Adriaan Luteijn: “Het is leuk om een brug te slaan tussen twee werelden die echt ver uit elkaar liggen.”
TRENDS & CURRICULUM | ‘Iedereen kan dansen’. Dat is het motto van Introdans Interactie, de educatieve tak van het dansgezelschap Introdans uit Arnhem. Redacteur Lynn Kosakoy sprak met artistiek manager Adriaan Luteijn over het inclusieve karakter van hun ruime aanbod aan educatieve projecten. Zo voeren ze projecten uit in het primair en voortgezet onderwijs, in het speciaal onderwijs én in de maatschappij. Adriaan werkt namelijk het liefst met zoveel mogelijk uiteenlopende doelgroepen door elkaar. Wil je weten op welke manieren Introdans Interactie dans toegankelijk maakt voor iedereen? En waar volgens Adriaan voor jou als dansdocent de kansen liggen op inclusief dansgebied? Luister dan naar de podcast! Of lees de samenvatting van het interview.
Reflectie: Inclusie, verbinding en ‘gewoon’ maar doen
Adriaan Luteijn staat met Introdans Interactie midden in de inclusieve (dans)maatschappij. De trendrede van 2020, een jaarlijkse tekst die de belangrijkste maatschappelijke thema’s van het aankomende jaar beschrijft, gaat ook over de inclusieve maatschappij en verbondenheid in diversiteit. Daarover wordt gezegd: ‘’we kunnen de grote problemen alleen oplossen als alle betrokkenen volwaardig participeren en zich durven te verbinden’’ (Trendrede, 2020, p. 12). Inclusie is dus geen luxe, maar een noodzaak. Gelukkig werkt Adriaan het liefst met uiteenlopende doelgroepen. Het motto van Introdans sluit daar ook helemaal bij aan: ‘Iedereen kan dansen!’
Het doet me denken aan mijn eerste fysieke ‘dansontmoeting’ met Introdans Interactie en dit motto. Dit was op de middelbare school tijdens het project Swing on South. Dansdocenten van Introdans maakten samen met ons middelbare scholieren en dansers van de Zuid Afrikaanse FlatFoot Dance Company een choreografie. Uiteindelijk stond ik met professionele dansers uit een andere cultuur op een en hetzelfde podium. Het feit dat ik dat nog zo goed voor de geest kan halen zegt mij iets over waar Introdans toe in staat is op educatief dansgebied. Namelijk: verbinden door dans!
Dat verbinden doen ze bij Introdans Interactie op veel verschillende manieren in uiteenlopende projecten met een diverse groep aan dansers en mensen. Adriaan vindt het namelijk belangrijk dat zoveel mogelijk verschillende mensen dans ervaren en elkaar zo fysiek en sociaal leren kennen en begrijpen. Op die manier ontstaat er verbondenheid. Uit onderzoek blijkt ook dat dans zich uitstekend leent voor het creëren van verbondenheid. Zo maakt fysiek contact een hormoon in ons lichaam vrij waardoor we ons meer tevreden en betrokken voelen (Hagen, 2019). Dit lijkt Introdans Interactie te hebben omarmt met de inclusieve dansbenadering.
Van alle verbindingen waar Adriaan over vertelt, vind ik er één het meest interessant. Dat is de verbinding met de ‘’bijzondere gasten’’, zoals hij ze noemt. Introdans Interactie danst vaak met speciale doelgroepen en voor iedereen is er wat. Van fysiek beperkten tot mensen met autisme en zelfs Olympische topsporters worden genoemd. Adriaan en zijn docententeam doen dat gewoon.
Adriaan creëert dans door de ‘wrijving’ tussen uitersten op te zoeken, bijvoorbeeld tussen culturen of lichamelijke en geestelijke beperkingen. Die wrijving is geen negatief iets, maar wordt ingezet om een verbinding tot stand te brengen en een podium te geven. Precies dát is wat ik ervoer als middelbare scholier en ik geloof dat het díé ervaring is die de bijzondere gasten bij Introdans hebben.
Maar hoe kan de reguliere dansdocent nu voor die bijzondere ervaring zorgen? Hoe kun jij als dansdocent in je eigen les nu rekening houden met diversiteit in doelgroepen? Moeten alle dansdocenten generalisten zijn of hebben we specialisten nodig? Welke benadering kun je het beste gebruiken om tot dans te komen met mensen met verschillende achtergronden? Hoe maak je de danservaring toegankelijk voor letterlijk iedereen?
Adriaan vindt dat je niet bang hoeft te zijn om doelgroepen te mixen in je dansles. Ik merk zelf dat ik dat wél nog een spannend idee vind. Tegelijkertijd word ik heel gelukkig van het idee dat wellicht steeds meer dansdocenten in staat zijn tot het maken van een mix!
De spanning die ik voel voor het mixen zullen mede dansdocenten vast ook voelen. Om de spanning eraf te halen komt Introdans daarom met het nieuwe initiatief de ‘Sprinkles Club’. Dit is een samenwerking met de Onderwijsspecialisten om docenten te helpen niet meer de fysieke of sociale beperking te zien. In pilots van tien lessen op een dansschool gaan ze (dans)docenten leren hoe zij dans kunnen inzetten om verbondenheid te creëren tussen verschillende doelgroepen. En wat de waarde is van het verbinden van speciaal en regulier (dans)onderwijs.
Ik zou dus willen zeggen: zoek de kansen, maak verbindingen en ga vooral DOEN! En je zult zien dat die mix in je dansles echt wel meevalt. ‘’Paar van die drukke kids. Eén rolstoel. Eén doof. Het kan best als we het met elkaar oplossen,’’ aldus Adriaan.
Interview met Adriaan Luteijn
Welke werkzaamheden voer jij uit bij het dansgezelschap?
“Ik ben de artistiek manager voor het hele gezelschap. Dat betekent dat ik heel veel van de outreach doe . . . en mijn taak daarin is dat ik voortdurend de polsslag zeg maar van de maatschappij voel. Maar ook onderwijs, dus waar kunnen wij als dansgezelschap helpen of ondersteunen of zelf initiëren. En ik choreografeer zelf de inclusieve producties en ik maak de concepten voor de grote producties die wij doen bijvoorbeeld voor het onderwijs of voor het speciaal onderwijs.”
“Ik heb dan ook een hele leuke baan, want ik doe geloof ik precies wat ik heel erg leuk vind. Ik werk met een heel breed scala van profdansers en wereldchoreografen tot de buurvrouw om de hoek zal ik maar zeggen. Dat is precies wat mij heel erg ligt en wat ook zo mooi in die missie van Introdans altijd heeft gezeten.”
Vanuit welke visie of met welke missie bieden jij of jullie danseducatie aan vanuit Introdans?
“Bij Introdans staat het motto heel hoog. En zeker bij Interactie dat iedereen mee moet kunnen doen, iedereen moet kunnen dansen. . . Introdans beweegt je, dat is de payoff van het gezelschap.”
“Eigenlijk is verbinding altijd leuk, maar hoe meer de wereld uit elkaar loopt hoe leuker ik dit vind. Dan gaat mijn choreografenhart bloeien. Het is leuk om een brug te slaan tussen twee werelden die echt ver uit elkaar liggen dan iets wat voor de hand ligt. Het is makkelijker iets te doen met iemand van een ArtEZ-opleiding, want die begrijpt die wereld. Daar zal niemand zich over verbazen. En het is ook belangrijk dat Introdans zich blijft verbazen, dus ik vind die afstand tussen de deelnemers altijd belangrijk.”
“Je kunt het honderd keer zien op een filmpje en dan denk je ja heel erg leuk, maar als je diezelfde danser van het filmpje ook gewoon ziet in de les, zwetend voor je in haar balletpakje op spitzen dan geeft dat nog veel meer de energie weer van ons gezelschap. En die zoeken we altijd . . . Echt fysiek ervaren. En ervaren is ook ertussen zitten en er naar kijken. Het is ook het zelf doen en díé vind ik honderd keer belangrijker dan al die andere dingen.”
Hoe heeft Introdans Interactie zich in de loop der jaren ontwikkeld? En hoe zit dat nu?
“Ik ben 32 jaar geleden als danser ooit begonnen . . . bij het jeugdgezelschap, wat tegenwoordig voor familie heet. . . . Er was een pioniersfase waarin voor het eerst educatieve taken en de jeugdvoorstellingen werden overgedragen aan een groep dansers die tevens dansdocent was. . . . Ik hoor bij die eerste generatie, dus ik heb zeg maar ook een hele grote ontwikkeling van het gezelschap meegemaakt.”
“Ik denk dat een van de grote krachten van ons is dat we iedere keer weer iets proberen en dan zetten we iets in gang. En soms moet je ook wel eens concluderen dit werkt niet. . . . Als je kijkt wat het verschil is met dertig jaar geleden toen leunde de hele educatieve afdeling voornamelijk op het onderwijs. Maar onderwijs is een grillige werkgever, het ene jaar gaat dat heel leuk en volgend jaar staat het niet op het kunstmenu en dan heb je weer niks . . . en vroeger was het gewoon een vast klantenbestand en dat is nu niet meer. Dus wat je nu ziet is dat we bijna vijftig procent, of misschien wel meer, zitten we echt in de maatschappij en talentontwikkeling. En de andere taken proberen we gewoon vernieuwende producten aan te leveren die iets te maken hebben met danskunst die in het onderwijs te gebruiken zijn.”
Op welke manieren krijgt danseducatie bij Introdans Interactie vorm?
“Soms hebben we langlopende trajecten op scholen die gewoon heel erg basaal dans willen leren. Leerkrachten die samen met onze docenten co-teachen in een kort project, waarbij ze dan allebei vanuit hun eigen insteek daaraan werken. Maar de andere producten zijn gewoon een soort van kant-en-klare producten, waarbij wij dan op school komen en daar de hele dag met de jongeren dan wel met de kinderen werken aan een presentatie.”
“. . . op eigen initiatief en aanvraag hebben we een aantal maatschappelijke projecten die we doen. Waaronder bijvoorbeeld ‘Jong geleerd, Oud gedanst’. . . . Dit zijn cursussen voor bijvoorbeeld ouderen die zelf nog naar ons toe kunnen komen en in het bedrijf ondergedompeld worden. . . . En we hebben diverse ontmoetingen, zoals ze dan heten. Dat zijn producties waarbij Introdansers, profdansers, samen de vloer op gaan met bijzondere gasten. En dat varieert van Olympische sporters tot mensen met een beperking of autisme, hersenbeschadiging, noem maar op.”
Introdans Interactie werkt met veel verschillende en uiteenlopende doelgroepen. Hoe werk jij aan dans met de ‘bijzondere gasten’? En wat willen jullie bereiken met deze mensen?
“Ik trek wel de jas van de choreograaf aan . . . maar ik wil ook dat we samen een stapje verder gaan en dat hoort heel erg bij de wereld van Introdans. . . . Al kijkend maken is het eigenlijk. Ik zie dingen gebeuren en ik heb natuurlijk voorbereid, maar ik zit niet vast aan mijn plaatje. Want er gebeurt vaak toch, zeker met die wrijving in die bijzondere groepen, dingen die ik nooit had kunnen bedenken. En die zijn vaak veel leuker dan ik zelf ooit had kunnen bedenken.’’
“Wrijving is bijvoorbeeld dat de Engelstalige (professionele, red.) danser de autist niet begrijpt en andersom ook niet. En dat ik ze toch een hele moeilijke opdracht geef, bijvoorbeeld in de vorm van partnering . . . en zie het maar voor elkaar te krijgen. En je ziet dan echt letterlijk de wrijving en dat is nooit negatief. . . . Dan geef ik ze iets heel simpels en dan na een kwartier heb je gewoon het eerste geweldige stuk al rond. Dat vind ik wrijving, dat mensen met elkaar de werelden af moeten tasten en erachter moeten komen dat je van verschillende uitgangspunten toch naar hetzelfde toe kan gaan. Naar dansen.”
“Je wilt mensen wat leren, je gaat een bepaald proces in. . . . Wat we proberen met het team en de docenten is dat we mensen echt een echte danservaring willen geven. In de zin van proef hoe de wereld van een danser zou kunnen zijn. Dus dat is heel breed van je trainingsaspecten tot het moeten optreden en dat iedereen naar je kijkt. Tot zelf gevraagd worden om iets bij te dragen aan een product of zelf te creëren, een choreografie te maken. En die ervaring staat eigenlijk centraal in alles.”
Welke dromen en toekomstplannen heb jij nog met betrekking tot het werk van dansdocenten?
“Ik blijf stiekem wel hopen dat er iets gebeurt op mbo-hbo gebied waarbij mensen die niet helemaal uit het reguliere onderwijs komen toch beschut zo’n leerlijn zouden kunnen volgen naar danser slash dansdocent. Ik ben ervan overtuigd dat inclusiviteit ook begint bij het binnenhalen van mensen. Ik ken bijvoorbeeld iemand met autisme die zou fantastisch kunnen doceren. Ik ken ook mensen met down die een hele goede les kunnen geven. Ik denk dat daar ook ergens een sleutel zit voor het echt inclusieve werk. Dus hoe tof zou het zijn dat ik over vier jaar iemand tegen ben gekomen die bij het team komt die vanuit die hoek mee kan gaan denken of gaan vorm geven ofzo.”
“We (Introdans in samenwerking met de Onderwijsspecialisten, red.) kwamen erachter dat kinderen die in het speciaal onderwijs zitten heel moeilijk terecht kunnen op amateurscholen. En dat is toch eigenlijk raar? . . . Dus ik ben samen met het team bezig te onderzoeken in verschillende pilots hoe je in het vrije circuit een soort lesvorm zou kunnen bedenken waarbij je regulier en speciaal door elkaar kunt husselen. . . . Een soort handzame lessen die iedere willekeurige amateurdansdocent kan uitvoeren. Dus wij hebben het format ‘Sprinkles Club’ ontwikkeld en we zijn nu bezig om dat uit te rollen. . . . Waarbij de cultuuraanbieder, een school, zoekt actief in de maatschappij of met de lokale speciaal onderwijsschool of er kinderen zijn die willen dansen. En hij of zij (de dansschool, red.) zoekt zelf uit of er kinderen zijn die wel in zo’n gemengde groep willen dansen. Sprinkles, alle kleurtjes door elkaar. En dat zijn dan tien lessen en die tien lessen, weten we uit ervaring, gaan een wereld van verschil maken voor iedereen die er aan meedoet. . . . Het is geen kwestie van wij willen dit niet, maar hoe moet je dit nou doen. Wij willen meehelpen die discussie te formuleren. . . . Je mag het gratis komen volgen zo’n scholing.”
En waarom dan dans volgens jou?
“Eigenlijk is dansen gewoon hartstikke leuk. En het is een simpel middel. . . Maar ik denk zeker in het inclusieve veld, je raakt niet verstrikt in woorden of in hoe dingen moeten. Maar eerder in hoe dingen kunnen en dat vind ik er zelf heel erg leuk aan. Je kunt met wat voor een soort lijf je ook hebt of wat voor een soort mind je dan ook hebt kun je dansen. Als je eenmaal over die drempel bent denk ik dat we een heel mooi middel hebben, want we kunnen dit over de hele wereld met iedereen doen. Altijd.”
Bronnen
Hagen, B. (2019, 21 november). Dans synchroon en intensief voor meer verbondenheid. Dansdocent.nu. Geraadpleegd op 18 augustus 2020.
Trendrede (2020). Trendrede 2020. [PDF]. Geraadpleegd op 17 augustus 2020.
Danseducatie in de Maatschappij
Met de podcast ‘Danseducatie in de Maatschappij’ houden wij jullie op de hoogte van trends op het gebied van danseducatie! Lynn Kosakoy, redacteur van Dansdocent.nu, gaat namelijk in gesprek met de leiders van de educatieve afdelingen van dansgezelschappen in Nederland en Vlaanderen. Met welke doelgroepen werken zij? Hoe sluiten hun danslessen aan op de kerndoelen in het onderwijs? Of de artistieke visie van het dansgezelschap? Op welke maatschappelijke ontwikkelingen haken ze aan? Dit en meer hoor je direct van de top van de danswereld!