Spiegelneuronen helpen je niet leren dansen. Wat dan wel?

Screenshot van de animatie over spiegelneuronen uit de korte film Ballet and the Brain. Maker van de animatie is onbekend.

Screenshot van de animatie over spiegelneuronen uit de korte film Ballet and the Brain. Maker van de animatie is onbekend.

DANS & HET BREIN | Onlangs verscheen de video Ballet and the Brain van The Royal Opera House uit Londen. Hierin wordt uitgelegd wat er in je hersenen gebeurt als je danst. Zo wordt ook verteld dat spiegelneuronen je helpen bij het leren van nieuwe danspassen. Maar is dat wel zo? Wat zijn spiegelneuronen eigenlijk? Hoe zijn die betrokken bij het kijken naar dans? Lees snel verder voor interessant onderzoek naar de spiegelneuronen van balletdansers. Ontdek waarom spiegelneuronen je niet helpen leren dansen, maar wel om choreografie te leren of een betere danspartner te zijn!

Ballet and the Brain

In de video Ballet and the Brain wordt gekeken naar wat er in de hersenen gebeurt tijdens het dansen. In zo’n 8 minuten wordt uitgelegd wat er in de hersenen gebeurt tijdens het dansen, welke psychologische strategieën dansers gebruiken én waarom dansen zo gezond is om te doen. Hiermee speelt de video in op het momenteel populaire onderwerp ‘dans en het brein’ en de populariteit van neuropsychologie in het algemeen. Verschillende experts komen aan het woord en geven uitleg over onder andere ‘neuroplasticity’, ‘motor neurons’ en ‘mirror neurons’.

Leuk gedaan, maar door zoveel onderwerpen in zo’n korte tijd te behandelen is de uitleg erg kort door de bocht. In het geval van spiegelneuronen pakt dat verkeerd uit en worden we iets wijsgemaakt dat niet helemaal klopt. Namelijk dat spiegelneuronen je zouden helpen bij het aanleren van nieuwe danspassen. Over spiegelneuronen zegt Dr. Richard Thomas, die lesgeeft in het vak psychologie aan St Mary’s University, het volgende:

Mirror neurons are a particular class of brain cell. They activate both when you carry out an action, but also when you observe that same action. So for example, when I wiggle my finger up and down, a certain part of my brain is causing that movement, but it also causes the same part of your brain to be activated that moves your finger up and down.
— Dr. Richard Thomas, senior lecturer psychology

Oftewel, een spiegelneuron is een zenuwcel die niet alleen actief is als je een handeling uitvoert, maar ook als een andere persoon een handeling ziet uitvoeren. Zoals, in het voorbeeld, het op en neer bewegen van je vinger. Wetenschappers nemen daarom aan dat spiegelneuronen een rol spelen bij het begrijpen en interpreteren van de handelingen van anderen en het aanleren van nieuwe vaardigheden door imitatie.

De vraag is echter of spiegelneuronen je ook helpen bij het leren van complexe bewegingen, zoals dansen. In de video beweert Dr. Richard Thomas van wel. Hij zegt:

So, if you are interested in learning a new dance move. Then you could simply observe somebody else making that movement and that would activate your brain as if you are going through that movement yourself.
— Dr. Richard Thomas, senior lecturer psychology

Maar is het echt zo ‘simpel’? Als het zien van een beweging voldoende zou zijn om een nieuwe danspas aan te leren, waarom moeten beginnende dansers dan een danspas zo vaak herhaald zien worden voordat ze het zelf kunnen? Waarom ‘squaten’ mensen in een barre-workout les terwijl je een ‘plié’ voordoet? Heeft dat puur met coördinatie en spierkracht te maken? Of ‘zien’ beginnende dansers iets anders dan ervaren dansers wanneer ze, bijvoorbeeld, naar een plié of een tendu kijken?

Spiegelneuronen

Om deze vragen te kunnen beantwoorden, is het belangrijk eerst wat meer over het onderzoek naar spiegelneuronen te weten. Spiegelneuronen zijn in de jaren ‘90 voor het eerst beschreven door de Italiaanse wetenschapper Giacomo Rizzolatti en zijn collega’s. Zij deden onderzoek met apen (makaken) en keken naar hun hersenactiviteit bij het uitvoeren en observeren van simpele handgebaren zoals reiken, vastpakken en vasthouden. Ze ontdekten een set zenuwcellen die actief zijn zowel wanneer de aap de actie zelf doet, als wanneer de aap kijkt naar een andere aap die dezelfde actie uitvoert. Omdat deze zenuwcellen de geobserveerde actie ‘spiegelen’, werden het spiegelneuronen genoemd.

Sommige wetenschappers beschouwen spiegelneuronen als een van de belangrijkste ontdekkingen in de recente geschiedenis van de neurowetenschap. Sindsdien is er veel vervolgonderzoek geweest en zijn er meer interessante ontdekkingen gedaan - waarvan vele elkaar ook weer tegenspreken (Green, 2019). Zoals altijd is het adagium in de wetenschap: ‘er is meer onderzoek nodig’. Wel is inmiddels bekend dat mensen ook spiegelneuronen hebben, al reageren die mogelijk anders dan de spiegelneuronen van apen. Maar het belangrijkste - voor het doel van dit artikel - is om te weten is dat spiegelneuronen hoogst specifiek zijn (Calvo Merino, 2019). Dat wil zeggen, ze spiegelen heel precies.

Zo zijn er neuronen in de premotor cortex die gespecialiseerd zijn in het uitvoeren van specifieke handelingen, zoals iets vastpakken. Deze neuronen zijn ook actief zijn bij het observeren van alleen die handeling. Verder is bekend dat spiegelneuronen actiever zijn wanneer mensen kijken naar een handeling die wordt uitgevoerd door een andere mens, in plaats van door een robot. En de activatie van spiegelneuronen bij apen is groter wanneer zij een andere aap of mens een actie zien uitvoeren dan wanneer ze een hond observeren. Tenslotte reageren spiegelneuronen ook op het betreffende lichaamsdeel: het observeren van een beweging van, bijvoorbeeld, een voet, wordt gespiegeld in het deel van de hersenen dat de voet aanstuurt.

Het probleem - in ons geval - met het meeste onderzoek naar spiegelneuronen is dat het onderzoek is gedaan naar simpele handelingen, en dan met name naar handgebaren. Oftewel, bewegingen die alle mensen in hun ‘motor repertoire’ hebben. Vandaar het voorbeeld in de video Ballet and the Brain over de op en neer bewegende vinger. Dus blijft de vraag bestaan hoe spiegelneuronen betrokken zijn bij meer complexe of cultureel specifieke bewegingen, zoals een plié of tendu uit de ballettechniek.

Gelukkig heeft in ieder geval één wetenschapper hier wél naar gekeken…

Ballet doen is ballet zien

In ‘Neural mechanisms for seeing dance’ beschrijft Beatriz Calvo Merino (2019) bovenstaande ontdekkingen over spiegelneuronen én haar eigen onderzoek naar spiegelneuronen in balletdansers. Zij bestudeerde mensen met verschillende motorische expertises (zoals ballettechniek) om erachter te komen hoe deze unieke ervaring de perceptie van andermans bewegingen beïnvloed. Als twee verschillende mensen of dansers naar ballet kijken, zien ze dan wel hetzelfde?

Zo liet ze balletdansers en capoeira dansers kijken naar videoclips van 3 seconden met bewegingen uit ballet en capoeira die overeen komen qua lichaamsdeel, richting van de beweging en snelheid. Om de reactie in de hersenen te meten, lagen de dansers in een fMRI scanner tijdens het zien van deze videoclips. Uit de resultaten blijkt dat hersenactiviteit groter is wanneer de balletdansers kijken naar balletpassen dan bij het zien van bewegingen uit de capoeira, ondanks dat die bewegingen nagenoeg gelijk waren. Hun motorische training beïnvloedt dus hoe ze beweging waarnemen.

De hersendelen die oplichtten tijdens het fMRI onderzoek behoren tot het ‘action representation system’ of ‘action observation network’. Dat wil zeggen dat wanneer de deelnemers een bekende beweging zagen, ze een interne simulatie maakten van die beweging. Daarbij werden in hun hersenen niet alleen de delen actief die de beweging zouden moeten aansturen, maar haalden ze ook zintuiglijke informatie op en semantische kennis, zoals de naam van de beweging en herinneringen aan die beweging.

Vervolgens vroeg Calvo Merino zich af of bovenstaand verschil in hersenactiviteit te maken heeft met visuele bekendheid van de bewegingen, of motorische bekendheid. Oftewel, reageerden de balletdansers sterker bij het zien van de balletpassen omdat ze ze vaker hadden gezien, of omdat ze ze vaker hadden gedaan? Daarom vergeleek ze in haar vervolgonderzoek mannelijke met vrouwelijke balletdansers. Er zijn namelijk passen die gender-specifiek zijn en vrijwel alleen door mannen, of vrijwel alleen door vrouwen, worden gedanst. Voor deze passen hebben de deelnemers aan het onderzoek dus dezelfde visuele bekendheid, maar niet dezelfde motorische bekendheid / fysieke ervaring.

Ook de vrouwelijke en mannelijke balletdansers werden in een fMRI scanner gelegd om te kijken naar korte videoclips van genderneutrale balletpassen én vrouwelijke of mannelijke balletpassen. Wat blijkt? De hersenactiviteit van vrouwelijke balletdansers is groter wanneer ze kijken naar vrouwelijke balletpassen, passen die zij zelf hebben uitgevoerd, dan wanneer ze kijken naar mannelijke balletpassen - en vice versa. De hersendelen die actiever waren zijn ook betrokken bij het uitvoeren van beweging, in plaats van bij visuele observatie. Dat betekent dat training en fysieke ervaring met bepaalde bewegingen beïnvloedt hoe we die bewegingen waarnemen.

Oftewel, wat we doen beïnvloed wat we zien. In het geval van ballet betekent dat hoe meer ervaring je met ballettechniek hebt, hoe beter je naar ballet kunt kijken en kleine nuances in bewegingskwaliteit kunt opmerken. Dit is het bekende ‘goede oog voor beweging’ dat professionele dansers ontwikkelen Hetzelfde geldt uiteraard voor andere dansstijlen. Dansers die meer getraind zijn in hiphop of breaking zullen daar een beter oog voor hebben dan voor ballet.

Maar hoe verklaar je dit?

‘Human Motor Repertoire’

Hoe kan het dat wanneer twee mensen naar dezelfde beweging kijken, ze niet hetzelfde zien? Dat komt omdat hun hersenen niet dezelfde ontwikkelingen hebben meegemaakt, waardoor hun ‘motor repertoire’ niet hetzelfde is. Vanaf de geboorte leert een mens namelijk bepaalde vaardigheden zoals zitten, kruipen, staan, lopen, vastpakken, fietsen, etc. Maar iedereen ontwikkelt ook unieke vaardigheden afhankelijk van de techniek waarin die getraind is.

Denk aan verschillende dansgezelschappen: Het Nationale Ballet heeft een ander repertoire dan Nederlands Dans Theater of Alvin Ailey American Dance Company. En een prima ballerina zal een ander repertoire kennen dan een danseres uit het corps de ballet. Zo ook bezit een danser een ander repertoire aan bewegingen dan een voetballer, tennisser, snowboarder, etc. Het repertoire aan bewegingen dat iemand beheerst verschilt van mens tot mens.

Het menselijke ‘motor repertoire’ bestaat dus gedeeltelijk uit bewegingen die vrijwel iedereen kent, en uit bewegingen die uniek zijn van persoon tot persoon. Het meeste onderzoek naar spiegelneuronen is gedaan naar bewegingen die iedereen beheerst. Dus het bijzondere aan het onderzoek van Calvo Merino is dat ze heeft gekeken naar bewegingen die niet iedereen beheerst - en hoe de hersenactiviteit verschilt in reactie op die cultureel specifieke bewegingen.

Welke les kunnen we hieruit trekken?

Spiegelneuronen helpen je niet leren dansen…

Het advies van Dr. Richard Thomas uit de korte film Ballet and the Brain is dus wat ongenuanceerd. Hij stelt dat om een nieuwe danspas teleren, je er ‘simpelweg’ naar kunt kijken en dat die beweging dan in jouw hersenen gesimuleerd wordt. Zoals je nu weet is dat alleen het geval voor bewegingen die je reeds beheerst! Dus ja, wanneer (zoals in de video Ballet and the Brain) een professionele ballerina een nieuwe choreografie wilt leren (een nieuwe combinatie van danspassen die zij reeds kent) kan het kijken naar een video van die choreografie haar goed op weg helpen.

Maar wanneer je daadwerkelijk een nieuwe danspas wilt leren, is ernaar kijken niet genoeg. Je kan de beweging immers pas echt zien nadat je de beweging kunt uitvoeren. Vandaar dat mensen die geen ervaring hebben met ballet een squat doen wanneer je ze vraagt een plié te maken. Zij halen, in reactie op het zien van een plié, uit hun ‘motor repertoire’ de beweging die zo’n plié het dichts benadert, namelijk de squat. En een tendu lijkt waarschijnlijk het meest op het maken van een schaatsbeweging of een stap naar voren. Spiegelneuronen spiegelen immers alleen wat ze zelf reeds kennen.

Hoe kan je als dansdocent dan wél iemand helpen een nieuwe danspas aan te leren? Dat doe je door meerde tactieken in te zetten! Eerst laat je het zien. Vervolgens beschrijf je wat je doet terwijl je de beweging maakt, zodat je de ogen van de leerling stuurt. Oftewel, je wijst ze op de elementen van de danspas die ze zelf anders niet zouden opmerken. Kijk daarom of je hierbij een beeld of metafoor kunt gebruiken dat ze wél kennen. Daarna beschrijf je de beweging terwijl je de leerling de beweging laat maken. En tenslotte, als het nog niet goed gaat, vraag je eerst of je de leerling mag aanraken (!) en manipuleer je vervolgens met je handen het lichaam van de leerling zodat die de gewenste beweging maakt. Zien, horen én voelen!

Naarmate de leerlingen de danspas beter gaan beheersen, mag je verwachten dat hun ‘oog’ ook beter wordt en ze zichzelf gaan corrigeren. Dan doen de spiegelneuronen hun werk!

Maar wel een betere danspartner zijn!

Een andere interessante recente ontdekking over spiegelneuronen is dat ze niet zozeer de beweging zelf spiegelen, maar eerder de intentie van de beweging (Kolb & Whishaw, 2015). Dat wil zeggen, ze spiegelen een handeling met een doel. Dit wordt in de wetenschappelijke literatuur een ‘transitive action’ genoemd. Denk aan het vastpakken van een kop thee om te gaan drinken. Spiegelneuronen reageren niet op het zien van een object in afwezigheid van een bijpassende beweging, noch op het zien van de beweging ‘vastpakken’ zonder dat het object om vast te pakken te aanwezig is. Wel zijn spiegelneuronen actief als een hulpmiddel wordt ingezet om het object vast te pakken, of wanneer het object belangrijk (lees: eetbaar) is.

Spiegelneuronen spelen dus een grote rol in het begrijpen van de acties van anderen door een interne simulatie te maken van de geobserveerde handeling. Zo blijkt dat mensen met een aandoening binnen het autistisch spectrum weinig spiegelneuronenactiviteit hebben; een mogelijke verklaring voor hun gebrek aan empathie. Ook interessant: onderzoekers uit Nijmegen hebben ontdekt dat spiegelneuronen eigenlijk ‘interactieneuronen zijn’ (Radboud, 2007). Proefpersonen die de opdracht kregen om een voorwerp op dezelfde manier vast te pakken als ze een ander zagen doen, vertoonden duidelijke, verwachte activiteit in de betrokken spiegelneuronen. Bij proefpersonen die de opdracht kregen om een voorwerp juist op een andere manier vast te pakken, waren de betrokken spiegelneuronen veel actiever – een onverwacht resultaat.

De activiteit van deze neuronen hangt veel meer samen met het selecteren van de juiste actie op waargenomen gedrag dan het imiteren van gedrag. [...] Wat een mooi resultaat is, want het betekent dat spiegelneuronen de gehele tijd gebruikt worden om in een sociale context adequaat te handelen. Daarin is imitatie immers zelden het doel; aanvullend reageren op andermans gedrag ligt veel meer voor de hand. Het is ook juist het gebrek aan adequate reacties op andermans gedrag dat het meeste opvalt in mensen met autisme.
— Harold Bekkering, hoogleraar cognitieve psychologie aan de Radboud Universiteit

Wat betekent dit voor dans? Het meeste onderzoek naar spiegelneuronen is niet alleen gedaan naar handgebaren die iedereen beheerst, maar ook naar handelingen die een duidelijk doel hebben, de zogeheten ‘transitive actions’. Dans, daarentegen, bestaat grotendeels uit ‘intransitive actions’; bewegingen die niet direct een doel dienen. Dus naast dat het beheersen van een danspas je beter in staat stelt om de beweging te zien, is het bekend zijn met de beweging waarschijnlijk ook nodig om (de motivatie achter) de danspas te begrijpen.

Je mag dus aannemen dat dit implicaties heeft voor het publiek van een dansvoorstelling. Iemand die zelf niet gedanst heeft zal een hele andere beleving hebben dan iemand die wel danservaring heeft. Verder helpen spiegelneuronen helpen je dus om een betere danspartner te zijn, omdat ze je helpen adequaat op de bewegingen/handelingen van je danspartner te reageren. Maar dus alleen mits je de betreffende danstechniek of choreografie zelf beheerst!

Bronnen


DANS & HET BREIN

In 2018 verscheen op de persoonlijke blog van hoofdredacteur Jacqueline de Kuijper het artikel ‘Dans is de ultieme braintraining’. Het werd opgepikt en gedeeld door Dans Magazine en ging vervolgens ‘viral’. Het werd meer dan 15.000 keer gelezen en ontving meer dan 7.000 likes via Facebook. Het was dan ook hun meest gelezen artikel van het jaar! Via Dansdocent.nu blijft Jacqueline schrijven over dans & het brein. Deze artikelen verschijnen naar verwachting in 2020. Eerst gaat ze zich verder verdiepen in de cognitiewetenschappen. De boekenlijst ligt al klaar!

Jacqueline.png

Jacqueline de Kuijper

Danswetenschapper Jacqueline de Kuijper is de oprichter en hoofdredacteur van Dansdocent.nu. Jacqueline studeerde danswetenschappen aan Mills College in Californië. Voorheen schreef ze als webredacteur voor Dansmagazine en als dansjournalist voor Cultuurpers. Haar scherpe pen en onderzoekende geest zet ze sinds 2019 in om dansdocenten te inspireren.