Dansdidactiek in de 21e eeuw: dit leerde je tijdens de coronacrisis
WERKPLEZIER & DIDACTIEK | De afgelopen maanden ontwikkelden dansdocenten vanwege de lockdown snel nieuwe vaardigheden. Zoals het aanspreken van hun leerlingen via digitale media en hen vanuit een coachende rol benaderen. Vaardigheden die eigenlijk iedere (dans)docent zich in de 21e eeuw hoort eigen te maken. En die nu na de crisis niet in vergetelheid mogen raken! Biedt ‘blended learning’ hiervoor de ideale methode? In dit artikel vertelt Maud Tielemans je alles over welke didactische vaardigheden niet in jouw ‘toolbox’ mogen ontbreken.
Dit leerde ik tijdens de coronacrisis
Eindelijk was het zover! Afgelopen week zag ik enkele van mijn collega’s in levende lijve terug. Het gespreksonderwerp? Lesgeven via online kanalen! De algemene indrukken: ‘Het is toch niet hetzelfde!’, ‘Ik ga blij zijn als ik terug ECHT les mag geven’, ‘Ik bereik maar de helft van mijn leerlingen’. Het reflectie-stemmetje in mijn hoofd vroeg zich meteen af: maar wat was wél positief? Wat kan je als dansdocent meenemen uit deze online ervaringen?
Helemaal verwikkeld in ZOOMlessen, Padlet borden en driftig op zoek naar een app om ballettermen te oefenen, heb ik ervaren dat de toepassing van digitale vaardigheden zowel voor- als een nadelen kent. Ik leerde als docent inspelen op de ruimte waarin iedere leerling werkt, maar vond het tegelijkertijd lastig dat ik ze niet fysiek kon verbeteren. Het leerde me dat het combineren van digitaal en face-to-face lesgeven het fijnste werkt. Ik voelde dat ik er als docent completer van werd en meer variatie in aanleermethodes toepaste.
Waarschijnlijk heb jij tijdens de coronacrisis ook digitale middelen leren implementeren in jouw danslessen en heb je meer als coach opgetreden dan als ‘expert’. Denk maar aan online lesgeven, feedback geven via een app of leerlingen de theorie laten oefenen via de quiz app Kahoot. Dit zijn vaardigheden die we anders niet, of heel summier, inzetten in de dansles. Dat is zonde! Want deze vaardigheden kunnen ook na de coronacrisis waardevol zijn.
Daarom vind ik dat ze niet op de achtergrond mogen raken, maar dat ze een plekje verdienen in 'het nieuwe normaal'. De dansdocent van de 21ste eeuw moet meer dan alleen danstechnische en compositorische kennis en vaardigheden beheersen, maar ook technologische. Het stelt je in staat om de totale leerling te benaderen en hen op weg te helpen in een levenslang leerproces.
Het implementeren van technologie, in combinatie met leerlinggericht werken, is namelijk geen bedreiging van de huidige leerdoelen. Technologie in de dansles is een en-en verhaal. Een deel van de taken van dansdocenten moet live behouden worden. Zoals bijvoorbeeld hands-on correctie, het aanleren van partnerwerk met fysiek contact en muzikaliteit. Andere taken kunnen mogelijk opgevangen blijven door technologie. Dit heet ‘blended learning’. In dit artikel vertel ik je hier uitgebreid over!
21e eeuwse vaardigheden
De implementatie van ICT is een belangrijke vaardigheid voor dansdocenten in de 21e eeuw. De toepassing van informatie- en communicatietechnologie (ICT) wordt namelijk al enkele jaren in het reguliere onderwijs beschouwd als een van de 21e eeuwse, en daarbij noodzakelijke, vaardigheden om te beheersen. Niet alleen van de student, maar ook van de docent. De implementatie van ICT stelt je leerlingen bovendien in staat hun eigen leerproces op nieuwe manieren in handen te nemen.
Een eenduidige definitie van deze 21e eeuwse vaardigheden is moeilijk te geven (Van den Oetelaar, 2012), maar de term heeft betrekking op een samenhangend geheel van vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in onze eeuw. Een van de vaardigheden die er voor mij uitspringt is ICT-gebruik. Het is een vaardigheid die alle mensen vandaag zouden moeten beheersen, omdat onze maatschappij er zo van doordrongen is. Daarnaast stellen verschillende apps en andere computerprogramma's je leerlingen in staat nieuwe manieren te ontdekken om te leren. En jij als leerkracht kan leerlingen vanuit meer diverse (en nieuwe) benaderingswijzen aanspreken.
Denk maar aan voorbeelden als het creëren van een plek waar naast de dansles online contact gehouden kan worden (WhatsApp, Facebook, GoogleDrive, dko3), het geven van instructie via online kanalen (ZOOM, Skype, MicrosoftTeams) en het inzetten van verschillende ondersteunende apps (coach eye, Padlet, Mentimeter) om je leerlingen kwaliteitsvol te blijven begeleiden voor de toekomst.
Het toevoegen van deze ICT vaardigheden aan de kunstvorm dans zorgt niet alleen voor het professionaliseren van de vaardigheden van leerlingen (Sööt en Viskus, 2014). De implementatie van technologie kan daarnaast enthousiasme opwekken bij een nieuwe generatie jonge dansers die zich in hun dagelijkse leven vastgeklampt zijn aan deze digitale middelen. Het kan de verbinding vormen tussen het gekende en niet gekende. Tussen leerling en docent.
Bijvoorbeeld: Het Nederlands Dans Theater ontwikkelde twee apps: Parade en Dreamplay. Hiermee leren kinderen spelenderwijs over moderne dans. Een selectie prachtige videofragmenten van dansstukken van de choreografen Crystal Pite en Johan Inger vormt de basis. De apps zijn ontwikkeld voor leerkrachten van de basisschool. Leerlingen krijgen eerst enkele videofragmenten aangereikt ter observatie en via verschillende stappen komen ze uiteindelijk zelf tot leren vanuit het materiaal uit de choreografieën. De apps sluiten onder andere aan bij Kerndoel 54 van SLO dat stelt dat leerlingen beelden, muziek, taal, spel en beweging leren te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
ICT: VERRIJKING OF BEDREIGING?
Dat we als dansdocenten ons deze ICT-vaardigheden in rap tempo eigen hebben gemaakt tijdens de coronacrisis vind ik een zege voor de toekomst! Ik ben overigens niet de enige die denkt dat de implementatie van technologie een belangrijke vaardigheid is voor dansdocenten om zich eigen te maken. Ook andere dans- en cultuurpedagogen erkennen de implementatie van technologie als dé uitdaging voor docenten in de 21e eeuw. Dit roept de vraag op: Kunnen we technologie omarmen als verrijking in plaats van bedreiging voor de dansles?
Danspedagogen Sööt en Viskus (2014) zeggen van wel en stellen dat deze interdisciplinaire benadering één van de zeven uitdagingen voor dansdocenten in de 21e eeuw is. Dit vertaalt zich in lesmateriaal waarbij zowel gecreëerd, geproduceerd als gedocumenteerd kan worden door middel van technologie. Denk daarbij aan nieuwe media zoals Ipads, live streaming, YouTube en Pitch2Peer. Het stelt dansdocenten in staat leerlingen zowel binnen als buiten de dansstudio te begeleiden. De uitdaging van de docent zit hem dan volgens Sööt en Viskus (2014) ook in het leren omgaan en managen van deze nieuwe ICT mogelijkheden. Zodat dansdocenten dezelfde digitale vaardigheden beheersen als hun leerlingen en deze effectief kunnen inzetten voor hun leerdoelen.
Ook Bossuyt en Staes (2020) noemen het inschakelen van technologie voor het leerproces van de leerlingen dé uitdaging van de cultuureducator van de toekomst. Zo vertellen zij in het e-book Uit de schaduw: de ontwikkeling van kunst- en cultuureducatie in de vrije tijd in Vlaanderen. Ze stellen daarin een belangrijke subvraag: dat we moeten ontdekken tot welk doel we danseducatie willen laten behoren en wat technologie daarin kan betekenen. Het moet volgens hen gezien worden als hulp en niet zozeer als ‘besparingsregel’ die de docent overbodig maakt. De implementatie van technologie kan tot slot volgens Bossuyt en Staes een drempelverlagend effect hebben en de verspreiding van kunsteducatie bij een breder publiek aanmoedigen.
Technologie verwerken in de dansles betekent dus niet meteen dat alles online hoeft plaats te vinden. Of dat het niet symbiotisch kan samengaan met onze huidige leerdoelen. Wél kan het dienen als waardevolle aanvullende didactische methode om meer leerlinggericht te kunnen werken...
VAN EXPERT NAAR COACH
Het implementeren van technologie zorgde er tijdens de coronacrisis ook voor dat we als docenten hebben geleerd te coachen op afstand. Dit mag ook nu niet in de vergetelheid raken. Het uitsluitend optreden als ‘expert’ door middel van directe instructie is immers ouderwets. Tegenwoordig wordt indirecte instructie en leerlinggericht werken (namelijk coachen) gezien als een meer effectieve manier van lesgeven.
Danseducatie volgde vroeger steevast het traditioneel leermodel waarbij de leerlingen leerden dansen door specifiek bewegingsvocabulaire na te doen van een docent (de expert). De laatste jaren is het wereldwijd aangenomen dat het overbrengen van (dansgerelateerde) leerstof veel verder gaat. Dat betekent dat (dans)docenten een breed scala aan didactische vaardigheden en strategieën nodig hebben om te motiveren en engageren (Sööt en Viskus, 2014). Oftewel, het ‘leerlinggericht’ werken vanuit indirecte instructie.
Bij een indirecte instructie wordt alleen verteld wat de leerling moet doen. Hoe iets moet gebeuren moet hij zelf uitvinden (POC instrueren, 2020). Dit kan door leerlingen actief te betrekken in het leerproces. Zij maken de keuzes. Binnen de context van de dansles kun je bij indirecte instructie denken aan improvisatie-opdrachten die leiden tot compositie. Deze manier van lesgeven kost meestal wat meer tijd bij het aanleren van een taak, maar op de lange duur wordt deze tijd terugverdiend door een grotere zelfstandigheid (POC instrueren, 2020), betrokkenheid en leeropbrengst (Airth, z.d.).
Een docent die op indirecte wijze instructies geeft kun je beschouwen als een coach. Het is een leerlinggerichte manier van lesgeven waarbij de docent dient als link tussen leerling en wereld. Dat kun je ook een holistische benadering van educatie noemen, waarbij de dansdocent een persoon in zijn geheel ziet. Het totale pakket. Het verbinden van geest en lichaam, de identiteit en het curriculum met haar gemeenschap. Dit kan je in de praktijk vertalen door je leerlingen door middel van reflectie-opdrachten te betrekken en bewust te maken van hun eigen leerproces. Of het lesmateriaal af te stemmen op de leervragen waar zij mee rondlopen. Op die manier worden ook 21e eeuwse vaardigheden als zelfregulering, kritisch en creatief denken en communiceren nog beter ontwikkeld dan bij directe instructie.
Het implementeren van technologie en gebruik van nieuwe media kan onderdeel zijn van leerlinggericht lesgeven en een voorbeeld van indirecte instructie. Het zorgt ervoor dat onze leerlingen, die zijn opgegroeid met technologie - denk maar aan apps als TikTok en het game FortNite - zich kunnen verbinden met hun identiteit. En bijvoorbeeld thuis, buiten de dansles om, op hun eigen tempo verder kunnen leren over dans! De jonge generaties worden niet voor niets ‘digital natives’ genoemd. Dansdocenten kunnen dan ook, zoals in vorig argument aangehaald, leren werken met technologie in hun lessen. Ze lopen anders achter in het ontwikkelen van vaardigheden om hun leerlingen waardevolle links met hun eigen leefwereld te laten maken.
Technologie kan daarnaast ook helpen bij het leren corrigeren en aanleren van een correcte techniek, het catalogiseren van dansrepertoire, of aanleren van choreografie. Een voorbeeld hiervan zagen we tijdens de coronacrisis opduiken bij Anna Teresa De Keersmaeker. Zij daagde heel Vlaanderen opnieuw uit om het stuk Rosas danst Rosas na te maken. Leerlingen konden hierin het fenomeen rond TikTok herkennen. Ik merkte dan ook dat het massaal gefilmd en gedeeld werd via de Instagram van Rosas.
BLENDED LEARNING ALS MIDDENWEG?
Het implementeren van technologie, in combinatie met leerlinggericht werken, is geen bedreiging van de huidige leerdoelen. Technologie in de dansles is namelijk een én-én verhaal. Een deel van de taken van dansdocenten moet live behouden worden. Zoals bijvoorbeeld hands-on correctie, het aanleren van partnerwerk met fysiek contact en muzikaliteit. Andere taken kunnen mogelijk opgevangen blijven door technologie. Dit heet ‘blended learning’.
Blended learning wordt gedefinieerd als een combinatie van offline fysiek leren binnen de schoolgebouwen of dansstudio’s én het online gebruiken van digitale leermiddelen. Op deze manier kunnen ze zelf hun onderwijs plannen en op eigen tempo leren. Blended learning betekent letterlijk gemixt leren. Sinds 2005 zag ik samen met het onderwijslandschap deze term steeds vaker opduiken. Vanuit het bedrijfsleven werd de gedachte, om op te leiden zonder de nadelen van afstand en tijd, overgenomen.
Blended learning heeft zijn effectiviteit bewezen doordat het leerlingen en studenten - die in deze methode centraal staan - meeneemt in een interactief, fysiek en zichtbaar proces dat het artistieke leerproces krachtiger maakt (Vandeput, z.d). Het maakt het mogelijk dat aan de leerroutes nieuwe onderwijswerkvormen worden toegevoegd en maakt het onderwijs flexibeler, individueler en meer interdisciplinair (Vandeput, z.d).
Dit én-én verhaal in technologie zag ik terug bij de dansopleiding van Codarts Rotterdam. Daar wordt de annotatietool voor dansonderwijs ‘De Motion Bank’ gebruikt. Het is een online tool waarmee feedback gegeven kan worden op videomateriaal van dansstudenten ontwikkeld tijdens een vierjarig onderzoeksproject van The Forsythe Company. Studenten worden zo bijvoorbeeld tijdens de live lestijd gefilmd door de dansdocent. Deze neemt het materiaal mee naar huis en voegt in de video feedback toe. De student kan deze dan thuis doornemen en zo voorbereid terug in de live dansles staan. Daarnaast heb je bijvoorbeeld ook Coach’s Eye. Deze app kan je inzetten om fouten in techniek uit te lichten en notities te maken voor verandering en deze in toevoeging op je live les aan de leerlingen toesturen.
MAAR WAAR LEREN WE DIT DAN?
De uitdaging van de dansdocent in de 21e eeuw ligt dus in het leren omgaan met, het aanvaarden, en het managen van deze nieuwe media. Maar hoe pakken we dat aan? Waar kunnen de docenten uit het werkveld terecht voor bijscholing op dit gebied? En besteden de dansopleidingen hier momenteel eigenlijk wel aandacht aan?
Een online zoektocht leverde minder informatie op dan gehoopt. In de curricula van docentenopleidingen zien ik geen vakken die hierop inspelen. Behalve misschien ‘dans voor camera’. Dit baart mij zorgen! In Vlaanderen zagen we enkele pogingen met op de studiedag voor dansleerkrachten uit het DKO een workshop Dans en ICT en het aanbod van KlasCement rond dans bij afstandsleren.
Het lijkt er dus op alsof er weer een pad open ligt om te bewandelen. Wie grijpt deze kans? Technologie en dans! Wij geven je hieronder in ieder geval alvast wat tips over handige apps!
APPS OM NA CORONA TE BLIJVEN GEBRUIKEN
We maakten tijdens de coronaperiode gebruik van heel wat apps om het leren te optimaliseren. Ik verzamel hieronder een lijstje met apps die ook NA corona nog nuttig kunnen zijn.
Algemeen
Coach’s Eye
Video analyse app waarmee je feedback kan geven op onder andere de houding van je leerlingen.
Kahoot - Quizlet
Kahoot! is een onderwijsplatform uit Noorwegen. Kahoot! werkt met multiple choice-quizzen via smartphone
Padlet
Samenwerkingsplatform waarbij via prikborden informatie gedeeld wordt.
Mentimeter
Presentatietools waarbij gebruik gemaakt kan worden van live feedback.
Google Drive
Bestandopslag en synchronisatie voor samenwerkingen.
Pitch2Peer
Peerfeedbackplatform voor het hoger onderwijs. Peerfeedback ontstaat wanneer je feedback ontvangt van een gelijke. Bijvoorbeeld student aan student.
Capisj
Site die helpt bij het ontwikkelen van een online course.
EDPuzzle - MysimpleShow - Dividu
Website die helpt bij het ontwikkelen van interactieve video’s.
ANewSpring
Trainers en opleiders gebruiken het aNewSpring leerplatform voor effectieve blended learning. Je kunt hiermee zelf een online cursus bouwen.
Dansspecifiek
Playbook
Via deze app kan je instellen hoeveel dansers je hebt in je choreografie. Daardoor stel je opstellingen samen en is het gedaan met notities maken.
8 count
De muziek wordt voor jou uitgeteld per 8 tellen.
Sayjzz, saytap, sayballet
Online terminologie oefenen.
MotionBank
Een online annotatietool waarmee docenten feedback kunnen geven op choreografie-opnames van de leerlingen.
Ohja, en toch ook ZOOM!
Wanneer we in de zogehete tweede golf terecht zouden komen, gaan de stemmen op dat we nooit meer in volledige lock down zullen gaan. Biedt ZOOM (of alternatieven als Microsoft Teams) ons de mogelijkheid om met halve groepen te werken?
Welke apps heb jij gebruikt voor je (online) danslessen? Laat het ons weten in een opmerking hieronder en we voegen het aan de lijst toe!
BRONNEN
Bossuyt, T. & Staes, J. (2020). Uit de schaduw [PDF]. Brussel, België: Publiq vzw. Geraadpleegd op 28 mei 2020.
POC instrueren [PDF]. (z.d.). Geraadpleegd op 11 juni 2020.
Sööt, A., & Viskus, E. (2014). Contemporary Approaches to Dance Pedagogy – The Challenges of the 21st Century. Procedia - Social and Behavioral Sciences, 112(4), 290-299. Geraadpleegd op 28 mei 2020.
Taylor, J., & Linssen, A. (2019). Teaching dance in the 21st century - practice and theory in teacher development [PDF]. Research Group Arts Education Amsterdam University of the Arts. Geraadpleegd op 2 juni 2020.
Van den Oetelaar, F. (2012). 21st century skills in het onderwijs [PDF]. Geraadpleegd op 2 juni 2020.
Vandeput, L. (z.d.). Van e-learning naar geïntegreerd blended learning. Leuven, België: KULeuven. Geraadpleegd op 26 juni 2020.
WERKPLEZIER & DIDACTIEK
Over één ding zijn dansdocenten het allemaal eens: wat een uitdagend en veelzijdig beroep hebben wij! Door middel van dans kunnen wij leerlingen begeleiden in hun algemene leerproces. Aan de hand van verschillende didactische werkwijzen leren we ze elke keer dat stapje meer. En dat geeft ons voldoening. Als dansdocent sta je er echter ook vaak alleen voor. Het is vaak creatief zoeken naar oplossingen voor de problemen waar je tegenaan loopt. Hoe bereid je je schooljaar voor? Hoe ga je te werk binnen verschillende contexten? Hoe gaan we de eindvoorstelling vormgeven? Maar vooral… Hoe behoud ik plezier in mijn beroep? Dat alles lees je in de rubriek ‘Werkplezier & Didactiek’!