Dansles geven aan mensen met autisme: hoe doe je dat? Tobias vertelt!

Tobias Monsanto. Fotograaf: Ezme Hetharia.

DE JONGE DANSDOCENT | Tobias Monsanto is dansdocent en heeft autisme. Ondanks dat hij de struggles en strengths van zijn autisme kent, blijft hij zoeken naar betere manieren om hiermee om te gaan. Zo ook in het dansles geven: wat werkt wel en niet voor hem? Maar net zo belangrijk: hoe geef je les aan iemand die autisme heeft? In dit artikel combineert Tobias zijn ervaring als leerling en docent met autisme om je dat uit te leggen.

Aanpassingsvermogen

“Ik wil niet dat ik jullie alleen dansles geef, ik wil ook dat jullie dansles nemen.” Dat zei een van mijn dansdocenten aan de dansopleiding van Nova College Performing Arts aan het begin van het eerste jaar tegen ons. Hij legde hierbij uit dat het van belang is om als dansleerling vragen te stellen wanneer iets onduidelijk is, zodat je actief blijft meedoen in de les. Het gaat er bij een dansles dus niet alleen om dat de docent lesgeeft en hoe, maar ook hoe de leerlingen de les ontvangen en hoe ze (kunnen) omgaan met de leerstof.

Iedereen is anders en iedereen leert op diens eigen manier. Je zou kunnen zeggen dat dit dus ook een individuele aanpak van onderwijzen vereist. Toch sta je als dansleerling met je peers in dezelfde dansles, gegeven door een docent die weer op diens eigen manier lesgeeft. Een dansdocent kan namelijk maar tot een bepaalde hoogte differentiëren. Dit wil zeggen dat de docent de leerstof op verschillende manieren moet kunnen overbrengen om zo iedere leerling tegemoet te komen in het leerproces. Maar dit wil dan weer niet zeggen dat een dansdocent ‘simpelweg’ aan alle wensen van iedere individuele leerling kan voldoen. Ook van de leerling vereist het volgen van dansles dus het nodige aanpassingsvermogen.

Voor mij was het krijgen (en nemen) van dansles van nieuwe docenten op de dansopleiding al een hele verandering. Niet alleen kreeg ik te maken met andere docenten, maar dus ook met andere manieren van lesgeven (en krijgen). Ook stond ik met andere mensen in de lessen dan voorheen. Mijn ‘vaste clubje’ van de amateurdansschool was ik gewend. Die setting was kleiner, overzichtelijker en voorspelbaarder dan mijn nieuwe klas in Haarlem. Andere studio’s, in een ander gebouw, waar ik opeens dagelijks met het drukke, onoverzichtelijke en onvoorspelbare openbaar vervoer naartoe moest, om vervolgens lange schooldagen te maken… Dit waren voor mij allemaal veranderingen die ik door mijn autisme als extra moeilijk heb ervaren.

Het ‘moeilijke’ zat ‘m voor mij vooral in het feit dat al deze veranderingen veel en overweldigend waren. Het kostte tijd, maar vooral veel energie om alle nieuwe prikkels een plek te geven. Het was dus een kwestie van wennen. Maar de bovengenoemde uitspraak van een van de docenten was voor mij ook wennen. Dansles nemen… Ergens begreep ik wel wat hij ermee bedoelde, maar de uitspraak was voor mij niet concreet genoeg. Want hoe neem je dan dansles? Wat wordt er dan precies van mij verwacht? 

Ja, oké… Ik moet vragen stellen en actief meedoen. Maar het actief meedoen was voor mij al vanzelfsprekend. Door mijn autisme kon ik niet bedenken dat ik dat zo logisch vond dat ik het eigenlijk vanzelf al lang deed! En ik had ik denk ik ook niet door dat die opmerking van die docent misschien niet voor mij specifiek bedoeld was, maar voor bepaalde klasgenoten die niet zo actief meededen als ik. Hierdoor legde ik de lat voor mezelf nóg hoger en gaf ik altijd 100 procent tijdens danslessen.

Zo’n uitspraak is voor de meeste mensen wellicht duidelijk genoeg. Maar voor iemand met autisme had het dus duidelijker gemogen. Hoe had de docent het dan anders kunnen aanpakken? Hier kom ik later in dit artikel op terug.

Geef me duidelijkheid

Om dit artikel te schrijven heb ik het boek Geef me de 5 van Colette de Bruin geraadpleegd. De ondertitel van het boek luidt: Een praktisch houvast bij de opvoeding en begeleiding van kinderen met autisme. In dit boek komt naar voren dat mensen met autisme (waar het woord ‘kind’ wordt gebruikt, kan ook het woord ‘volwassene’ worden gebruikt) vooral gebaat zijn bij duidelijkheid. Deze duidelijkheid kan in de kortste samenvatting omschreven worden als antwoorden op de vragen Wat, Wanneer, Wie, Waar en Hoe. Dit zijn de vijf kernwoorden van het boek.

Wil je verder lezen? Log dan in!


DE JONGE DANSDOCENT

Hoera! Je bent afgestudeerd als dansdocent. En nu? In de rubriek ‘De jonge dansdocent’ lees je alles over de perikelen van een beginnend dansdocent. In 2023 is dat Tobias Monsanto, alumnus van de mbo dansopleiding aan het Nova College for Performing Arts in Haarlem. Wat komt hij tegen in het werkveld? Is hij daarop voorbereid door de opleiding? Wat zijn de successen? En de uitdagingen? Je leest het hier op Dansdocent.nu!

Tobias monsanto

Tobias Monsanto is redacteur van de rubriek ‘De Jonge Dansdocent’. Hij studeerde in 2022 af van de mbo dansopleiding aan Nova College Performing Arts in Haarlem. Zijn passie voor dans, theater en lesgeven is groot. Hij wil dan ook graag verder leren op het gebied van dans- en/of theatereducatie. Voor Dansdocent.nu schrijft Tobias sinds begin 2023 over zijn ervaringen als beginnend dansdocent. Op deze manier hoopt hij andere (beginnende en aankomende) dansdocenten te kunnen inspireren met zijn verhalen.