het’. Maar als je unconscious mind zegt ‘Ik kan het niet', dan ga je het niet redden in de danswereld. Dus om daarop te coachen als docent, dat is zo interessant! Dat zie je ook als je professionals opleidt. Al hebben ze nog zoveel talent, degenen die het uiteindelijk gaan redden zijn de dansers met een fantastisch geïntegreerde persoonlijkheid. En niet degenen die door faalangst en problemen in de unconscious mind zichzelf tegenhouden. Dat is ook niet waar je naar wilt kijken als publiek, want die onzekerheid zie je toch altijd terug op het toneel. 

Waar komt jouw interesse in psychologie vandaan?

Nou ja, gewoon, de mens. Toch? Mensen vragen ook weleens aan mij: ‘Wat vind je interessanter, de kunst of de mens?’ Wat een domme vraag! In de danskunst werk je met mensen die bewegen, en in die beweging zie je ook de puurste essentie van de mens. Daar kan je niet liegen. Dus voor mij is er niks interessanters dan dan de pure mens die zich uitdrukt in dans. 

Ik heb ruim twintig jaar geleden de educatie-afdeling van Nederlands Dans Theater opgezet, en toen gaven we cursussen ‘meer genieten van het kijken naar dans’. Daar kwamen vooral vrouwen op af die van dans hielden, maar die namen hun man mee in de hoop dat die dans ook leuk zou gaan vinden. En het grappige was, want in die cursussen gingen we ook bewegen, dat die mannen veel meer durfden! Die leerden genieten van dans door het te doen. Niet door ernaar te kijken. Maar door die ervaring gingen ze er wel ineens meer in zien en meer begrijpen van dans. 

Dat heeft weer te maken met de psyche: hoe leert men? Dat vind ik echt magisch.

Kwam het vak psychologie ooit tijdens jouw studies aan bod?

Het vak niet, maar dat gedachtegoed zat wel verweven in de Laban opleiding die ik heb gedaan. Daar klikte voor mij alles in elkaar waar ik altijd al naar op zoek was. Rudolf Laban heeft namelijk zijn theorie over Effort ontwikkeld samen met de psycholoog Carl Jung. Sowieso vind ik Jungs manier van analyseren hoe de mind werkt intrigerend. Ook de developmental movement patterns, zoals die later door Irmgard Bartenieff en Bonnie Bainbridge Cohen zijn doorontwikkeld, zijn onderdeel van de Laban-analyse. Dat gaat over hoe bewegingspatronen zich ontwikkelen en hoe dat samenloopt met de ontwikkeling van de mind, en ook elkaar weer beïnvloedt. Ja, dat is fascinerend! 

Joans favoriete boek Making Connections is te koop via Bol.com voor € 56,50.

Welk boek zou je onze lezers aanraden?

Mijn bijbel, al jaren, is Making Connections: Total Body Integration through Bartenieff Fundamentals uit 2000 van Peggy Hackney. Ik gebruik dit boek dagelijks met mijn studenten. En iedere keer dat ik het lees ontdek ik weer nieuwe dingen! 

In dit boek legt Peggy uit hoe het lichaam wordt aangestuurd door de hersenen in alle ontwikkelingsfases. Van embryo tot aan de geboorte, alle fases van het jonge kind, plus hoe professionele dansers zich ontwikkelen. Die kennis over hoe je danstechniek opbouwt is voor mij echt onmisbaar. En ze legt niet alleen uit hoe de spieren en de hersenen werken, maar ze geeft ook opdrachten. Zodat je leert hoe je iets, een bepaalde beweging, voor elkaar moet krijgen. Daarbij geeft ze allerlei pedagogische-didactische suggesties.

Is Peggy Hackney ook jouw rolmodel?

Ja, een van de vele. Ten eerste is Peggy een prachtige danseres geweest! Toen ik nog op Codarts werkte, heb ik haar vaak uitgenodigd als gastdocent. Zelfs toen ze al in de zeventig was, vielen nog steeds bij alle studenten de monden open als ze een stukje voordanste. Zij is dans in hart en ziel. Dat heeft niks met hoge benen te maken, maar met hoe geïntegreerd ben je, in je lichaam en je ziel… Als je dan beweegt, dan is het dans! En ze is zo’n wijs mens. Als zij praat, dan hang je aan haar lippen! Ze beweegt en spreekt met wat ik noem ‘embodied knowledge’.

Peggy was mijn docent en scriptiebegeleider toen ik Laban Movement Analysis studeerde in New York in 1989. En van 2010 tot 2012 was ik twee jaar lang haar teaching assistant bij de deeltijd master Integrated Movement Studies in Salt Lake City, waar zij directeur van was. Het was heel leuk en leerzaam om te zien hoe zij die opleiding vormgaf. 

Welke droom wil je nog verwezenlijken?

Ik zou graag nog een expertise-conferentie organiseren, met daarin alle dansmethodiek en didactiek specialisten van Nederland. En dan natuurlijk ook buitenlandse toppers uitnodigen. Verder kwam vanuit Kroatië en Slovenië het verzoek om tutorials te ontwikkelen en die gratis via YouTube te verspreiden. Maar ja, daar heb je veel geld voor nodig, om dat te ontwikkelen. Dat hebben we via Europese gelden geprobeerd, maar dat is nu even gestrand. Maar ik blijf op zoek naar wegen om mijn legacy in kennis en ervaring achter te laten voor jonge docenten en danskunstenaars.

Wist je dat Joan van der Mast lid is van Dansdocent.nu? Word ook lid van ons magazine!

Bio Joan van der Mast

Joan van der Mast is docent, choreograaf, coach en consultant in moderne dans en Laban Movement Analysis. Ze studeerde dans (BA, Codarts) en choreology (MA, Trinity Laban). Verder is ze gecertificeerd in Laban Movement Analysis, yoga en pilates. Momenteel werkt ze bij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, Zagreb Dance Academy (Kroatië), Dansacademie Alma Mater Europaea in Ljubljana (Slovenië) en de Universiteit van Goce Delchev (Noord-Macedonië) en Borderline Danza (Italië) Verder is ze artistiek directeur van New Dance Center in Den Haag.


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacqueline de Kuijper

Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde in 2013 af met een master in Dance aan Mills College in Californië. Daarvoor studeerde ze dans- en theaterwetenschap, kunstgeschiedenis, filosofie en psychologie aan University College Utrecht. Na haar afstuderen schreef ze voor Dans Magazine en werkte ze als pilatesdocent in Utrecht. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te informeren en inspireren met Dansdocent.nu. En in 2022 is daar Dansers.nu bijgekomen: een nieuw online magazine voor dansers en makers in Nederland.