Dit boek pleit voor meer inclusie door gewoon heel goed onderwijs te bieden
ONDERWIJS | Willen we inclusiever onderwijs, dan moeten we minder het individuele kind centraal stellen. Dat betoogt onderwijswetenschapper Bert Wienen in zijn nieuwe boek Van individueel naar inclusief onderwijs. Volgens hem is het onderwijs doorgeschoten naar het labelen van individuele kinderen en het eindeloos aanpassen en één-op-één begeleiding bieden. Daardoor komt de leraar niet meer toe aan diens taak: gewoon heel goed onderwijs bieden.
Minder labelen
Pleidooi voor minder labelen en meer aandacht voor de kracht van onderwijs. Dat is de ondertitel van het nieuwe boek van onderwijswetenschapper Bert Wienen: Van individueel naar inclusief onderwijs. Volgens hem is het onderwijs nu té gericht op het labelen van individuele kinderen. Zij moeten zo veel mogelijk aanpassingen en specialistische begeleiding krijgen. Zo worden zij geholpen bij het leren om alsnog te kunnen voldoen aan de norm van de gemiddelde leerling. Dat is volgens Wienen juist het tegenovergestelde van inclusief! Hij vindt dat binnen het onderwijs juist wat minder het individuele kind centraal moet komen te staan. Dus niet: wat heeft het kind nodig, naar welke specialisten verwijzen we het door, welke begeleidingen en hulpmiddelen? Maar: wat kunnen wij, het onderwijs (als context en mede-opvoeder van het kind) bieden?
van individueel naar inclusief onderwijs
Het antwoord daarop is volgens Wienen in de eerste plaats: heel goed onderwijs. En dat onderwijs is in eerste instantie iets collectiefs, voor de groep. De huidige insteek in het onderwijs is: het welzijn van het kind komt eerst, anders komt het niet aan leren toe. Terwijl Wienen ervan overtuigd is dat kwalitatief onderwijs juist bijdraagt aan dat welzijn. Een kind moet worden uitgedaagd in groepsverband. En dan moet je dus vooral de leraar diens werk laten doen en niet alles uitbesteden aan specialisten. De leraar moet de kans krijgen om de leerlingen te zien en uit te dagen. In de eerste plaats op groepsniveau. Want door steeds maar aan te passen naar het individu, brengen we onterecht onze verwachtingen van de leerlingen omlaag.
vakmanschap
Dat betekent niet dat we terug moeten naar een onderwijs dat onrealistische prestaties afdwingt van leerlingen en dat zij niet meetellen als ze geen goede cijfers halen. Wienen wil er juist vanaf dat toetsresultaten altijd maar omhoog moeten, omdat ze worden gebruikt om scholen met elkaar te vergelijken. De toets zou iets moeten zijn tussen leraar, ouder en kind. Waar het Wienen uiteindelijk dus om gaat is dat er meer aandacht moet zijn voor het vakmanschap van de leraar. Wanneer de kwaliteit van het lesgeven omhoog gaat, kunnen meer kinderen daarin meekomen en wordt het dus inclusiever. Zijn boek is dan ook bedoeld om leraren daarbij te helpen. Maar ook andere mede-opvoeders. Dit boek is daarom ook geschikt voor professionals die met en voor kinderen en jongeren werken, zoals intern begeleiders, schoolleiders en zorgcoördinatoren.
Bert wienen
Bert Wienen werkte in de jeugdhulp en voor het onderwijs. Sinds 2018 is hij associate lector bij het lectoraat Jeugd van hogeschool Windesheim. Daarnaast werkt hij als zelfstandig adviseur voor gemeenten, onderwijs en jeugdhulp. Wienen is opgeleid als psycholoog, bedrijfskundige en onderwijswetenschapper. Hij promoveerde in 2019 aan de Rijksuniversiteit Groningen op de rol van diagnoses in de onderwijspraktijk.
Bronnen
Instondo. (2023). Van individueel naar inclusief onderwijs: Pleidooi voor minder labelen en meer aandacht voor de kracht van onderwijs. Geraadpleegd op 9 februari 2024.
PO Raad. (2022, 14 maart). Associate Lector jeugd Bert Wienen over inclusief onderwijs: ‘Stel niet continu dat kind centraal’. Geraadpleegd op 9 februari 2024.
Windesheim. (z.d.). Bert Wienen. Geraadpleegd op 9 februari 2024.