Raad voor Cultuur adviseert 'didactische aantekening' verplicht te stellen in het kunstvakonderwijs

ONDERWIJS | Alle docenten in het kunstvakonderwijs zouden een didactische aantekening moeten hebben, óók deeltijddocenten die veelal uit het werkveld komen. Dat is één van de adviezen van een nieuw rapport van de Raad voor Cultuur over grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector.

Rapport: Over de grens

Grensoverschrijdend gedrag in de cultuur- en mediasector is een hardnekkig en urgent probleem dat niet eenvoudig kan worden opgelost. Het oplopend aantal meldingen van de afgelopen tijd laat alleen het topje van de ijsberg zien. Dat staat in het advies Over de grens, op weg naar een gedeelde cultuur dat de Raad voor Cultuur op 21 juni heeft aangeboden aan Gunay Uslu, staatssecretaris van Cultuur en Media. Grensoverschrijdend gedrag gaat volgens het advies niet alleen om seksuele intimidatie en misbruik. Het kan ook gaan om pestgedrag, racisme, seksisme, discriminatie en andere vormen van ongewenst gedrag, die zorgen voor een onveilige werkomgeving.

Volgens de raad zijn er in de cultuur- en mediasector (inclusief het kunstvakonderwijs) specifieke risicofactoren die zorgen voor extra kwetsbaarheid. Zo wordt in de sector vaak geselecteerd uit een groot aanbod van talent, terwijl er maar een beperkt aantal speel- en toonplekken zijn. Castingdirecteuren, curatoren, docenten en artistiek leiders fungeren daarbij noodzakelijkerwijs als poortwachter, wat zorgt voor ongelijke machtsverhoudingen. Zeker als zij, bewust of onbewust, handelen vanuit vooroordelen en stereotypering ontstaat een onveilig werkklimaat.

Het advies

De raad adviseert om eerst en vooral in te zetten op preventie. Dat begint met het goede gesprek op de werkvloer over machtsverhoudingen en veiligheid en over wat gewenst en ongewenst gedrag is. Onderdeel van dat gesprek moet in ieder geval zijn bewustwording van het eigen gedrag en hoe signalen van anderen op te vangen. Maar ook bewustwording van eigen grenzen en hoe deze aan te geven. Op basis hiervan kan tot concrete afspraken gekomen worden over wat wel en wat niet kan in specifieke situaties. Dit moet handelingsperspectief bieden aan alle betrokkenen.

Maar er is meer nodig: een eerlijker beloning en een betere rechtspositie van met name zzp'ers zou een speerpunt moeten zijn van cultuur- en media-instellingen. Ook moet sociale veiligheid in het kunstvakonderwijs een standaard onderdeel van het curriculum worden. De raad adviseert verder om een didactische aantekening voor alle docenten verplicht te stellen, dus ook voor deeltijddocenten die veelal uit het werkveld komen.

Een inmiddels achterhaald didactisch principe in de kunsten is het gebruik om studenten af te breken om deze vervolgens weer op te kunnen bouwen. Om te leren en ontwikkelen is juist een veilig pedagogisch klimaat nodig, met een persoonlijke benadering en meer vrijheid voor de student. Hoewel sommige scholen aangeven dat zij dit achterhaalde didactische concept al lang niet meer hanteren, heeft de raad vernomen dat er nog steeds docenten zijn die vanuit deze didactiek te werk gaan. Het risico is dan dat deze principes telkens herhaald worden door studenten die zelf succesvol bleken in dit systeem, die later als docent gevraagd werden en vervolgens hetzelfde systeem reproduceren.”
— Citaat uit het rapport, p 33.

Didactische aantekening

In het kunstvakonderwijs is sprake van een nauwe verbinding met de sector waarvoor studenten worden opgeleid. Kwetsbaarheden van de cultuur- en mediasector werken door in het kunstvakonderwijs. Verwacht mag worden dat aan de opleidingen daarom een basis wordt gelegd voor wat in de praktijk als ‘normaal’ wordt beschouwd, en dat studenten leren hoe zij kunnen omgaan met grenzen en begrenzing. In de praktijk is dat nog niet altijd het geval. Daarom wijdt de raad een apart hoofdstuk aan het kunstvakonderwijs.

Enkele risicofactoren voor grensoverschrijdends gedrag in het kunstvakonderwijs zijn: het gebrek aan didactische kennis bij (deeltijd) docenten, de aard van het kunstvakonderwijs (het oprekken van fysieke en mentale grenzen), onaantastbare sterdocenten die overal mee wegkomen, en discriminatie en vooringenomenheid. De Raad voor Cultuur adviseert de kunstvakopleidingen daarom onder andere om te reflecteren op het eigen pedagogisch klimaat. Welke ongeschreven normen over kunstenaarschap en kunstonderwijs bestaan er binnen de organisatie en in het curriculum? Wat is gebruikelijk in de omgang tussen studenten en docenten? Hoe is de cultuur van de opleiding en is er misschien verandering nodig?

Verder adviseert de raad aan het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap om een didactische aantekening op het gebied van sociale veiligheid verplicht te stellen voor álle docenten in het kunstvakonderwijs. Dus óók voor docenten met een kleine, tijdelijke aanstelling en gastdocenten. Dit wordt nu formeel niet van hen verlangd. Maar het komt geregeld voor dat diezelfde kleine aanstellingen jaren achtereen worden verlengd, zonder dat deze docenten worden getoetst op hun kwaliteit. De raad vindt echter dat eenieder die zonder begeleiding lesgeeft aan leerlingen zo’n aantekening zou moeten hebben. Daarnaast vindt de raad het niet toelaatbaar dat sterdocenten zich hieraan onttrekken vanwege een vermeende vakinhoudelijke excellentie. Als deze specifieke didactische aantekening niet bestaat, dan zou die er moeten komen.

De Raad voor Cultuur

De Raad voor Cultuur is het wettelijke adviesorgaan van de regering en het parlement op het gebied van kunst, cultuur en media. De raad adviseert, zowel gevraagd als ongevraagd, over beleidskwesties en subsidieaanvragen. Meestal brengt de raad advies uit op verzoek van de minister van OCW.

Bronnen