Muzikaliteit stimuleren? Laat je leerlingen bodydrummen in de dansles!

Cedric’s leerlingen in actie tijdens een show.

WERKPLEZIER & DIDACTIEK | Muzikaliteit, we nemen het vaak voor lief. Een leerling lijkt muzikaal, of niet. Maar als dansdocent heb je jouw muzikaliteit waarschijnlijk gaandeweg verworven, al ben je je hier misschien niet bewust van geweest. Muzikaal zijn kun je leren. Daarom is het belangrijk om hier ook in de dansles aandacht aan te besteden! In dit artikel legt Cedric van Eesbeeck uit hoe hij dat in zijn danslessen breaking doet aan de hand van bodydrumming. 

‘Luister gewoon naar de muziek’ 

Eén van de vele hordes als docent in het opleiden van nieuwe dansers is muzikaliteit. Hoe breng je jouw leerlingen in hemelsnaam bij wat voor jezelf vanzelfsprekend is? De meeste docenten zullen inherent al wel een muzikaal oor hebben, waardoor ze vaak geen onderzoek doen naar het fenomeen, noch daar in de les bewust aandacht aan besteden. Doorheen de jaren heb ik dan ook meerdere docenten horen zeggen: ‘Luister gewoon naar de muziek’. Alsof het zo eenvoudig is. 

Mijn eigen verhaal helpt het probleem weinig verder. Ik heb mijn jeugd doorgebracht met muziek in de oortjes en dansen waar het maar kon: ‘s ochtends in de badkamer, wachtend op de bus, studerend op de kamer en op de achtergrond wanneer ik moest gaan slapen. Overal was muziek wel ergens aanwezig en overal kon ik niet stilzitten. Het zette zich over de jaren zodanig vast in mijn onderbewustzijn dat ‘luisteren naar muziek’ een automatisme werd, ook al heeft niemand mij ooit uitgelegd hoe dat moest. 

Ook danste ik van in het begin op allerlei soorten muziek. Mijn iPod was - en is - gevuld met soundtracks van films, Rammstein, dubstep, Michael Jackson, old school hiphop, dance, techno en nog zoveel meer. Mijn dans moest geen expressie van mezelf zijn, het moest een verlengstuk van de muziek worden. Ik was - en ben - meer een liefhebber van muziek en beweging dan een danser. Ik kan evenveel genieten van de voetballer Maradona die op de tonen van 'life is life' aan het opwarmen is, als van een goede breaker. Terwijl het grootste deel van de dansers die ik zie meer bezig zijn met zichzelf en hun techniek of choreografie dan met de muziek.

Muzikaliteit is voor mezelf ondertussen zo vanzelfsprekend dat ik mij er nauwelijks van bewust ben. Tijdens wedstrijden ben ik vaak zo nerveus dat ik mij achteraf niets herinner van de muziek of hoe ik erop gedanst heb, dat komt vanzelf. Het beste voorbeeld was onderstaand moment, enkele jaren geleden, waar ik een accent van de muziek neem. De zaal gaat door het dak en achteraf krijg ik complimenten van een paar van de beste Belgische breakers: “Sick beatkill gast.” Ik had geen idee waar ze het over hadden, tot ik de volgende dag de battle herbekeek. 

Als ik over ‘muzikaliteit’ nadenk, dan zie ik het ritme als beginpunt waarmee alle kinderen leren op muziek te dansen: ze stappen, bouncen, wuiven of klappen op het ritme. Met het uit elkaar halen van het proces werd mij al snel duidelijk dat het een enorm complexe materie kan zijn. De maat horen is één ding, de maat volgen is de volgende stap. Je moet namelijk niet alleen luisteren, je moet weten wat er volgt. Je hebt net de eerste tel gehoord, maar wanneer komt de tweede tel? Je voorspelt met andere woorden wanneer een bepaald geluid van - bijvoorbeeld - het drumstel komt, om daarop een beweging uit te voeren. 

Het klinkt allemaal basic als ik het zo analyseer, maar dat is het in de praktijk allerminst. De cognitieve vaardigheden die muzikaliteit vraagt zijn talrijk en vragen een ontwikkelde hersenpan. Zelfs muzikanten kunnen niet zomaar dansbewegingen op muziek uitvoeren. Als we dan terugkijken naar het begin van dit verhaal, dan lijkt het steeds belachelijker om van kinderen te verwachten dat leerlingen zomaar op muziek kunnen dansen. Ze hebben iets meer uitleg nodig dan de instructie ‘luister gewoon naar de muziek’.

Wil je leren hoe je kunt bodydrummen met je leerlingen? Log dan in om verder te lezen!


WERKPLEZIER & DIDACTIEK

Over één ding zijn dansdocenten het allemaal eens: wat een uitdagend en veelzijdig beroep hebben wij! Door middel van dans kunnen wij leerlingen begeleiden in hun algemene leerproces. Aan de hand van verschillende didactische werkwijzen leren we ze elke keer dat stapje meer. En dat geeft ons voldoening. Als dansdocent sta je er echter ook vaak alleen voor. Het is vaak creatief zoeken naar oplossingen voor de problemen waar je tegenaan loopt. Hoe bereid je je schooljaar voor? Hoe ga je te werk binnen verschillende contexten? Hoe gaan we de eindvoorstelling vormgeven? Maar vooral… Hoe behoud ik plezier in mijn beroep? Dat alles lees je in de rubriek ‘Werkplezier & Didactiek’!

Cedric van Eesbeeck

Cedric Van Eesbeeck is redacteur Werkplezier & Didactiek. Als dansdocent geeft hij sinds 2012 les breaking aan kinderen, tieners en volwassenen. Als danser is hij in 2007 begonnen met breaking, maar zijn tochten hebben hem ook naar hiphop, jazz en showdance gebracht. Hij is verbonden met de Leuvense scene en actief in danswedstrijden in België. Daarnaast behaalde hij twee bachelors in bedrijfsmanagement en is hij werkzaam in de verzekeringsmakelarij. Zijn weinige vrije tijd gaat naar koken, moestuinieren en het schrijven van verhalen. Voor Dansdocent.nu reflecteert hij op zijn ervaringen als autodidactische dansdocent.