In de spotlight: breaker en docent Cedric van Eesbeeck
INTERVIEW | Cedric van Eesbeeck (27 jaar) is een breaker en docent uit Leuven. In het weekend geeft hij les bij DanceAction in Leuven en Scintillare Dance Studio in Rotselaar, aan zowel kinderen als volwassenen. Hij is een autodidact die de drang heeft om te analyseren en te begrijpen. Dat manifesteert zich in alles wat hij doet - ook in het lesgeven! Zo heeft hij voor de lessen break die hij geeft een didactisch handboek geschreven. Benieuwd? Lees dan dit interview!
Waar heb jij jouw eerste danspassen gezet?
(glimlacht) Dat is wel een heel dierbare herinnering uit mijn kindertijd. Het begon op een vrijdagavond in het dorpje Rotselaar - waar ik toen woonde - in de cafetaria van een squashcentrum. Ik was daar samen met mijn neef (Jim ‘Wampa’ Goossens). We hoorden ‘Without Me’ van Eminem, maar ik deed de passen van ‘Beat It’ van Michael Jackson. Wat qua ritme nog semi overeenkomt, maar voor de rest totaal niet. Op de een of andere manier moet dat ritme zo in mij gezeten hebben, dat we die passen op dat moment deden. Het leek te kloppen en het was heel erg ‘go with the flow’, we reageerden op wat de wereld ons bracht. Wat op dat moment logisch leek.
Pas jaren later zijn we begonnen met breaken. Jim nam me op mijn dertiende mee naar de eerste dansles. Ik vond het leuk om te doen, maar ik had aanvankelijk veel moeite met de breakwereld en de sterke individuen. Ik was heel erg geïntimideerd. Jim heeft me hier eigenlijk voor afgeschermd en een veilige omgeving gecreëerd, zodat ik in alle vrijheid mijn ding kon doen.
Wat betekent dans voor jou?
Ik break enorm graag. Break is voor mij gemakkelijker dan andere dansstijlen. Die vrijheid, dat alles wat je doet eigenlijk oké is. Je zet muziek op, je gaat op de grond rollen, en ‘ge pakt uw voet vast, en ge steekt uw andere voet daar doorheen…’ Als je dat op school zou doen, of in welke andere context, dan denken mensen: wat is die aan het doen? Maar dáár - bij break - is dat normaal! In die scene wordt ‘anders zijn’ en ‘uniek zijn’ juist gewaardeerd. Dat is waarom ik mij er zo in thuis voel.
Als ik zelf dans, dan kan ik mijzelf zijn. Dan geniet ik van de muziek en van de beweging. Ik beweeg enorm graag. Thuis ook, daar ga ik geregeld op de grond liggen of op mijn hoofd staan. Mijn vriendin, die gaat daar goed mee om. Die negeert dat gewoon en gaat verder waar ze mee bezig was, of soms danst ze mee. En ons moeder heeft dat ook altijd goedgekeurd. Maar ik kan me inbeelden dat dat bij anderen heel bizar is. ‘Zit nou eens stil!’
Dans is voor mij hoe het leven altijd zou moeten zijn. Zonder dat het een performance hoeft te zijn. Het is altijd een combinatie van mind, body en soul. Je hebt pas een echte menselijke ervaring als ze alledrie meegaan in wat je doet, en dat kan niet of nauwelijks als je stilzit. Het moet een versmelting zijn van bewegen, praten en dingen voelen, allemaal samen. Dus meer zo van: oké, we zijn nu aan het praten, zullen we daar ondertussen ook een stukje piano bij opzetten en bewegen, rondstappen, en gewoon ‘zijn’? Dat is de puurste expressie van levensvreugde die ik heb.
Waarom ben je dansdocent geworden?
Het was veel meer iets dat op mijn pad kwam dan een bewuste keuze. Mijn neef werd gevraagd om les te geven in Leuven, waar we op dat moment dansten. Omdat wij goede vrienden waren en samen trainden eiste mijn neef dat we samen zouden lesgeven. Het leek voor hem destijds logisch, maar eigenlijk hebben we het nooit diepgaand over die beslissing gehad. Hoewel ik toen geen eerste keuze was van de dansschool, gingen ze wel akkoord.
De autodidactische zoektocht naar de vaardigheid van het lesgeven is samen met hem gebeurd. Sinds 2007 trainden we al veel samen en deden we mee aan battles, maar vanaf 2012 waren we dag in dag uit bezig met lesgeven. Ik herinner me momenten dat we op kerstfeesten in een hoekje zaten en notities maakten over moves, leerlingen, voorbereidingen voor shows, etc. Terwijl de rest kerst aan het vieren was. We hadden het altijd over lesgeven, break en bewegen.
Wie heeft de meeste invloed gehad op de docent die je geworden bent?
Eén van die mensen is mijn neef Jim. Toen hij in 2019 moest stoppen door onder andere een rugblessure heb ik een choreo voor hem gemaakt als afscheid. Dit werd een soort testament van wat hij allemaal voor mij en zijn groep had betekend. Achteraf dacht ik: wat heb ik hem aangedaan, om dat zo rauw te choreograferen en hem dat te laten dansen. Dat hij moest stoppen op die manier was al moeilijk genoeg. In de choreo eindigt hij helemaal alleen aan een kant van het podium, terugkijkend naar ons… Het was prachtig en pijnlijk tegelijk en daarmee ook het einde van ons dansverhaal samen.
Met welk leerdoel ben je momenteel in jouw lessen bezig?
Momenteel geef ik les bij DanceAction in Leuven en Scintillare Dance Studio in Rotselaar, aan kinderen en volwassenen. In totaal acht verschillende groepen, van zes tot vijfentwintig jaar. Ik werk met hen aan het ‘verhaal’ dat zich aandient. Dat wordt bepaald door het moment, welke energie er in de groep is, wie er afwezig is, etc. Na de les noteer ik dat kernachtig, zodat ik dit les na les verder kan opvolgen. Ik zie drive, creativiteit, hard werken en ontdekking bij mijn leerlingen terwijl we samen het proces van de groep volgen.
Mijn lessen zijn meestal in blokjes van vijf tot zeven lessen, tussen de schoolvakanties. Beginners moeten van mij veertien moves in een jaar gezien hebben, voor gevorderden komen daar nog elf moves bij. Soms kom ik als een ‘zenmeester’ over, maar tijdens de trainingen ben ik enorm streng en strikt. Ik leer ze één move, leg deze bewust kort uit en laat ze oefenen. Ze mogen dan nog geen vragen stellen, ik laat ze hun eigen hoofd in gang zetten. Zo ontstaat een proces, een eigen verhaal, waardoor ze de move beter begrijpen en onthouden.
Dan leg ik het nog eens uit en komen ze dieper in het leerproces. Ik laat een variatie op de move zien en daarna gaan ze zelf een variatie verzinnen. Dit draagt bij aan hun eigen creatieve denkproces. Bij breaken is het namelijk bijna verboden om een move zo uit te voeren zoals je hem geleerd hebt, omdat dat een gebrek aan creativiteit is. Al die stappen, dát is het proces dat ik in gang zet zodat ze uiteindelijk hun eigen bastaardvorm van breaken maken en sterke breakers worden.
Gebruik je voor kinderen en volwassenen dezelfde methode?
Ik daag volwassenen uit om als kinderen te denken. Je moet niet verlegen zijn, je moet geen ego hebben. Ik wil dat je op je gezicht gaat. Ik push mijn leerlingen daar soms expres in, om dat punt eerst duidelijk te maken. Geef ze gewoon opdrachten die niet mogelijk zijn. Vaak doe ik dit in een battle en eigenlijk gaat dat zonder problemen. Omdat ze merken dat iedereen suckt. Dan roep ik ze samen en zeg: ‘oké, onthoud, ge suckt allemaal. Het is oké.’
Veel mensen willen niet iets nieuws proberen als ze toch al denken dat ze het niet kunnen, en die attitude is de rem op alles. Maar je moet door dit proces heen. Dat kost tijd, moeite en keihard trainen. Ik heb heel veel respect voor mijn leerlingen en behandel ze allemaal op dezelfde manier: als volwaardige individuen. Op die manier bouw ik een band met hen op en komen ze naar mij als ze ergens mee zitten, in break of in het leven. Daar ben ik wel trots op.
Wat is jouw grootste 'blooper'? Wat doe je voortaan anders?
Ik heb het gevoel dat ik de afgelopen tijd niets fundamenteel veranderd heb aan wat ik doe, behalve dan mijn focus op het verhaal. Zowel van mezelf als danser en als lesgever. Het idee dat een perfecte teacher een proces hanteert dat tot in de perfectie uitgevoerd wordt lijkt steeds minder waarheid te zijn. Er zijn enkel mensen, met hun eigen lichaam en hun eigen leven, die samenkomen in een dansles. Een goede teacher is degene die dat begrijpt en daarmee aan de slag gaat. Nooit perfect, maar dat is het punt net. Krijg ze mee in een verhaal en ze gaan onthouden wat je zegt, wat er gebeurt in een les en wat ze kunnen doen in de toekomst, in dans en in het leven.
Waar komt de fascinatie voor verhalen bij jou vandaan?
Als kind las ik heel veel boeken en keek ik veel series. Het is daaruit gegroeid en dat groeien is nooit opgehouden. Naar het schijnt is de eerste universele nood van de mens in kunst altijd het vertellen van verhalen geweest. Om te leren, om de wereld te snappen, om te delen, om te begrijpen, om uit te drukken.
Zo ben ik al een aantal jaren bezig om voor mijzelf een break-didactiek boek te schrijven, zodat ik en mijn leerlingen dit kunnen raadplegen. Dit ben ik begonnen omdat er eigenlijk geen handboek break is. Deels is dat inherent aan break: je moet niet doen wat de rest doet maar er je eigen draai aan geven. Anderzijds is er wel een geschiedenis van bewegingen en de manier waarop die ontwikkeld zijn en door wie. Ook is break vrij jong: de mensen die die bewegingen verzonnen hebben, die leven en battlen nu nog!
Mijn ‘boek-in-wording’ is nu meer dan 250 pagina’s met notities over verschillende moves en de verschillende manieren waarop je die kunt uitvoeren - en hoe ik die mijn leerlingen het beste kan aanreiken. Daarin staat: Hoe geef je les? Hoe leg je een beweging uit? Wat is de geschiedenis van een move? Hoe is dat ontstaan? En wat kan er misgaan? Je kunt bijvoorbeeld best een handstand op je vingertoppen doen, of op de rug van je pols staan - mits je keigoed getraind bent! Anders is dat levensgevaarlijk.
Het boek weerspiegelt voor mij ook een stukje filosofie. Het boek is namelijk een verzameling verhalen over break die aantonen dat het quasi onmogelijk is om een echte waarheid te bekomen over moves en techniek. De bedoeling is om de enkele stukjes zuivere waarheid wel te vinden (die zijn er ook naar mijn mening) en om alle verhalen te verzamelen die mijn leerlingen kunnen helpen om zelf een stukje verhaal te schrijven en een bepaalde move te bereiken, liefst op een veilige manier. Er is geen weg die voor iedereen werkt in break, iedereen moet zijn eigen weg vinden, zelfs naar de basics.
Daarbij wil ik hen meer aanreiken dan mijn eigen persoonlijke overtuigingen. Daarom vertel ik hen ook over de geschiedenis van een beweging en het verhaal erachter, de verhalen van anderen. En dan zeg ik: ‘En nu moet u het doen en uw verhaal schrijven.’
Wat is jouw grootste droom om nog als dansdocent te verwezenlijken?
Dat een leerling beroemd wordt en mij vernoemt in een interview bijvoorbeeld. Onwaarschijnlijk egocentrisch en narcistisch, maar toch is het zo. Dat is iets dat ergens in mijn gedachten dwaalt. Het is wel gelinkt aan een ruimere context: ik vind het enorm belangrijk om mensen te helpen ontwikkelen en elke bevestiging daarvan raakt mij tot in het diepste van mijn ziel. Ik probeer zelf ook de mensen om mij heen zoveel mogelijk erkenning te geven en geniet ervan als ik er voor iemand kan zijn. Daarom vervult het mij ook dat ik nu voor Dansdocent.nu mag schrijven en mijn kennis en ervaringen met nog meer mensen kan delen.
Cedric’s eerste blog voor Dansdocent.nu staat al online! Lees het hier.
Dit artikel wordt je gratis aangeboden door Dansdocent.nu. Vind je ons online magazine voor dansdocenten ook een fantastisch initiatief? Steun ons dan door lid te worden!
IN DE SPOTLIGHT
Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!