In de spotlight: choreograaf Anne Suurendonk
INTERVIEW | Anne Suurendonk (36 jaar) is de winnaar van de Innovatieprijs van de Nederlandse Dansdagen. Daarmee wint ze € 25.000 om een nieuwe choreografie te maken voor de volgende editie van het festival. Dat zal gaan over de emotionele binnenwereld van de vrouw, want ze maakt graag voorstellingen over emoties en innerlijke processen. Wie is Anne? Wat inspireert haar? En wat wil zij overdragen aan de jonge dansers die zij lesgeeft? Dat lees je in dit extra lange interview!
Wat betekent het voor jou om de innovatieprijs te winnen?
Ik ben er heel blij mee, omdat het betekent dat mijn werk gezien wordt. Ik ben namelijk van nature niet iemand die brutaal is, of continue bezig met mezelf op de voorgrond te zetten en mijn werk te verkopen. Dat is gewoon minder mijn ding. Ik houd heel erg van het maken en met dansers werken. Daar is mijn focus. Dus om dan toch de innovatieprijs te winnen is voor mij, als iemand die introvert en bescheiden is, heel bevestigend. Het zegt mij dat het oké is om mijzelf te zijn en dat ik ook op deze manier gezien kan worden. En ik denk eigenlijk ook dat het goede eigenschappen zijn om te hebben. Dus de boodschap die ik uit het winnen van deze prijs haal is: blijf zo doorgaan, want het werk spreekt voor zich en de mensen die je moeten vinden die vinden je wel.
Had je het verwacht?
Nee, ik had ook de nominatie helemaal niet aan zien komen. Ik weet nog precies waar ik was toen ik het belletje kreeg in februari. In de studio bij Korzo, daar deed ik een onderzoek, we hadden net pauze. Ik was heel blij en ontroerd. Het was echt een ontlading. Ik voel ook nu de tranen weer opkomen, omdat het veel voor me betekent. Want ik ben al best wel een tijdje aan het strijden om vooruit te komen op mijn manier. Het moet goed voelen en ik wil dicht bij mezelf blijven. Dat vind ik belangrijk. Maar ik weet ook: dat is de lange weg.
Ik ben jarenlang vooral bezig geweest met studeren op dat werk, op het choreograferen. Omdat ik dat gewoon heel erg vet vind. Daar wil ik goed in worden en dat begrijpen. Ik heb geen choreografie gestudeerd en ben uitvoerend opgeleid, maar ik voelde al snel dat ik moest maken. Dus dat ben ik toen gewoon gaan doen, met alle onzekerheden die daarbij komen. Je maakt jezelf ook zo kwetsbaar als maker, omdat je zoveel van jezelf in het werk stopt. Het heeft lang geduurd voordat ik ontdekte waar het werk voor mij over moet gaan en hoe ik dat dan doe.
Pas afgelopen jaar, met High, had ik het gevoel dat ik de sleutel heb gevonden. Het is de voorstelling waar ik het meest eigenzinnig in ben geweest. Ondanks alle goede adviezen van de mensen om me heen die me steunen en willen helpen, was het voor mij even nodig om heel eigenwijs te zijn. Om te doen wat goed voelt voor mij en te maken wat ik vet vind en mooi vind. Geen concessies. En daar is iets uitgekomen wat voor mij voelt als het begin van een nieuw hoofdstuk.
High markeerde ook mijn einde als huischoreograaf bij Danstheater AYA. Vanaf nu sta ik weer op mijn eigen benen en ik weet niet wat er gaat komen. Dus dat is heel spannend. En om dán dat telefoontje te krijgen dat ik genomineerd ben voor de Innovatieprijs… En ‘m vervolgens ook nog eens te winnen! Ja, dat kwam voor mij echt op het goede moment.
Je mag voor de Nederlandse Dansdagen 2025 een nieuw stuk maken. Waar zal dat over gaan?
Als ik het heb over die sleutel die ik gevonden heb… Wat voor mij nodig was om helder te worden in wat ik wil maken, is dat ik mij moest realiseren hoe persoonlijk het werk eigenlijk is dat ik maak. Ik heb het lang op een veilige afstand willen houden door te zeggen: het gaat over ‘de mens’. Maar het gaat eigenlijk over mij. Ik creëer vanuit mijn eigen ervaringen en wat er is opgeslagen in mijn lichaam. En dat is heel rijk, omdat ik veel heb meegemaakt. Dus het gaat ook over mijn pijn, mijn trauma’s, en de dingen die ik moeilijk vind. Maar ik was bang dat als het te veel over mij zou gaan, andere mensen het niet meer zouden begrijpen. Al heb ik inmiddels geleerd dat hoe persoonlijker ik het durf te maken, hoe meer andere mensen zich erin herkennen.
Dus waar gaat het nieuwe stuk over? Over emoties. Specifiek: de emotionele binnenwereld vanuit mijn ervaring, beleving en perspectief als vrouw. Daar heb ik begin dit jaar al een onderzoek naar gedaan, toen ik met dansers Evelien Jansen en Melisa Diktas in residentie was bij Korzo. Alle kleuren die in mij leven neem ik daarin mee. Want ik ben mij gaan realiseren dat van vrouwen nog steeds wordt verwacht dat we ons op een bepaalde manier gedragen en dat we minder vrij zijn dan mannen. Zoals dat vrouwen niet emotioneel of boos mogen zijn. Dat wordt snel gezien als een zwakte of als ongemakkelijk ervaren. Maar wat als we dat los mogen laten? Wat is de meest eerlijke en oprechte expressie van die emoties, zonder concessies, zonder codes? Wat als alles er gewoon mag zijn? En ook: is het misschien goed dat we niet alles de vrije loop laten? Dat wil ik uitzoeken.
Op welke vlakken is jouw werk innovatief?
Ik ben heel feministisch, ook in het werk dat ik maak. Ik vind het belangrijk om vrouwen stevig neer te zetten. Dus niet alleen verfijnd en kwetsbaar maar ook hard en vurig. En ik ben geintereseerd in de donkere kanten, zoals rouw, gemis en eenzaamheid. Hoe geef je die vorm?
Ik heb de dansacademie gedaan, maar ik voelde me toen al niet volledig thuis in de bewegingstalen die ik op de Academie voor Theater en Dans in Amsterdam aangereikt kreeg, zoals jazz en moderne dans. Dus toen is dat onderzoek begonnen naar: hoe geef ik hoe ik mij voel vorm door middel van beweging? Mensen zijn geen lijnen. We zijn rond en het is rauw wat we voelen. Op zoek gaan naar het dierlijke in jezelf en je sensualiteit, dat duwt je al in een bepaalde vorm, richting de grond. Dus gewoon door te voelen en te oefenen en heel veel - echt eindeloos - frases te maken, heeft mijn bewegingstaal zich ontwikkeld.
En dus ook door mijn bagage, want in mijn taal zit ook mijn pijn en mijn vechtlust. Maar ook mijn levenslust! Ik ontspan bijna nooit volledig. Ik ga op zoek naar wat ongemakkelijk is in mijzelf, omdat dat bij het leven hoort, en ik werk met de kwetsbare gebieden van het lichaam, zoals de hals en het bekkengebied. Het gaat bij mij ook om het activeren van jezelf, door middel van de bewegingen te roeren in jezelf en jezelf binnenstebuiten te keren.
Wie zijn jouw rolmodellen?
Ik heb niet echt rolmodellen. Ook als student had ik die niet. Ik ben gaan maken omdat ik zelf iets miste. Maar er zijn wel mensen die mij geïnspireerd hebben, zoals Lucien Denny. Ik leerde hem kennen toen ik in het eerste jaar van de opleiding Jazz Musical Dans zat (nu: Expanded Contemporary Dance, red.) en hij zat toen in de derde. Met hem ben ik begonnen met maken. Want in hem zag ik terug dat dans persoonlijk en emotioneel mag en kan zijn, en hoe mooi en sprekend dat is. Dat heeft mij heel erg geïnspireerd om die zoektocht over die binnenwereld aan te gaan en door te zetten en te ontwikkelen. Dus ik weet niet hoe het was gegaan als ik hem nooit had ontmoet.
En in 2012 ging ik naar een voorstelling van Hofesh Shechter: Sun. Wat ik daaraan heel bevestigend vond was dat hij je een ervaring laat beleven. Dat je je niet langer ervan bewust bent dat je naar dans kijkt in het theater, maar dat je als het ware in een film terechtkomt. En ik denk dat dat komt doordat alle elementen in zijn voorstellingen in balans zijn en muziek een essentieel onderdeel is. Want ik ga aan van de kracht van geluid, maar vaak als ik naar voorstellingen ga kijken dan mis ik die power. Dan vormt de soundscape enkel achtergrondgeluid. Maar bij die voorstelling van Hofesh was de muziek heel aanwezig, maakte impact en speelde een belangrijke rol bij wat de voorstelling moest overdragen. En dat is iets waar ik in mijn werk ook op zoek naar ben. Dus toen ik dat zag, dacht ik: zie je wel, dit kan!
Met welke muziek werk jij graag?
Muziek is voor mij een grote inspiratiebron! Mijn liefde voor muziek is namelijk groter dan mijn liefde voor dans. Dans is mijn passie, mijn overlevingsmechanisme en het houdt me gezond, maar zonder muziek is er voor mij geen dans. Dus de kracht van geluid en hoe dat je direct naar een bepaalde plek in jezelf kan brengen, en vanuit daar laten sturen naar beweging… Dat is magisch. Ik houd van ritmisch werken. Ik heb geen achtergrond in de hiphop qua dans, behalve house lessen die ik vroeger kreeg op de academie. Maar ik luister al sinds mijn puberteit veel naar Nederlandstalige hiphop, en dat nam ik mee de studio in om zelf te ontdekken hoe ik die geluiden en klanken kon vertalen naar mijn lichaam.
Nu werk ik vaak samen met Tom van Wee. Ik was zijn dansdocent toen hij nog op de 5 O’Clock zat, dus ik ken hem al heel lang. Na zijn dansopleiding heeft hij zichzelf leren componeren en nu werkt hij voor verschillende choreografen (zoals Dalton Jansen, red.) en ook oud docenten van mij. Dus ik hoorde zijn muziek bij de voorstellingen waar ik kwam. Toen ben ik verliefd geworden op de kunst die hij maakt. Dus tegenwoordig probeer ik te regelen dat hij mee kan als ik ergens een klus heb. Want Tom geeft geluid aan mijn binnenwereld alsof het de zijne is. Hij begrijpt mij en wat ik wil zeggen. Hij weet hoe Anne klinkt. En ik voel dat ik, als choreograaf, de beste versie van mezelf kan worden doordat hij muzikaal doet wat hij doet.
Je werkt veel als gastchoreograaf op dansopleidingen. Wat zijn dan jouw leerdoelen voor de studenten?
Ik begin altijd met het studeren/trainen op de bewegingstaal waarmee ik werk. Dat is voor mij altijd het vertrekpunt, want daardoor kunnen zij ook mij leren kennen en leren waar mijn werk over gaat. Het is voor mij een moment om te voelen met wie ik in de ruimte ben, wat ze al kunnen én wat zij nog nodig hebben. Want als ik met studenten werk, laat ik mij leiden door dat waarvan ik denk dat zij wat aan gaan hebben.
Wat ik vaak merk is dat studenten moeite hebben met het van binnen naar buiten werken. Dus dat het niet alleen gaat over de vorm. Mijn bewegingstaal is supertechnisch, maar het gaat niet om de techniek. Het gaat om wat het uitdraagt en de beleving. Vroeger dacht ik: ja, maar die emotionele expressie is toch wat dans is, dat is toch waarom we dans maken? Maar dat is niet zo vanzelfsprekend. Dus daar loop ik dan tegenaan, dat studenten het moeilijk vinden het persoonlijk te maken omdat ze dat niet durven of niet weten hoe. Maar ik geloof dat door iets in jezelf te bewegen als danser je iets in beweging kunt zetten bij de kijker. Dus daar ben ik dan veel met ze mee bezig. Ik zeg ze ook altijd: jij als mens staat op één, jij doet ertoe.
En we werken veel aan kracht! We leven echt in een tijd van het ‘zeewieren’. Er is heel veel ‘water’ binnen de dans, heel veel flow. En dat is supermooi, alleen ik mis vaak een bepaalde stevigheid. Vooral bij vrouwen mis ik attack. Maar ook dat hoort bij ons als mensen: de scherpte, en het aarden, het grounden, de diepte vinden. Bij studenten merk ik vaak dat die kwaliteit wat minder natuurlijk is, dus daar moet ik dan wat meer op duwen. Want ik denk dat het als danser heel goed is dat ook dat onderdeel is van je palet.
Hoe heb jij leren doceren?
Door het te doen en heel veel te oefenen. Net zoals ik heb leren maken door het te doen. En ik ben ook blij dat ik geen docenten- of choreografieopleiding heb gedaan, want ik ken geen regels. Ik leer zelf beter door te doen, door te vertrouwen op mijn mensenkennis, en door te vertrouwen op de ervaring die ik heb op het moment. En door zelf het voorbeeld te zijn! Vroeger op de academie voelde ik ‘m soms niet als een docent iets bij ons wilde losmaken, omdat ik dan dacht te zien dat hij of zij het zelf niet ‘leefde’. Maar ik denk nog steeds dat het het meest inspirerend is als je het kan zien en voelen wat er van je wordt gevraagd. Dus als ik openheid vraag van mensen, dan moet ik dat laten zien.
Ik heb ook echt heel veel lesgegeven. Deels omdat ik moest rondkomen, deels omdat ik wilde maken. En als docent maak je veel frases en choreo’s. Door bezig te zijn met die overdracht van het materiaal dat ik maakte en alle vragen die er dan van leerlingen op je afkomen, werd ik gedwongen er keer op keer mijn analyse erop los te laten. Daardoor ben ik steeds beter gaan begrijpen wat ik aan het doen was.
Waar haal jij voldoening uit?
Ik ben gezegend met heel veel mooie momenten. Het komt vaak bij me binnen. Dat is ook mijn missie. Ik wil dat mensen ontroerd raken en bij hun hart komen. Ik wil niet dat mensen naar huis gaan met allemaal gedachtes over dingen, maar dat ze voelen dat ze iets hebben mogen beleven. Ik wil dat mensen geraakt worden door wat ik maak. Dat kan bij het publiek zijn, maar ook bij de dansers waarmee ik werk.
Ik vind het ontroerend dat mensen zich zo kwetsbaar op durven te stellen bij mij en ik hun vechtlust mag zien. Of wanneer ze in hun kracht staan en ik ze boven zichzelf uit zien stijgen. Het raakt mij als ze dingen overwinnen die ze moeilijk vinden, zoals wanneer ik iets vraag van iemand wat uitdagend is. Dat ontroert me, want ik zie het niet als vanzelfsprekend dat mensen bereid zijn er zoveel in te stoppen en dat ik zoveel vertrouwen voel.
De mensen met wie ik werk zijn voor mij heel belangrijk, want ik zie mijn werk als een studie van de mens. En de dansers die met mij werken voelen zich op hun beurt veilig bij mij. En dat zorgt ervoor dat ze ver durven te gaan en veel durven te geven. En dat is zó bijzonder! Ook soms overweldigend, omdat ik een grote verantwoordelijkheid draag. Maar ik geloof in zelf het voorbeeld zijn. Wat ik vraag van hen, zoals veel geven, hard werken en jezelf kwetsbaar opstellen, dat doe ik ook, met hun. En dat werkt heel goed.
IN DE SPOTLIGHT
Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!