Help jongeren/volwassenen hun heupen te ontspannen door middel van contactimprovisatie
Ilja Geelen en studio-eigenaar Dalia el Abd in Danssabeel studio in Caïro
MUZIEK & LESMATERIAAL | Tijdens het geven van lessen in contactimprovisatie in Caïro merkte Ilja dat de meeste van haar leerlingen hun bekken op slot zetten. Zowel beginners als ervaren dansers verloren daardoor hun balans of bewogen houterig. Daarom maakte ze speciaal voor hen een les gericht op het loslaten van het bekkengebied, voor meer balans en flow. Dit lesplan zit vol technisch onderbouwde improvisatie-oefeningen die ook goed kunnen worden toegepast in een les hedendaagse danstechniek!
Contactimprovisatie in Caïro
Een jaar geleden vond ik een home away from home - ik heb er inmiddels verschillende - in Caïro. De dansstudio waar ik belandde heet Danssabeel, een Arabische woordspeling die zoiets betekent als ‘danspad’ of ‘weg van de dans’, maar ook verwijst naar een oasis of waterbron. Onofficieel wordt de studio door eigenaresse Dalia grappend “de vissenkom” genoemd omdat die zoveel mensen met het sterrenbeeld vissen lijkt aan te trekken. In het begin was ik een beetje huiverig dat het me te zweverig zou worden. De ruimte was nogal zen-achtig ingericht, er brandde wierook, en in de keukenkastjes was geen enkel bewerkt product te vinden. Gelukkig ontdekte ik door het volgen van lessen van mijn collegadocenten al snel dat dit niet alleen een plek is om tot rust te komen, maar ook om ontzettend veel plezier te hebben. En om al je emoties de vrije loop te laten! Of dat nou is door meditatie, de lucht in elkaar meppen of als een dier in het rond springen. En geitenwollensokken Dalia bleek enkele verhitte politieke discussies later ook een ontzettend felle, energieke en licht dominante kant te hebben.
Ik woonde een paar nachten in deze vissenkom, in een kamertje grenzend aan de dansstudio. ‘s Ochtends werd ik wakker van de muziek en het stemgeluid van de balletlessen van Salvatore, een altijd glimlachende charismatische Italiaanse balletdanser die de beste knuffels ooit geeft en het hoofd van alle mannen én vrouwen in de Egyptische dans- en theaterwereld op hol brengt. En die de allerbeste technieklessen geeft, juist omdat hij zelf altijd de ‘slechtste’ leerling was. Dát herkende ik meteen. Een samenloop van toeval en intuïtie bracht dat ik al snel een lessenreeks contactimprovisatie opzette in Danssabeel. Ik denk omdat ik voelde: hier mag ik experimenteren. Maar ook: hier word ik echt gezien en mag ik vanuit mijn kwetsbaarheid lesgeven. Dus werd ik net als Salvatore een hele goede docent in een bewegingsvorm waar ik tot niet al te lang geleden zelf helemaal niet zo sterk in was.
Ik was zelf namelijk helemaal niet goed in contactimprovisatie en partnering toen ik daar voor het eerst mee in aanraking kwam. Ik vond het moeilijk me over te geven aan het contact met de ander. Maar toen ik in 2023 een duet moest maken voor een circuscollectief in Marokko leerde ik gaandeweg enorm veel over contactimprovisatie - juist door het uit te leggen aan een ander! Zo leerde ik om gelijktijdig te werken aan mijn eigen grounding én het contact met de ander, en ontwikkelde ik een lesopbouw om leerlingen geleidelijk mee te voeren van ‘op eigen voeten’ naar ‘samen in contact’.
Blokkade in het bekken
In deze context ontwikkelde ik onderstaand lesplan, dat voor alle niveaus geschikt is (afhankelijk van het tempo waarop je het aanbiedt en hoever je in technische details treedt). Ik gaf deze les aan een gemengde groep, met zowel ervaren dansers als absolute beginners. Interessant genoeg liepen zij bijna allemaal tegen hetzelfde aan in contactimprovisatie: hun bekken zat ‘op slot’. Daardoor verloren ze makkelijk hun balans wanneer iemand hen een bewegingsimpuls gaf, van een klein duwtje tegen de schouder tot het geven van lichaamsgewicht. Of ze stonden wel stevig, maar vanuit spierkracht in hun bovenbenen in plaats van vanuit écht grounded zijn, waardoor ze snel moe werden en spierpijn kregen.
Zo was er een wat zwaardere man van eind twintig die na de eerste les bijna niet meer kon lopen van de spierpijn. Hij interpreteerde dit als ‘Ik ben niet fit genoeg’, maar ik zag iets anders: deze onzekere man was zo bang om te zwaar te zijn voor zijn partner dat die zijn lichaamsgewicht koste wat kost zelf wilde blijven dragen. Daardoor zette hij zichzelf vast in plaats van de vloer en het lichaam van zijn partner te gebruiken om zijn gewicht te verdelen. Die spanning concentreerde zich in zijn heupen, met als gevolg verkrampte bovenbeenspieren. Maar ik zag ook een vederlichte professionele ballerina van net 21, bij wie het net zo goed ontbrak aan grounding en doorstroom van de bewegingen. Zij was zo gewend om vanuit haar centrum haar loodlijn in controle te houden, dat het ook voor haar moeilijk was om echt gewicht te geven en om in het momentum van de impulsen van haar partner mee te gaan, in plaats van alles zelf ‘vast te houden’ - iets wat ik maar al te goed herkende uit mijn eigen balletjaren!
Deze les gaat daarom over het deblokkeren van het bekkengebied (en andere gewrichten). Dit noem ik release en dit hangt voor mij nauw samen met twee andere elementen in contactimprovisatie: grounding (zie vorig lesplan), fluïditeit en gevoeligheid van de huid (volgend lesplan).
release: je gewrichten van het slot hebben, waardoor je spieren kunnen ontspannen. Wanneer je een impuls ontvangt, niet verstijven of hier tegenin gaan maar het momentum toelaten, met de zwaartekracht mee bewegen en je daarna herpakken. Ik leg bewust de focus vaak op het gewricht in plaats van de spierspanning, omdat de taak “ontspan” vaak leidt tot overbewustzijn en juist méér spanning. Release benader ik dus vaak vanuit de gewrichten, hier met name de heupgewrichten.
grounding (aarden): je energie en concentratie omlaag richten, bewustzijn van je gewichtsverdeling over je voeten (of andere lichaamsdelen bij floorwork), je knieën altijd ‘van het slot’ hebben. Het gewicht van een ander kunnen dragen omdat je je afduwt van de vloer. Wanneer het bekken ‘op slot’ is (veel spanning vasthoudt) kun je je plié niet goed gebruiken en dus de vloer niet goed gebruiken.
fluïditeit: verbinding van het hele lichaam door een ontspannen gebruik van de ruggengraat. Hierdoor ontstaat articulatie en kan een impuls als een golfbeweging worden doorgegeven van het ene lichaamsdeel naar het andere. Zo word je een soort energie-geleider, je ontvangt de energie van een ander, laat die door je lichaam reizen en geeft hem weer terug. Wanneer ergens, bijvoorbeeld in het bekken, een blokkade zit breekt dit de fluïditeit.
gevoeligheid van de huid: je bewustzijn van de informatie die je via je huid ontvangt. Bij contactimprovisatie gaat het om elkaar aanvoelen en de huid is daarin een belangrijk zintuig, dat je veel actiever inzet dan bij andere dansvormen. Dit komt in dit lesplan minder nadrukkelijk aan bod, maar wel in het volgende.
Lesplan: release van het bekken
In dit lesplan ga ik ervan uit dat er al een kennismaking is geweest met contactimprovisatie of partnering en met het begrip grounding. Ik heb in de vorige les rustig en veilig toegewerkt van individueel lichaamsbewustzijn en zelfvertrouwen, naar uiteindelijk samen dansen in fysiek contact. De leerlingen zijn dus al iets comfortabeler met elkaar. De opbouw is ongeveer hetzelfde als de vorige les: ik begin met een individuele warming-up, dan wat exploraties in duo’s, dan een stuk technische verdieping en afsluitend met een gekaderde improvisatie en/of, wanneer er voldoende tijd is, een kleine ‘jam’. Ik zal regelmatig terugverwijzen naar het vorige lesplan om voort te bouwen op elementen die ik daar heb besproken. In dat lesplan leg ik ook uitgebreider uit waarom ik mijn les op deze manier opbouw, bijvoorbeeld waarom ik het zo belangrijk vind om voldoende tijd te besteden aan de individuele warming-up alvorens het contact aan te gaan (ook wanneer de leerlingen al vertrouwd zijn met elkaar).
De toelichting van de oefeningen heb ik deze keer gesplitst in beweging, uitleg, aandachtspunten en beeld. De beweging is wat je daadwerkelijk doet, dit doe ik bijna altijd zelf voor/mee. De uitleg, aandachtspunten en beeld zijn bedoeld als hulpmiddel om de stof aan je leerlingen duidelijk te maken. Je hoeft ze niet allemaal te benoemen, en ook niet op mijn manier! Kijk goed wat je leerlingen wanneer nodig hebben. Sommige aandachtspunten zijn misschien voor één leerling al relevant, en zijn voor de ander nog te veel om te verwerken. Of je kiest ervoor ze niet verbaal, maar op een andere manier uit te leggen. Bijvoorbeeld door het voor te doen of met de beeldspraak suggesties die ik geef.
Leer je leerlingen kennen en stem je uitleg op hen af; wat ik heb opgeschreven is een verzameling aan verschillende manieren van uitleg die ik in reactie op verschillende type leerlingen heb verzameld. Daarom schrijf ik in ik-vorm: ik beschrijf liever hoe ik het doe, dan jou te vertellen hoe jij het zou moeten doen (want ik ken jouw leerlingen niet!)
Deel 1: op eigen voeten
Bij dit onderdeel raken de leerlingen elkaar nog (bijna) niet aan; ze werken eerst aan hun eigen lichaamsbewustzijn en balans.
Oefening 1: visualisatie
Bodyscan met de verbeelding van ‘ballongewrichten’ = oefening 1 uit dit lesplan hedendaagse dans (als er tijd voor is, en de leerlingen er de rust en concentratie voor hebben).
Oefening 2: Ademcirkels
Herhaling van oefening 2 uit het vorige lesplan contactimprovisatie (sneller er doorheen want ze kennen het al).
Oefening 3: weight shifts
Herhaling van oefening 3 uit vorige lesplan, focus op aanzet vanuit de heup (hier geldt hetzelfde).
Oefening 4: actieve rusthouding
Deze oefening bestaat vooral uit uitleg, maar moedig de leerlingen aan om die meteen fysiek te verwerken door mee te bewegen!
Beweging: Ik bouw de weight shifts af tot ik en mijn leerlingen weer in een ‘neutrale’ positie staan. Dan geef ik de onderstaande uitleg:
Uitleg (deel 1): “De neutrale positie bij contact improvisatie is niet statisch, maar beschikbaar voor beweging. Dat wil zeggen dat je altijd klaar bent om impulsen te ontvangen en in beweging te komen.
Aandachtspunten: de gewrichten zijn van het slot en de ruggengraat is flexibel. Je gewicht blijf je steeds herverdelen over je voeten. (Als je weleens Gaga hebt gedaan, herken je hierin wellicht floating).
Beeld: Je kunt denken aan een grasspriet in de wind: stevige wortels (= het contact van je voeten met de grond), maar een relaxed lichaam daarbovenop. Je kunt het ook zien als een echo van de beweging die je net hebt gedaan, een soort micro versie ervan.
Uitleg (deel 2): “Probeer wanneer ik uitleg of feedback geef, deze dynamische houding aan te nemen zodat je grounded (geaard) en beschikbaar blijft, in plaats van terug te schieten in je passieve alledaagse houding. Ik noem dit vaak de actieve rusthouding.”
Oefening 5: bekken als een kom water
♫ Muziek: Alabass - Harris Hamza, CHAAMA
Terwijl de leerlingen proberen in deze actieve rusthouding te blijven, loop ik langs hen met de illustratie hieronder. Daarop wordt het bekken afgebeeld als een kom vol water. Ik vraag hen zich dit zo goed mogelijk in te beelden.
Het bekken gevisualiseerd als kom water, geschetst door Ilja
De volgende oefening doe ik fysiek mee, terwijl ik aandachtspunten hardop benoem.
Beweging (stap 1): Ik pak samen met mijn leerlingen de weightshifts weer op. In plaats van in een tweede positie te blijven, maken we nu een soort schaatsende beweging, waarbij we dus verplaatsen. Eerst op de plek, dan in alle richtingen, verplaatsend door de ruimte.
Aandachtspunten: Blijf in plié en shift niet ‘overhoog’, duw af van je voeten om verder te verplaatsen, verplaats zo ver/groot mogelijk zonder dat het water uit de kom valt.
Beweging (stap 2): Ik maak een mix van schaatsbewegingen en een dynamische balans. Ik maak drie schaatsbewegingen, waarbij de derde eindigt in een balans. De leerlingen doen hetzelfde, maar bepalen hun eigen richtingen en balanshoudingen.
Aandachtspunten: Bij de schaatsbewegingen mag het water niet uit de kom water vallen, bij de balans juist wel! Je tilt dan je bekken in een richting naar keuze waardoor het water uit de kom valt. Houd die houding even ‘vast’.
Uitleg: Na een tijdje exploreren leg ik uit (terwijl we in een balanshouding staan): “De woordkeuze ‘vasthouden’ is misleidend. Het is namelijk geen statische of passieve houding, maar een actieve rust net als we zojuist hebben geoefend. Kies voor een actieve balans met risico, waarbij je steeds blijft werken om je evenwicht terug te vinden. Ik wil dus juist géén perfecte arabesque zien, maar ‘slordige’, wiebelende houdingen waarin je risico neemt om je loodlijn te breken (dit doe je door het bekken overdreven te tilten).”
Beeld: Als een kledingstuk in de wind dat maar op één punt vastzit (= je voet op de grond) maar verder vrij wappert.Algemene aandachtspunten: Ik stuur de leerlingen aan om risico te nemen, en om alle richtingen uit te proberen, ook de ongemakkelijke (zoals bekken ver naar voren kantelen terwijl je op één been staat). Ik doe zelf overdreven mee, zodat de leerlingen mijn ongemak en mijn wiebeligheid zien en begrijpen dat dit juist mijn bedoeling is.
Het onderliggende doel is om later in de les ook in balans beschikbaar te blijven voor onverwachte impulsen van je partner, en je balans te herpakken in plaats van om te vallen (of in elk geval enigszins gecontroleerd te vallen!). Meer over deze actieve balans (lijkend op suspension) vind je in oefening 8 van dit lesplan.
Beweging: Ik sluit af met een speelse ronde waarbij het doel juist is om het water continu te morsen. Dit daagt de leerlingen uit om uit hun comfortzone en uit hun loodlijn te gaan, en zo meer vrijheid te ontdekken in het bekkengebied. Bewustzijn van het bekken is essentieel voor de volgende oefening.
Deel 2: deblokkeren van het bekken
Oefening 5: het bekken loslaten
♫ Muziek: geen muziek of een werkmuziekje op de achtergrond
Dit is voor veel mensen, waaronder ikzelf, een moeilijke correctie om toe te passen! Neem dus genoeg tijd voor dit onderdeel. Het lijkt een detail, maar het is een belangrijk onderdeel om te begrijpen voordat je verder kunt. Ik geef hieronder twee oefeningen, die ik idealiter allebei achter elkaar doe. Sommige leerlingen vinden oefening 5a te intiem of spannend, die kunnen deze dan eventueel overslaan. Of hetzelfde principe oefenen in een zithouding tegen de muur aan. De oorspronkelijke versie is wel het meest effectief om de bedoeling echt te voelen.
Oefening 5a: zitten!
Deze oefening leg ik uit terwijl ik deze voordoe met een leerling. Ik kies hiervoor een leerling die al goed ‘grounded’ is en waarvan ik zie dat die risico durft te nemen en comfortabel is met mij. Er zit namelijk een verrassingselement in die uitleg dat de leerling een beetje zal overvallen!
Beweging (stap 1 / bewegingsvoorbeeld): Ik sta in een grote vierde positie parallel / lunge met beide benen gebogen, stevig geaard. In dit geval met mijn linkerbeen voor (de leerlingen mogen kiezen hoe ze het stevigst staan). De leerling staat voor mijn linkerbeen met diens rug naar mij toe, op zo’n afstand dat ik met gestrekte armen diens heupen kan vastpakken. Ik leg mijn handen op de heupbotten van de leerling, die ik vraag om een actieve rust of beschikbare houding aan te nemen: gewrichten van het slot, klaar om elk impuls te ontvangen. Ik observeer de leerling goed en wanneer ik zie dat die goed staat, wacht ik tot de leerling uitademt. Precies op dat moment trek ik plots de heupen van de leerling naar achter waardoor die zittend op de schoot van mijn linkerbeen uitkomt. Ik houd de heupen dus stevig vast en breng die (een beetje dwingend) naar me toe, zodat de leerling in balans blijft en snel en stevig op mijn schoot landt.
Aandachtspunt (voor de docent!) De eerste keer dat ik dit doe, overvalt dit de leerling! Die schrikt er een beetje van. Het is dus extra belangrijk dat ik zorg dat die goed landt en zich daardoor toch veilig voelt.
Uitleg: Ik benoem dan direct wat ik zie. Vaak reageert de leerling op de schrik door de heupen juist aan te spannen. Of het gaat de eerste keer heel goed, omdat het zo onverwachts is, maar de volgende ronde gaat de leerling anticiperen en spant dan alsnog het bekkengebied (of soms de knieën) aan. Dit benoem ik zodat de andere leerlingen het ook zien en daarna herhaal ik de beweging nog een aantal keer. Ik wissel ook van rol, zodat ik degene ben die naar achteren wordt getrokken, en laat daarbij een ‘stijf’ en een ‘beschikbaar’ voorbeeld zien.
Beweging (stap 2): Daarna laat ik de leerlingen dit twee aan twee uitproberen en loop ik rond om te coachen. Soms durven de leerlingen niet kritisch genoeg te zijn op elkaar. Dan bemoei ik me er even mee, omdat ik weet dat een leerling nóg meer kan ontspannen als we de beweging een paar keer herhalen.
Oefening 5b: hand op onderrug
Beweging (dit doe ik voor): Ik adem diep in en laat dan op een uitademing mijn bekken ‘los’, alsof ik plots ga zitten. Alleen omdat er deze keer niemand achter me staat, houdt deze beweging niet vanuit zichzelf op! In plaats daarvan ‘stel ik de zwaartekracht uit’ (zo benoem ik het naar mijn leerlingen): ik loop achteruit in de richting waar mijn bekken me naartoe heeft getrokken.
Beeld: Alsof iemand een stoel onder me vandaan trekt op het moment dat ik wil gaan zitten, maar ik zie dit net op tijd!
Uitleg: Ik benoem wat ik doe: “Ik laat plots mijn bekken los, waardoor ik in eerste instantie eigenlijk omval. Maar door de richting van de zwaartekracht te volgen stel ik de val uit en kan ik me herstellen. Die richting is in dit geval niet recht naar beneden, maar diagonaal.” (Ik wijs het punt aan waar mijn bekken als een magneet naartoe worden getrokken: ongeveer 2-3 meter achter me op de grond. Zodat je niet direct op je stuitje valt, maar tijd hebt om je balans te herstellen.) “Alleen bereiken ze dit punt nooit. Want tijdens het achteruit lopen corrigeer ik mijn loodlijn en plaats mijn bekken terug onder mijn schouders, waardoor ik mijn balans herstel.” (Dit laatste doe ik voor terwijl ik praat.)
Dit is een variatie op het concept van suspension and release - verder uitgewerkt in oefening 8 van dit lesplan.
Beweging (vervolg): Ik herhaal mijn voorbeeld waarbij ik een leerling vraag om een hand op mijn onderrug te leggen, net boven mijn staartbeen. De opdracht is om dit contact te behouden. Wanneer ik achteruit loop, loopt de leerling van nature met mij mee om het contactpunt te behouden. Dit laat ik de leerlingen vervolgens twee aan twee samen doen.
Aandachtspunten: Deze oefening werkt alleen, als het staartbeen naar beneden blijft wijzen. Zodra je het bekken kantelt en met je billen naar achter steekt tijdens het ahteruit lopen, is er geen zwaartekracht meer. Vandaar de hand van de medeleerling! Die heeft twee functies: helpen om het bekken van de ander ‘omlaag’ te houden (denk aan de waterkom) én zelf voelen hoe dit ‘loslaten’ in een ander lichaam werkt, om het vervolgens beter toe te passen in het eigen lichaam.
Oefening 5c (optioneel): leiden-volgen vanuit de onderrug
♫ Muziek: Saving a life - Richard Houghten
Beweging: Als ik er tijd voor heb, laat ik de leerlingen ook nog even ‘spelen’ met het gegeven van de hand op de onderrug van de ander. Vanuit deze positie gaan ze leiden en volgen. Degene met de hand op de onderrug kan leiden door naar voren te duwen, maar ook door achteruit te lopen (de volger moet dan mee om het contact niet te verliezen) of richtingen te geven (door met de handpalm of vingers meer druk te geven aan één kant van de rug). Maar degene op wiens rug de hand ligt, kan ook de leiding nemen door plots het bekken los te laten (= de ander dwingen meer achteruit te lopen) of van richting te veranderen.
Aandachtspunt: Bij sommige groepen is het nodig om eerst heel strak te bepalen wie leidt en wie volgt en pas daarna ‘organisch’ van leider te wisselen tijdens het bewegen.
Oefening 6: trust circle
♫ Muziek: geen (maximum concentratie op elkaar vereist!)
Dit is een variatie op een bekende oefening, die vaak wordt gebruikt als vertrouwensoefening. In deze versie staat echter niet alleen vertrouwen centraal maar ook techniek: de oefening leert je om je gewrichten te deblokkeren met als gevolg dat je jezelf kunt herpakken van een val en weer op eigen voeten terechtkomt. Je kunt jezelf dan nog steeds op de grond laten ‘vallen’, maar doet dat gecontroleerd, veilig en soepel.
Beweging/vorm: De leerlingen staan in een kringetje dicht op elkaar (een grote groep kun je splitsen in twee kleine kringen). Eén leerling (meestal doe ik dit zelf als eerste voor) staat in het midden met de ogen gesloten. Eventueel met de armen gekruist voor de borst, wat met name vrouwen kan helpen om zich minder kwetsbaar te voelen (omdat dan niemand per ongeluk je borsten kan aanraken). De persoon in het midden laat zich langzaam één kant op vallen, waarbij die diens lichaam strak houdt als een plank. De kring van mensen vangt hen op en geeft een zacht duwtje in een nieuwe richting.
Aandachtspunten (hier wordt het technisch interessant! Deze benoem ik gaandeweg - gedoseerd! - terwijl de oefening vordert):
- De voeten van de persoon in het midden blijven op dezelfde plek.
- Zorg dat de persoon in het midden steeds een moment van suspense heeft voordat die door valt naar de andere kant. Duw dus maar zachtjes, waardoor deze persoon terug op diens voeten terechtkomt, daar diep kan inademen en dan op een uitademing een andere richting op kan vallen.
- Vangen doe je het beste door de persoon dicht naar je toe te brengen zodat deze boven jouw bekken (je centrum van zwaartekracht) uitkomt. Dan kun je veel gewicht hebben en degene zelfs een stukje verder naar beneden laten zakken (door zelf diep in plié of grote vierde positie te gaan staan) voordat je die terug naar het midden duwt. Experimenteer daarmee: hoe diep kun je de ander mee naar beneden nemen? Maar zorg wel dat je de hele weg begeleid, dus al vanaf het begin van de val meteen contact maakt met je handen, zodat de persoon zich veilig voelt.
Beweging (vervolg): Wanneer iedereen aan de beurt is geweest, herhaal ik de oefening, maar deze keer vormt degene in het midden juist géén plank! Ook dit doe ik eerst zelf voor. Ik maak deze keer juist al mijn spieren zacht waardoor ik steeds als een soort pudding of hoopje spaghetti in elkaar zak. Maar mijn voeten blijven daarbij op één plek! Bij deze oefening kun je beter niét de armen voor de borst kruisen, want dan kunnen anderen je minder goed opvangen (opvangen gaat het makkelijkst onder de oksels).
Aandachtspunten:
- Behoud nog steeds het moment van suspense in het midden! Er is dus steeds een moment dat degene in het midden wel rechtop op twee benen staat.
- Ik stuur de leerlingen aan om gaandeweg te ontdekken wat de beste manieren zijn om iemand vast te pakken: onder de oksels, om het middel, of juist een arm pakken zodat diegene achterover kan hangen.
- Ik spoor degene in het midden aan om alle richtingen uit te proberen, en ook eens tijdens het vallen van richting te draaien.
Uitleg: Ik benoem wat ik zie gebeuren: “Steeds wanneer degene in het midden de gewrichten loslaat en wordt opgevangen, wordt diens bekken naar de vloer gebracht. Dit is ook hoe je jezelf veilig kunt opvangen als je valt: in plaats van te verstijven (zoals ons reflex vaak is), ga je juist extra in plié om je bekken omlaag te brengen. Dan beland je meestal gewoon in een soort hurkzit, of als je wel op de grond valt gebeurt dat zachtjes en gecontroleerd!”
Oefening 7: samen naar de vloer
♫ Muziek: Ghir Enta - Souad Massi / Hu Man - Greentea Peg
Beweging/vorm: Ik laat de leerlingen in tweetallen verder exploreren met het gevoel dat ze hebben ervaren tijdens de vorige oefening. Ze gaan op zoek naar manieren om samen (door hun gewicht te delen met elkaar) naar de grond te ‘smelten’ én weer overeind te komen. Dat kan symmetrisch (bijvoorbeeld rug aan rug) of juist asymmetrisch (bijvoorbeeld de één laat zich zakken langs het staande lichaam van de ander, of de één legt de ander neer).
Hier laat ik mijn leerlingen altijd vrij om een manier van werken te kiezen die bij hen past. Sommigen overleggen graag verbaal en werken move voor move: ze bedenken iets, proberen het uit, stappen weer uit elkaar en bedenken hun volgende move. Anderen geven de voorkeur aan samen al improviserend dingen uitproberen, zonder verbaal overleg. Van mij mag op dit moment alles, als ze maar nieuwe bewegingen uitproberen en samen tot nieuwe ontdekkingen komen, waarin ze de kennis uit het vorige onderdeel integreren.
Variatie: Merk ik dat de leerlingen nog niet zo grounded zijn, of niet genoeg vertrouwen hebben in hun eigen lichaamsbalans, dan laat ik ze soms eerst oefenen om individueel op verschillende manieren naar de vloer te smelten. Daarbij voer ik het tempo steeds hoger op, zodat ze op een gegeven moment de zwaartekracht wel móéten laten meespelen en een stukje controle moeten loslaten omdat ze anders te langzaam zijn. Of ik doe de suspension & release (/veilig vallen) oefening 8 uit dit lesplan.
Optie: techniek blokje
♫ Muziek: Hijos del Sol - Hermanos Gutiérrez
Hier voeg ik als ik tijd heb enkele basisbewegingen in die te maken hebben met het bekken, en dan vooral met: waar plaats je je bekken ten opzichte van dat van de ander? (zie filmpjes in vorig lesplan). Bijvoorbeeld:
de hangzit met extra aandacht voor de weg die het bekken aflegt, en de afstand tussen het bekken van beide partners (van dichtbij naar ver weg)
de één lift de ander op de rug, waarbij het bekken van beide dansers precies bovenop elkaar moet worden gestapeld, anders val je eraf
zijwaartse lift met de arm om het middel - ook hier moet je het bekken precies boven elkaar stapelen, anders val je eraf
schouders tegen elkaar leunen en met de voeten achteruit stappen, met je lichaam in een plank-houding; observeer de afstand tussen het bekken en wat er gebeurt zodra je het bekken buigt (je zult vallen!)
Slot: jam
♫ Muziek: Waste - Rhye, RYX (9 min goede opbouw in tempo/energie)
Ik sluit graag af met een jam waarin de leerlingen vrij en speels kunnen oefenen met de verschillende elementen uit de les. Hoe ik dat doe en waar ik daarbij op let heb ik uitgelegd in mijn vorige lesplan.
MUZIEK & LESMATERIAAL - JONGEREN
Als dansdocent ben je veel tijd kwijt met voorbereiding. Uren die niet betaald worden. Vooral muziek zoeken voor een nieuwe les neemt veel tijd in beslag. Bovendien veranderen jongeren continu van mening over wat hip is en wat niet. Naar welke muziek luisteren zij? Welke moves zijn cool? Wat speelt er in hun leven? Maar vooral: hoe speel je daar op in? Onze redacteuren Muziek & Lesmateriaal werken veel met jongeren en schrijven artikelen met oefeningen en muzieksuggesties voor danslessen, vergezeld van didactische tips. Laat je inspireren!
Ilja Geelen
Ilja Geelen is hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze heeft een bachelor Docent Dans van ArtEZ in Arnhem, en een master Culturele Antropologie en Ontwikkelingsstudies van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sindsdien combineert ze verschillende rollen als maker, docent, performer, schrijver en organisator. Ze begon haar carrière in Marokko, waar ze twee jaar woonde. Nu choreografeert ze regelmatig in Egypte en woont ze ‘in een koffer’.
Ilja begon bij Dansdocent.nu in 2022 als redacteur Young Dance Professional en schreef toen over haar ervaringen als dansdocent in Marokko. Al snel kwamen daar klussen als eindredacteur en nieuwsredacteur bij. En sinds november 2024 dient Ilja Dansdocent.nu als tweede hoofdredacteur. In deze rol is zij verantwoordelijk voor het aansturen van de andere redacteuren.