In de spotlight: jonge dansdocent Yasmin Diktaş

Foto: Elise Borsboom / Capture This Collective

INTERVIEW | Yasmin Diktaş (24 jaar) is pas nét afgestudeerd als dansdocent, maar timmert al flink aan de weg. Haar afstudeervoorstelling werd beloond met de Henny Kamerman Dansersprijs en deze is ze nu aan het uitwerken tot haar eerste professionele voorstelling: Azadî. Hiermee onderzoekt ze de impact van wereldproblemen op onze emoties. Ondertussen geeft ze les aan de 5 O'Clock Class. Ook geeft ze workshops in het voortgezet onderwijs en in asielzoekerscentra. De ‘driehoek van maken, doceren en zelf dansen’ staat centraal in haar loopbaan.

Waar gaat je eerste professionele voorstelling over?

Over al het leed in de wereld. En wat dat met mij doet. Ik ben altijd heel gevoelig geweest. Dat is nogal een onderwerp in mijn leven. Ik voel heel snel de pijn van een ander, ook als jong meisje al. Tot op het punt dat mijn ouders dachten van: ze is echt nog heel jong, waarom gaat dat haar aan dat die vreemde persoon pijn heeft of door iets heen gaat? 

Dat heb ik ook als ik kijk naar wat er nu allemaal gebeurt in de wereld, bijvoorbeeld de situatie in Palestina. Maar ook de situatie bij mijn eigen Koerdische volk, want de Koerden leven ook al jarenlang in genocide en onderdrukking. En ook mijn Indonesische kant draagt een geschiedenis van kolonisatie met zich mee, wat ook weer een emotionele lading met zich meebrengt. Hierdoor voel ik telkens dat ik van de daken wil schreeuwen dat dit gaande is! Ik wil gewoon aandacht hiervoor, ook al kan ik zelf hier zo weinig aan veranderen. 

Met Azadî (vrijheid) onderzoek ik de impact van wereldproblemen op onze emoties. Want misschien kan ik maar gewoon het beste mijn gevoel uiten en mijn tranen laten stromen. Zodat die tranen, op een manier, energie sturen naar die mensen die lijden. Zo voel ik dat. Dat klinkt misschien een beetje zweverig, maar door bij hen te zijn met mijn gedachten en door hun pijn te voelen… Dat kan denk ik ook al veel doen. Het helpt mij in ieder geval om al dat leed een plekje te geven door erover te dansen. Daarom dans ik ook zelf mee in de voorstelling. Samen met enkele van mijn voormalige stageleerlingen van de dansopleiding van PACT+ en enkele alumni van de AHK. 

Dit is de laatste week dat je kunt bijdragen aan de crowdfunding van Azadi op Vooordekunst. Doneer nu en help Yasmin haar doel van € 7.000 te bereiken! De voorstelling gaat in première op 9 maart 2025 in Theater de Drukkerij in Alkmaar en zal op 8 april 2025 te zien zijn in Podium Mozaïek in Amsterdam.

Hoe onderzoek je die thematiek?

Dat doe ik met mijn dansers in de studio, maar ook in asielzoekerscentra met stichting De Vrolijkheid die kunstprojecten organiseert op azc’s in Nederland. Ik werk nu voor hen aan een lessenreeks waarin ik dans en coaching combineer om veerkracht te bevorderen. We werken daarin toe naar een fototentoonstelling met gepersonaliseerde verhalen. Deze verhalen worden vervolgens verwerkt in de dansvoorstelling zelf, waardoor hun stemmen samen met de mijne de voorstelling kracht bijzetten. We gaan de fototentoonstelling, aangevuld met teksten gebaseerd op de gesprekken en workshops, presenteren in de foyer van het theater waar mijn voorstelling speelt.

Waar zette jij jouw eerste danspassen?

Waarschijnlijk op een bruiloft! Of anders in de woonkamer. Ik begon al heel jong onbewust met dansen, want in de Koerdische cultuur van mijn vader werd altijd gedanst als we met familie samen waren. Die dansjes leerde je dan vanzelf. Mijn vader heeft daarin ook lesgegeven, in Koerdische dans. Daarvan zie ik nu ook invloeden in mijn eigen contemporary bewegingstaal, vooral het met mijn schouders schudden. En ik denk ook het gevoel voor ritme, omdat ik soms een bepaald ritme automatisch oppak als ik aan het bewegen ben. Wanneer ik in de muziek een ritme hoor wat ik herken uit die Koerdische dans, dan voel ik echt een vuurtje branden. Verder heb ik vóór mijn dansopleiding vooral les gevolgd in hiphop, wat ik als kind ontdekte via een vriendinnetje op de basisschool. 

Mijn moeder danste ook. Zij deed Polynesische dans. Dat is een soort Hawaiiaanse dans, ook al zijn we Indonesisch. En mijn oma danste Javaanse dans. Daar ben ik me nu in aan het verdiepen, dus dat zie ik ook steeds meer terug in mijn bewegingstaal. Mijn oma is sowieso echt mijn rolmodel. Ik bewonder haar drijfveer: het door blijven gaan als je niet meer kan, toch je grenzen opzoeken. Dat heb ik echt meegenomen in mijn proces als danser, waardoor ik soms ook te ver ging… Dus dat was niet altijd goed voor mij! Maar ik haal altijd veel kracht uit mijn oma, ook na haar overlijden. Voordat ik het podium op ga, noem ik altijd even haar naam. Zij geeft me zoveel energie en inspiratie, want zij heeft heel veel bereikt met de energie en kracht die zij had. Het doet mij geloven dat ik ook veel kan bereiken!

Waar heb jij je opleiding tot dansdocent gevolgd?

Op de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). Dat verliep eigenlijk heel goed, ik vond daar echt mijn eigen bewegingstaal. Of ja, ik zit echt nog wel in mijn bewegingsonderzoek! Maar ik ging daar veel de studio in, na school, om te trainen. Ik weet nog dat een docent in het eerste jaar, Melvin Fraenk, iets tegen me zei van: “Het is belangrijk dat je nu even alleen de studio in gaat en lekker gaat improviseren zonder oordeel naar jezelf, gewoon even helemaal losgaan. Zodat je uit kan vogelen waar jouw bewegingen vandaan komen.” Door dat heel vaak te doen en te filmen en terug te kijken, want dat doe ik veel, en dan van die bewegingen weer choreografieën maken… Daardoor heb ik nu een duidelijker beeld van wat bewegingen zijn die ik vanuit mijn eigen roots heb meegenomen. Uit die combinatie van mijn culturele roots en hiphop en andere invloeden ontstond iets wat het meest lijkt op contemporary. Maar toen ik op een gegeven moment merkte dat ik wat technieken miste, ging ik ook de balletlessen op de opleiding meer waarderen.

Als je geen dansdocent was geworden, welk vakgebied zou je dan hebben gekozen?

Sociaal werk, daar heb ik ook een opleiding voor gedaan. Tijdens die studie stopte ik een tijdje met dansen, maar ik miste dat creatieve toch wel heel erg. Mijn zussen dansen ook professioneel en mijn oudste zus (Melissa Diktaş, red.) ging toen het werkveld in. Telkens als ik naar haar keek, merkte ik weer hoe leuk ik het dansen vond. En ik dacht: het is bij haar gelukt, dus het zou mij misschien ook wel kunnen lukken! Toen heb ik ervoor gekozen om toch, na mijn opleiding sociaal werk, auditie te doen bij Docent Dans op de AHK. 

Zie je die interesse in het sociale domein nu terug in je werk als dansdocent?

Ja, dat denk ik wel. Ik dacht toen al tijdens de opleiding: als ik iets met dansen ga doen wil ik het sociaal werk nooit loslaten. En nu kan ik dat dan op een mooie manier verbinden. Omdat ik ben gaan kijken hoe je emoties kan triggeren door middel van beweging. Dus bijvoorbeeld als je trauma wilt releasen, dat je dan kunt gaan schudden. Toevallig zit in mijn bewegingstaal ook veel met je schouders schudden. Of die ontlading die je kunt voelen als je een bepaalde staat van fysieke uitputting bereikt. 

Dat heb ik mogen ervaren in de danslessen die ik heb gegeven op het azc in Den Helder. Het is zo mooi om te zien hoe de jongeren even al hun problemen vergeten in mijn les. Ik kom dan bij die tieners thuis, die samen in een soort huis wonen, zonder ouders. Ik stap hun gedeelde woonkamer in en dan schuiven we alle tafels aan de kant om te gaan dansen. Ik moet ze echt uit bed uit sleuren om mee te komen doen, maar aan het einde staan ze helemaal te springen en ontstaat er een dansfeestje na de les! 

Je bent niet alleen dansdocent maar ook uitvoerend danser en maker. Heb je wel bewust voor het docentschap gekozen?

Ja, het docentschap is voor mij een fijne houvast. Ik geloof erin om dat driehoekje te behouden: docentschap, uitvoerend dansen en maken. Dat vult elkaar heel erg aan. Maar er ligt vooral een sterke basis bij het docentschap. Als ik dat regelmatig aan het beoefenen ben, dan verloopt mijn werk in het makerschap ook beter. Want daar heb je toch een bepaalde docent-kwaliteit nodig om je materiaal over te dragen. En als ik veel lesgeef, merk ik dat ik als uitvoerend danser mijn eigen taal ook beter begrijp, doordat ik het ook als docent kan uitleggen aan een ander. En mijn docentschap wordt beter als ik soms een uitvoerende opdracht doe als danser, want dan zie ik een bepaalde drive bij mijn mededansers die ik dan weer mee mijn danslessen in neem. Of de manier van overdragen van een choreograaf inspireert me dan weer in mijn manier van lesgeven. 

Waar haal jij je inspiratie voor je danslessen vandaan?

Voor het choreografisch materiaal haal ik mijn inspiratie uit mijn improvisaties in de studio. Maar in mijn lesopbouw word ik geïnspireerd door Faizah Grootens. Van haar had ik les op de AHK. Zij had echt een duidelijk curriculum en dat was voelbaar in de lessen. Sowieso heeft ze een doel voor het hele jaar, met dan per blok een vaste structuur om te werken naar dat einddoel. Die structuur sprak ze niet per se uit, maar als leerling ging ik die wel herkennen. Daardoor merkte ik veel groei bij mezelf als danser. Ze heeft een vaste opwarming waar voor mij heel veel rijkdom in zat. Daarin zet ze echt in op het bewustzijn van je lichaam en de energieën die je hebt, en dat je die ook kan sturen als je beweegt. Dus dat het meer is dan alleen maar pasjes! En dat bewustzijn van lichaam en energie past ze ook toe in de diagonaal en in improvisatieoefeningen. Die vaste opbouw gebruik ik ook graag in mijn eigen lessen. 

Verder vind ik Anne Suurendonk heel inspirerend, als maker én als docent. Haar werk is puur en draagt een urgentie met zich mee. Wat me aan haar manier van lesgeven inspireert is dat ze je écht graag iets wil leren. Niet dat andere docenten dat niet doen, maar ik voel bij haar dat ze zélf er helemaal in zit, alsof ze constant wil meedoen. Ze voelt je energie ook duidelijk aan. En ze pusht je om je fysieke grenzen op te zoeken, om uit te zoeken: waar kun je allemaal heen met je lichaam, als je je energie bewust richting geeft? Dus net als Faizah verbindt ze overal die energie aan. Dat vind ik heel interessant.

Wat is het meest inspirerende moment dat je het afgelopen jaar met jouw leerlingen hebt meegemaakt?

Ik denk het moment met mijn leerlingen van de dansopleiding van PACT+, met wie ik ook het onderzoek voor mijn voorstelling heb gedaan. Ik merkte dat sommige jongeren in eerste instantie niet zoveel bij het onderwerp voelden, maar dat ze uiteindelijk echt in tranen van het podium af gingen. Daarna hadden we een gesprek met z’n allen. Dat creëerde echt een sterke band maar liet ook zien dat het toch echt iets heeft gedaan met de dansers. Ik kreeg op dat moment ook zulke fijne woorden van de dansers, in tranen, van: “Ja ik weet niet wat er gebeurde, maar ik voelde gewoon iets, die empathie die je probeerde over te brengen aan ons.” En een van hen zei ook: “Ik ben door dit proces ook zelf gaan onderzoeken van wat gebeurt er nou eigenlijk echt in de wereld?” Dus het heeft een stukje bewustzijn gecreëerd van hun eigen emoties. 

Wat voor advies zou je geven aan andere jonge dansdocenten?

Altijd consent vragen voordat je je leerlingen aanraakt! Dat vind ik het allerbelangrijkste. Want dat werd bij mij niet altijd gedaan en dat bracht soms vervelende ervaringen met zich mee, waar ik ook echt schade aan heb overgehouden. Dat gun ik echt niemand! Ik vind het zo belangrijk dat dat in de volgende generatie niet gebeurt. Zo ben ik meerdere malen in mijn leven niet alleen ongewenst benaderd buiten de lessen om, maar ook ongewenst aangeraakt. Ik wil daarover niet al te ver in detail treden, maar het ging in die periode helemaal niet goed met mij. Ik kreeg last van hyperventilaties en paniekaanvallen. En ik dacht op een gegeven moment zelfs dat het aan mij lag. Ik merk dat er in de danswereld nog te weinig actie wordt ondernomen en er geen confronterende gesprekken worden aangegaan. Dat moet echt anders!

Een ander advies zou zijn: verdiep je echt in wat je je leerlingen wilt leren. Dat heb ik meegekregen uit de hiphop. In die community zijn er bepaalde foundations waarvan het heel belangrijk is dat je daar de achtergrond van kent. Dat je wel echt je research hebt gedaan. Dat neem ik mee in andere stijlen. Als ik het Koerdische stukje in mijn contemporary stijl meeneem dan ga ik onderzoeken: waar komt deze beweging precies vandaan? En dan draag ik dat ook over. In contemporary ga je misschien minder in op dat culturele en heeft iedereen een beetje zijn eigen aanpak. Maar ook in contemporary kun je kijken naar de aanzet van de beweging: waar komt nu echt de beweging vandaan in je lichaam?

Heb je zelf te maken (gehad) met grensoverschrijdend gedrag? Vermoed je dat iemand in je omgeving hier last van heeft? Of heb je iets meegemaakt waarover je twijfelt of je het moet melden? Op de website van Dansveilig vind je een overzicht van advies- en meldpunten. Op deze website ontbreekt nog het meldpunt van Kim Koumans: dansvoorjeleven.nl. In de Kennisbank van Alliantie Dans Veilig vind je meer informatie om seksueel misbruik in jouw dansschool te herkennen en vooral te voorkomen. En op deze pagina op Dansdocent.nu vind je een overzicht van het nieuws dat onze redactie over dit thema verzamelde. Zoals deze intimiteitstoolkit en de website Sociale Veiligheid Podiumkunsten.

Wat is jouw grootste droom?

Dat is nu mijn eigen company creëren. Dat ik echt kan zeggen: ik heb mijn eigen company, ik maak mijn eigen stukken, en het loopt. En dat ik niet alleen in Nederland mag spelen maar ook daarbuiten. Het belangrijkste vind ik gewoon dat ik daarin mijn boodschappen kwijt kan. Want ik voel wel dat ik echt iets te vertellen heb en dat het echt gaat om maatschappelijke onderwerpen. Zoals wereldproblematiek in mijn nieuwe voorstelling, maar ik heb ook een stuk over partnergeweld waar ik aan ben begonnen en wat ik heb laten rusten omdat ik voelde dat het misschien op een ander moment nog zou kunnen groeien. En een ander thema dat ik interessant vind zijn vrouwenrechten, want dat linkt ook weer aan mijn Koerdische achtergrond. Dat is een lang verhaal, maar er is een groep vrouwelijke Koerdische strijders die vechten voor vrouwelijke vrijheid in gebieden waar die niet vanzelfsprekend is. En zo zijn er heel veel dingen waar ik graag een stem aan wil geven door middel van dans. 


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Ilja Geelen

Ilja Geelen is hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze heeft een bachelor Docent Dans van ArtEZ in Arnhem, en een master Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sindsdien combineert ze verschillende rollen als maker, docent, performer, schrijver en organisator. Ze begon haar carrière in Marokko, waar ze twee jaar woonde. Nu choreografeert ze regelmatig in Egypte en woont ze ‘in een koffer’.