In de spotlight: onderzoeker & danstherapeut Marloes van Houten
INTERVIEW | Marloes van Houten (38 jaar) is niet in één enkele zin te vatten. Ze is gepassioneerd over dans maken, onderzoek en danstherapie. Marloes behaalde maar liefst vier diploma’s én een PhD in Expressive Arts Therapy in herstelprocessen, met een focus op dans/bewegingstherapie. Als danseres trad ze op tot in Vancouver, Rome en Hong Kong. Nu leidt ze haar eigen collectief Forge. Lees hier hoe Marloes vanuit haar danswetenschappelijke insteek als therapeut en maker aan de slag is gegaan.
Waar heb jij jouw opleiding gevolgd?
Na de middelbare school vond ik zelf een particuliere dans/theateropleiding in Voorthuizen die was gericht op het opleiden tot uitvoerend danser en sociaal geëngageerd maker. Die bestaat nu jammer genoeg niet meer, omdat ze geen overheidssubsidie meer kregen. Het leuke aan deze opleiding vond ik dat je intern op de campus woonde. Het was heel kleinschalig. Ik ben hoogbegaafd en hoogsensitief, dus paste zo’n kleinschalige school in de natuur goed bij mij.
Het was een tweejarige opleiding en ik kreeg er fysiek theater, ballet, jazz, Afrikaanse dans, dansgeschiedenis en anatomie. Het zijn eigenlijk alle vakken die je op de dansacademie ook kreeg. ‘s Avonds kon je extra vakken kiezen als maatschappijleer, levensbeschouwing, verschillende religies, rechten en andere maatschappelijk geëngageerde vakken. Hier werd ik naast de fysieke trainingen ook mentaal uitgedaagd.
Maar je was nog niet uitgestudeerd…?
Na enkele jaren te hebben gewerkt voor sociaal geëngageerde danstheater projecten in onder andere Vancouver (Canada), Albanië, Roemenië en Mexico kwam ik terug naar Nederland. Ik ben toen een jaar naar de kunstacademie Willem De Kooning Academie in Rotterdam gegaan. Ik wilde mijn propedeuse halen en naar de universiteit kunnen om de onderliggende dynamieken van mijn werk in het buitenland te leren begrijpen.
Daarom stroomde ik door naar een bachelor Taal en Cultuurstudies aan de Universiteit van Utrecht. Ik richtte me vooral op International Development Studies. Vervolgens deed ik een onderzoeksmaster aan de UvA, ook in International Development Studies, en nog een tweede master ernaast. Die was in Wageningen en heette Disaster & Conflict Studies. Ook toen bleef ik als bijbaan uitvoerend dansen en lesgeven. Daarvoor behaalde ik tussendoor mijn body conditioning-, pilates- en yoga certificaat. Ik ben vervolgens humanitair gaan werken bij War Child-achtige organisaties in Columbia en Nepal, afgewisseld met meer artistieke projecten.
Toen ik 27 was dacht ik alle puzzelstukjes verzameld te hebben om te gaan doen wat ik wilde. Jammer genoeg raakte ik toen geblesseerd aan mijn meniscus en moest ik geopereerd worden. Het herstel verliep niet zoals verwacht. Vier jaar lang heb ik op krukken gelopen en soms in een rolstoel gezeten tijdens de revalidatie. Artsen dachten dat ik nooit meer zou normaal kunnen lopen en dat ik mijn dansambities beter op kon geven.
Dat was het moment waarop ik me ging verdiepen in inclusiedans en ging onderzoeken hoe ik toch kon blijven dansen. Ik ben toen een Advanced Post Master gaan doen in Zwitserland in Expressive Arts. Ik leerde er verschillende kunstvormen toepassen in het maken van performances, of in therapie.
En nu dans je weer!
Ja, klopt! Na de studie in Zwitserland ben ik gaan promoveren op Movement Based Therapy in herstelprocessen aan de Lingnan University in Hong Kong. Ik leerde daar weer normaal lopen door allerlei Chinese geneeskundige benaderingen. Dat zijn meer holistische benaderingen die niet alleen gericht zijn op het versterken van spierkracht, maar bijvoorbeeld ook op energie blokkades doorbreken of fascia in beweging zetten. Zoals acupunctuur en cupping.
Qua dans ben ik eerst met zachte bewegingsvormen gestart zoals Tai Chi en Qi Gong. Toen dat goed ging ben ik ook weer steeds intensiever ballet gaan trainen. Ik moest heel wat stappen terug doen doordat ik er zo lang uit geweest was. Ik startte eerst 0,5 tot 1 jaar lang tussen de Chinese dansmeisjes (kinderen). Vanuit daar ben ik steeds verder opgeklommen.
Waarom besloot je een PhD te doen?
Een van mijn motivaties om een PhD te gaan doen was om de ‘lessen’ die we opdoen in de dansstudio op te schrijven. Daarmee bedoel ik de inzichten die ontstaan door middel van fysiek onderzoek naar een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld ter voorbereiding op een dansvoorstelling. Door middel van mijn PhD wilde ik een methode ontwikkelen waarin somatische kennis en harde feiten kennis elkaar vinden, zonder dat ik de gelaagdheid van de eerste te kort zou doen. Ik gebruikte de Inquiry Based Practice, de Life/Art Process van Anna Halprin, en de art/o/grapher methodologie om de theorie en de kunstzinnige en therapeutische praktijk aan elkaar te verbinden.
Ik pleit in mijn PhD dissertatie dus voor ‘embodied knowing’, waar bewegings/dansonderzoek erkend wordt als waardevolle kennis:
Tot welke inzichten kwam je?
In mijn dissertatie suggereer ik een holistische benadering met betrekking tot expressive arts therapy in (trauma) herstelprocessen. Holistisch omdat een biomedische benadering geen recht doet aan de complexiteit van het menselijk systeem, zeker niet als het gaat om trauma en herstel. Een top-down benadering waarbij de dokter/psycholoog/danstherapeut wel even vertelt wat de degene die herstel zoekt moet doen, versterkt het slachtofferschap en het gevoel van hulpeloosheid. Dat is juist niet wat je wilt binnen traumabehandeling! Er zou sprake moeten zijn van ‘power sharing’, zodat mensen die herstel en healing zoeken steeds meer op zichzelf en de signalen van hun lichaam gaan vertrouwen.
Waar ben jij momenteel in jouw praktijk als danstherapeut mee bezig?
Ik onderzoek waarom in Nederland zo vaak ingezet wordt op cognitieve therapie. Dat is heel jammer, want trauma, intensieve ervaringen en excessieve vecht-vlucht energie ligt opgeslagen in de vorm van beelden en sensaties. Traumatisch geheugen heeft geen narrative capaciteit. Dat betekent dat dat het onmogelijk is om te verwachten dat mensen er verbaal of schriftelijk een chronologisch geordend verhaal over kunnen vertellen.
In de hersenen zit het Centrum van Broca, het motorisch spraakcentrum. Als je daar een scan opzet, dan gaat de activiteit daar naar beneden als je getraumatiseerde mensen vraagt om over hun ervaringen te praten. Zo iemand raakt dan helemaal gefrustreerd, want je vraagt die persoon iets op te graven waar die ratio op dat moment geen toegang tot heeft. Met een puur cognitieve therapeutische benadering lopen mensen dus te lang rond met klachten die op een andere manier veel efficiënter aangepakt zouden kunnen worden.
Daarom kies ik ervoor te communiceren in de taal die traumatisch geheugen begrijpt: in beelden en sensaties. Oftewel, in de ‘taal die je niet spreekt’. Bijvoorbeeld door middel van ritme, werken met tekenen en fotografie of metaforen in dans. En zo ruimte te maken voor het ‘verhaal van het lichaam’. Dat doe ik als psychosomatisch therapeut voor fysiotherapiepraktijk Movamento en in mijn eigen therapiepraktijk Birds of Paradise. Naast individuele therapie bied ik, ook groepssessies, personal training, retraites én een aerial acrobatics act.
Welk boek zou jij aanraden?
Zelf vond ik het boek van Anna Halprin Dance as a Healing Art: returning to Health with Movement and Imagery heel mooi. Zij vertelt dat ze aan het dansen was en een visueel plaatje voor zich zag van een oude vrouw met een lelijke rotte plek bij haar onderrug. Ze liet zich onderzoeken en ze bleek op die plek een kankergezwel te hebben. Toen is ze met behulp van de Life/Art Process, waar ze zelf de grondlegger van is en waarover ook mijn PhD ging, aan de slag gegaan. Tijdens een van de sessies tekende ze levensgroot de oude vrouw met de rotte plek en een jonge vrouw in de bloei van haar leven met een schone ruggenwervel gebied. Ze danste de woede en pijn uit die ze voelde bij de tekening van de oude vrouw en danste toen richting de tekening van de jonge vrouw. Ze liet zich opnieuw onderzoeken en haar lichaam was schoon van kanker.
Waarom heb je ervoor gekozen om als danser zoveel in te zetten op onderzoek?
Ik deed een PhD echt uit liefde voor het dansveld. Ik vind dat wij zoveel onderzoeken in de studio aan thematiek. We doen heel veel waardevolle vondsten door ons lichaam te gebruiken om iets te onderzoeken. Het wordt alleen te weinig opgeschreven! Alles wat kunstvakopleidingen doen in Nederland is hbo-niveau, terwijl je in sommige andere landen dans of danstherapie op de universiteit kan studeren waar theorie en praktijk samen opgaan. Niet iedereen heeft natuurlijk behoefte om meerdere zaken te belichamen, maar ik vind dat de Nederlandse Calvinistische mentaliteit ‘doe maar gewoon want dan doe je al gek genoeg’ excellentie niet per se waardeert.
Op welke prestatie ben jij het meest trots?
Ik kijk met trots terug op de vier jaren in mijn carrière dat ik niet kon lopen of dansen. Voor iemand die gewend is veel te kunnen is dat erg confronterend. Ik mocht leren in die periode om mijn identiteit niet af te laten hangen van performances of werkprestaties. Ik ervaarde dat ik impact kon hebben door mijn ‘zijn’ en dat daar alles uit voort vloeit. Dan wordt het minder belangrijk of je je passie en liefde inzet door een voorstelling in een groot theater, of dat je een glimlach deelt met een oud vrouwtje in de supermarkt. Het komt vanuit dezelfde bron en kan net zo waardevol zijn.
Met wie zou je nog willen samenwerken?
Met mijn collectief Forge ben ik een een samenwerking gestart met Ahmed Joudeh. Hij heeft een solo voor mij gemaakt voor Beirut. Die heb ik alleen nog maar in Nederland kunnen uitvoeren. Deze zomer zal ik de solo als deel van een groter artistiek programma laten reizen naar Beirut, en daar tevens dans en kunst trauma therapie training geven aan hulpverleners ter plekke.
We zijn ook gestart met een project in het Museum of Humanity. Daar zouden we een stuk maken rondom de schilderijen van zijn broer in Syrië. Ze werden gemaakt met het stof van huizen nadat ze gebombardeerd waren. We hebben dat helaas niet verder kunnen ontwikkelen door de coronacrisis. Dus dat staat bovenaan mijn lijst!
Welke tip zou jij geven aan jonge dansdocenten?
Luister heel goed en diep naar de energie van de mensen die je voor je hebt. De ene leert auditief, de ander fysiek en de andere door te kijken. Dus dat je als docent echt observeert en met je voelsprieten uitsteekt. Wie heb je voor je en wat heeft die persoon voor benadering nodig om verder te komen? Je leest niet alleen het lichaam, maar ook hun mind en hart.
Verder denk ik dat het super mooi is te beseffen dat dans een tool is, dat het veel meer gaat over de ontwikkeling van de hele persoon. Natuurlijk moet je soms hameren op techniek, maar blijf steeds het grotere plaatje zien. Ik zie iedere persoon/kind als een diamant en welke elementen uit de les kunnen ervoor zorgen die diamant krachtiger en zichtbaarder te maken? Daar heeft iemand iets aan voor de rest van het leven!
Dit artikel wordt je gratis aangeboden door Dansdocent.nu. Vind je ons online magazine voor dansdocenten ook een fantastisch initiatief? Steun ons dan door lid te worden!
IN DE SPOTLIGHT
Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!