In de spotlight: artistiek leider en balletdocent Ernst Meisner

Ernst Meisner. Fotograaf: Sebastien Galtier

Ernst Meisner. Fotograaf: Sebastien Galtier

INTERVIEW | Ernst Meisner (38 jaar) werd tijdens de lockdown bekend als dé online balletdocent. Zijn balletlessen op YouTube zijn meer dan twee miljoen keer bekeken. Deze lessen nam hij op in de studio’s van Het Nationale Ballet, waar hij artistiek coördinator is van de Junior Company. Daarnaast is Ernst sinds 2018 artistiek leider van de Nationale Balletacademie. Hoog tijd dus om hem het hemd van het lijf te vragen! Wat is zijn missie? En danst hij zelf nog? Lees het interview!

Hoe zijn jouw online balletlessen tot stand gekomen?

Ik was onderdeel van het idee, maar het is echt tot stand gekomen uit nood. De dansers zaten aan het begin van de coronacrisis ineens thuis maar moesten les hebben. Dus ik zei ‘nou, ik ga wel in de studio staan en een les opnemen met een pianist zodat we die kunnen streamen’. Ondertussen zit iedereen op ZOOM en Teams, maar dat was toen nog niet. Met deze balletlessen wilde ik de dansers vooral energie geven. Daarom was die pianist ook heel belangrijk. 

De pianist is minstens zo belangrijk als de docent. Je kunt een hele goede les geven als docent, maar met een matige pianist, en dan is de les niet zo geweldig. Terwijl je soms een een matige les kan geven als docent met een geweldige pianist - en dan nog kan de les beter voelen. Muziek is zo belangrijk voor de energie van de les!
— Ernst Meisner

In eerste instantie was het de bedoeling dat die lessen alleen voor onze dansers waren, maar toen kregen we de vraag van andere dansgezelschappen of hun dansers niet ook mee konden doen. Dat is toen uitgegroeid tot de YouTube balletlessen waaraan iedere balletliefhebber over heel de wereld mee kan doen. Het is een eigen leven gaan leiden. We hebben enorm veel leuke reacties gehad, van e-mails tot kaarten, en het was ook ontzettend leuk om te doen!

Aan het einde van de online barre doe je de ‘calf rises’ in plaats van stretchen. Waarom? 

Dat doen we al twee jaar, om de kuit- en enkelspieren sterker te maken. Het Australian Ballet is hiermee begonnen en dat is een best practice die blessures helpt voorkomen. Sinds dit jaar zijn we ook met de Junior Company op meerdere vlakken, waaronder deze oefening en de conditietraining, aan het meten hoe de dansers zich voelen. Dat doen we aan de hand van de Performing artist and Athlete Health Monitor. Maar het positieve effect van de calf rises is bij andere dansgezelschappen al bewezen. Dus zo’n oefening kan je dan ook gewoon overnemen! 

Dans je zelf nog?

Nee. Dat is grappig. Ik vind balletles geven nu echt heerlijk en ik heb met heel veel plezier veertien jaar gedanst, maar vanaf de dag dat ik ben gestopt en artistiek coördinator werd van de Junior Company heb ik geen enkele balletles gedaan en het ook geen moment gemist. Fit blijf ik door zelf veel voor te doen tijdens het lesgeven. En ik heb ontdekt dat ik soms een half uurtje de gym in moet om een workout te doen. Dat komt denk ik wel voort uit mijn ballettraining; ik wil dan gewoon echt even zweten. 

Met welke leerdoelen ben jij bezig als artistiek coördinator van de Junior Company?

Als dansers aangenomen worden bij de Junior Company hebben ze al heel veel talent en zijn ze al heel bijzonder in hun eigen kunnen. Dus ik werk eraan om van die twaalf dansers één groep te maken. Daarmee bedoel ik niet dat ze allemaal hetzelfde moeten worden. Wij bieden hen juist een platform om zichzelf helemaal te ontplooien en hun eigen persoonlijkheden te ontwikkelen. Daarbij kijken we ook naar hun fysieke en mentale gezondheid. Maar hoe we dat exact doen is ieder jaar anders, omdat de samenstelling van de groep steeds anders is.

Verder draait het traject van de Junior Company heel erg om kennis maken met Het Nationale Ballet en een leven als professioneel balletdanser. Oftewel, wat verwachten wij van hen? Ze dansen bijvoorbeeld mee met het corps de ballet. Ook is nieuw werk een groot onderdeel van ons gezelschap, maar hoe doe je dat? Hoe ga je om met nieuwe choreografen? En wat is daar soms moeilijk aan? Dat zijn vraagstukken waar wij hen in begeleiden door continu met ze in gesprek te gaan. Daarbij kijken wij vaak naar de lange termijn, terwijl de dansers zelf meer bezig zijn met of ze nu wel of niet gecast zijn voor een bepaalde productie.

En waar werk je als docent aan in hun balletles?

Ik geef de Juniors een of twee keer in de week les. De andere lessen worden gegeven door hun balletmeester, Caroline Sayo Lura. En normaal gesproken dansen ze ook een paar keer mee met het grote gezelschap, maar dat kan nu even niet. Natuurlijk werken we aan de verfijning van de ballettechniek. De Juniors krijgen namelijk ook de kans om al solistische rollen te dansen en dat is echt een uitdaging! Dus daar besteden we veel tijd aan.

Maar voor mij is muzikaliteit een van de belangrijkste dingen waar ik op let. Als je ritme klopt, dan is dat al de helft van je techniek. Want als je het kan zingen, zoals docenten vaak een ritme voorzingen, dan kan je het al half uitvoeren. Ik laat ze daarom echt naar de muziek luisteren om dat bewustzijn te prikkelen. En soms moeten ze het van mij gewoon zingen! 

Daarnaast werk ik aan hun ademhaling. Want de dans vindt plaats tussen de noten, op de adem tussen de noten, alle details die je vindt tussen de noten, en de beweging van het ene naar het andere punt. Ook voor mij is dat fijn. Mijn lessen zijn echt mijn rustpunt op een drukke werkdag, omdat ik dan even niet hoef te denken aan die ene vergadering of die e-mail die ik nog moet schrijven. Dat gaat ook niet! Als dansdocent moet je echt concentreren op de mensen die voor je staan. 

Wat is jouw missie als artistiek leider van de Nationale Balletacademie?

Nu dat ik ook bij de Nationale Balletacademie (NBA) werk, houd ik me steeds meer bezig met het amateurveld. Omdat ik merk hoe belangrijk die aansluiting is met dat werkveld van dansdocenten, omdat het die docenten zijn die ‘het zaadje planten’ bij hun leerlingen. Daarom wil ik graag het gesprek met hen aangaan!

Één van de speerpunten die ik heb is om het Nederlandse talent te stimuleren en dat we daar actief naar moeten zoeken. En dat begint vaak bij amateurscholen, maar ik denk dat we ook veel breder moeten kijken en scouten en zelf buurten in moeten gaan. Zoals door onze samenwerking met Motion Dance Studio in Amsterdam Zuid-Oost, of het educatieve project Ballet met je klas. Op die manier hoop ik een meer diverse groep van talenten aan ons te binden.

Wil je met jouw dansschool ook een samenwerking aangaan met de Nationale Balletacademie? Stuur dan een mailtje naar: nba-info@ahk.nl

Bij ons op de NBA beginnen ze met 10 jaar. Vaak wordt er gedacht ‘je moet al heel veel kunnen als je auditie doet voor de balletacademie’ en dat is eigenlijk niet waar. We kijken ten eerste naar de fysieke mogelijkheden: kunnen ze de voeten strekken, hoe is hun uitdraai, en hoe flexibel is het lichaam? Daarnaast kijken we naar muzikaliteit en coördinatie, of dat er van nature in zit. Maar meer dan dat is een eerste auditie niet. Dus als iemand graag wil dansen, is dat in principe genoeg! 

Kinderen die auditie komen doen hoeven eigenlijk nog geen balletpassen te kunnen. Liever niet zelfs, want dat gaan ze bij ons leren. Vaak is een ‘blank canvas’ voor ons gemakkelijker. Als dansdocent kun je je jonge leerlingen het beste voorbereiden door te focussen op hun dansplezier, want tijdens de auditie moeten ze wel ‘een dansje’ doen. 

Hoe is het om leiding te geven aan de school waar je zelf je dansopleiding hebt gevolgd?

Dat is heel mooi! Er zijn docenten die mij nog hebben lesgegeven. Dat is bijzonder om daar nu mee te mogen samenwerken. Verder denk ik dat het een groot voordeel is dat ik er zelf op school heb gezeten, want ik heb het allemaal meegemaakt. Niet alleen het ballet gedeelte, maar ook de middelbare school. 

Ondertussen is er natuurlijk ook enorm veel veranderd, maar er is ook nog veel wat echt anders moet en waar nog stappen gemaakt moeten worden in het balletonderwijs. Dat is niet alleen in Nederland zo, ook internationaal mogen er nog ‘sprongen’ gemaakt worden. Als je kijkt naar hoe jonge mensen tegenwoordig leren, en dan heb ik het niet alleen over dans, dan zie je bij andere soorten onderwijs dat het meer een two-way street is. Ik denk dat het balletonderwijs daar nog wel wat van kan opsteken! 

The Royal Ballet, waar ik tien jaar heb gedanst, was ook nog best ouderwets en streng. Wij werden met de achternamen aangesproken. Nu denk ik ‘goh, wat is dat raar!’
— Ernst Meisner

Studenten moeten weten wanneer en hoe ze vragen mogen stellen, omdat dát straks de meest interessante dansers gaat opleveren. Dansers die niet alleen een bewustzijn hebben van hun vak, maar ook van wat zich daarbuiten afspeelt en daar een mening over hebben. Ik zou graag meer studenten zien die vragen stellen en zelf met ideeën komen. Ik wil geen bange studenten hebben! Dansers mogen van mij wel wat mondiger zijn. 

We gaan ook zelf steeds vaker het gesprek met de studenten aan, om uit te leggen waarom we bepaalde dingen zo doen in het klassiek ballet. Een keer in de zoveel tijd gaan we ook samen zitten. De eerste keer dat dat gebeurde keken de leerlingen mij aan van ‘Er is vast iets heel erg gebeurd, of iets heel leuks’. Toen zei ik “Nou, er is niks aan de hand, we gaan gewoon een kwartiertje delen wat er speelt, bij mij en bij jullie.” Die momenten moet je inbouwen, anders gebeurt dat gesprek niet.

Heb je een tip voor andere dansdocenten?

Wij zijn zelf momenteel erg bezig met positieve communicatie. Een voorbeeld dat ik gisteren nog gaf is: vroeger werd er vaak gezegd ‘je schouder staat omhoog, doe ‘m eens omlaag’. Dat hele eerste deel zou ik weglaten, want dat hebben we niet nodig. Zeg gewoon ‘Doe je schouder naar beneden’.

Dit artikel wordt je gratis aangeboden door Dansdocent.nu. Vind je ons online magazine voor dansdocenten ook een fantastisch initiatief? Steun ons dan door lid te worden!


IN DE SPOTLIGHT

Dansdocent ben je omdat het je passie is, maar wat meer respect en erkenning zou ook fijn zijn. Toch? Daarom interviewen wij regelmatig leden van Dansdocent.nu om hen in de schijnwerpers te zetten en de aandacht te geven die zij verdienen. We vragen hen waarom ze dansdocent zijn geworden, hoe ze het ervaren en wat ze nog zouden willen meemaken. Ook interviewen we regelmatig vooraanstaande en populaire dansdocenten. Laat je inspireren door deze mooie mensen!

Jacky groot.png

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Ze studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Daar kwam ze in aanraking met progressieve theorieën over (dans)educatie - én vakbladen voor dansdocenten! Naast het aansturen van de andere redacteuren, is ze onder andere verantwoordelijk voor de artikelen in de rubriek ‘Dansdocent in the spotlights’.