Henriëtte Bloemenkamp: “Je moet wel kunnen uitleggen wat je doet en waarom je dat doet”
TRENDS & CURRICULUM | Bij de tiende podcast over de ‘Dansdocent van de Toekomst’ ging redacteur Sanne Fokkens in gesprek met Henriëtte Bloemenkamp en Maartje Jaspers. Zij spraken over het curriculum van de vierjarige hbo opleiding Vaktherapie dans en beweging bij Zuyd Hogeschool in Heerlen. Bijzonder is de focus op (praktijk)onderzoek en het leren onder woorden brengen wat dans met iemand doet. Benieuwd wat Zuyd Hogeschool haar studenten nog meer leert? Beluister dan de podcast! Of lees Sanne’s reflectie op het interview.
Reflectie: observeren, meevoelen, innoveren
Wat triggerde mij bij deze podcast? Vooral dat Maartje Jaspers (docent vaktherapie dans) aangeeft dat wij het recht hebben om plezier te beleven! Ze zegt: “Want jij mag niet alleen geven, maar ook krijgen! En plezier beleven daar ter plekke, daar heb je gewoon recht op als student, als leerling, als docent én als therapeut.” Dat is toch krachtig én een hart onder de riem?! Want, voel jij dat als dansdocent wel zo? Ik denk vooral aan de anderen en niet aan mezelf, ook al beleef ik wel plezier aan het geven van de lessen.
We hoeven dus niet alleen te geven als dansdocenten. We mogen op dat moment in de studio óók krijgen en zelf plezier beleven aan het dansen. Dat doet me denken aan wat Stephanie de Bruijckere in de vorige podcast over dans- en bewegingstherapie bij Agape Belgium zei. Zij denkt dat zelfzorg de toekomst is en vindt het jammer “dat dansers of docenten of danstherapeuten wel de dans geven aan de ander, maar dat niet meer aan hunzelf geven.”
Met dié helende kracht leren ook de studenten vaktherapie van Zuyd Hogeschool om te gaan. Zij leren bij zichzelf te voelen en te beschrijven wat dans met hen doet. Ze leren observeren wat er met de ander gebeurt, en hoe je kan meevoelen en meebewegen met die ander. En waardoor je zelf ook voelt en ervaart wat er met jouw lijf gebeurt als je dat doet of die beweging maakt. Om vervolgens dát weer uit te (kunnen) leggen aan die ander, de cliënt bijvoorbeeld. Want volgens opleidingsmanager Henriette Bloemenkamp moet je als danstherapeut wel kunnen uitleggen wat je doet en waarom je dat doet!
Dat meevoelen en beschrijven wat je ziet en voelt gebeuren is niet eenvoudig vind ik. Ik heb het de afgelopen weken tijdens mijn lessen weer geprobeerd. Behalve het aanleren van materiaal of het geven van opdrachten, corrigeren en coachen, moet je dan ook kijken naar wat er met elk individu afzonderlijk gebeurt. Dat is behoorlijk tijdrovend. Als je het toepast zou je kunnen focussen op iemand waarbij de opdracht echt niet lukt of iemand waarbij het materiaal maar niet indaalt. In mijn lessen is daar weinig tijd en ruimte voor, omdat ik praktisch aldoor mee moet doen en het is ook niet altijd de wens van mijn leerlingen en cursisten.
Wat me nu wel beter afgaat, dankzij deze podcast, is om bij kinderen vaker of sneller te benoemen wat ik qua gevoel of beweging bij hen zie gebeuren. Dat ze bleek worden of verdrietig lijken of aldoor lopen te ‘hupsen’. Door dat überhaupt te benoemen, konden zij zeggen wat er was en was het probleem snel verholpen. Variërend van ‘ik vind het spannend’, tot ‘ik mis mama’, of ‘ik moet naar de wc’. Dat zij dan gelijk hun ei kwijt kunnen helpt te ontladen, waardoor we allemaal lekker door kunnen met de dansles!
Het ‘leren benoemen’ deed me terugdenken aan mijn tijd als student op de dansacademie. Toen werd er ook gevraagd om er samen over te praten. Ik was dan vaak na één seconde al uitgepraat. Het voelde goed of niet goed, het was leuk of niet leuk, ik deed het volgens mij juist of niet juist. Ik had het vocabulaire niet om mijn ervaring in woorden uit te drukken. Ik had daar eigenlijk wel meer begeleiding in gewild. Want welke vragen moest ik (mezelf) stellen? Of die ander? Waar moest ik precies naar kijken? Of op letten?
Deze podcast hielp me hiermee! Want je kan beschrijven wat je bij die ander ziet gebeuren. Bijvoorbeeld: ‘Ik zie dat je daar stopt met bewegen of die arm niet uitstrekt.’ En dan vragen: ‘hoe komt dat?’ Of inderdaad meebewegen met die ander en kijken of je zo wellicht kunt ontdekken wat er bij die ander gaande is. Maartje Jaspers vertelt nog dat het hierbij wel belangrijk is niet voor de leerling in te vullen en te vragen of de leerling jouw observatie herkent: “De informatie die je bij jezelf opdoet, het kan zijn dat die leerling dat misschien ook heeft. Je weet niet of dat zo is, maar je kunt in ieder geval die check doen.”
Door op deze manier les te geven leer je zelf ook weer meer. Dat sluit heel goed aan bij de opleiding Vaktherapie dans en beweging. De vaktherapeut van de toekomst is, in de ogen van Maartje Jaspers en Henriëtte Bloemenkamp, namelijk iemand die open is en nieuwsgierig naar zichzelf en de ander. Iemand die met dans het welzijn en de gezondheid van zichzelf én die ander kan bevorderen. Een vaktherapeut die zich, door telkens te innoveren met onderzoek en het lezen van vakliteratuur, persoonlijk kan blijven ontwikkelen.
Een leven lang leren dus, zoals ook Ingrid Stoepker van Codarts propageert. En niet te vergeten: een vaktherapeut die de dans blijft geven aan zichzelf én de ander. Want dat is ook óns recht.
Sanne Fokkens.
…
Lees je liever het interview? Log dan in om toegang te krijgen tot de rest van dit artikel!
Dansdocent van de Toekomst
Met de podcast ‘Dansdocent van de Toekomst’ houden wij jullie op de hoogte van trends op het gebied van danseducatie! Sanne Fokkens, redacteur van Dansdocent.nu, gaat namelijk in gesprek met de artistiek leiders van de opleidingen Docent Dans van dansacademies in Nederland en Vlaanderen. Enkele vragen die aanbod komen zijn: Wat is daar de afgelopen tien jaar veranderd in het curriculum? Hoe kunnen dansdocenten hun leerlingen het beste voorbereiden op zo’n opleiding? En hoe zien zij de ‘dansdocent van de toekomst’?