Rimke’s favoriete adviezen uit improvisatieboek ‘De creatieve performer’
WERKPLEZIER & DIDACTIEK | Redacteur Rimke Saan is - hoe ironisch voor een schrijfster! - geen fan van lezen. Toch kon ze het kleurrijke boek van Ivan Schauvliege De creatieve performer niet naast zich neerleggen. Het boek staat boordevol interessante theorie, anekdotes en voorbeeldoefeningen voor compositie en improvisatie - en als er íets is dat Rimke belangrijk vindt in haar lessen, dan is het dat wel. In dit artikel deelt ze haar inzichten en favoriete adviezen uit het boek voor danslessen met jongeren.
Improviseren met De creatieve performer
In december kreeg ik van hoofdredacteur Jacqueline een boek toegestuurd: De creatieve performer van Ivan Schauvliege. Ik geef meteen eerlijk toe dat ik geen pro ben als het aankomt op boeken lezen. Op de een of andere manier blijven ze vaak tentoongesteld staan in de boekenkast. Tijdens werkweken voelt mijn hoofd vaak al zodanig vol met danslessen dat er geen informatie meer bij kan. Toch sprak dit boek mij aan. Als je het openslaat zie je naast alle tekst meteen ook foto’s, figuren en gekleurde blokken. Dat triggerde mij toch genoeg om te beginnen met lezen.
Daarbij komt dat ik weinig boeken over improvisatie ken of heb gelezen. Op kinderboeken na dan, zoals Dansspetters van Maria Speth. Maar met ‘De Sprookjesdans’ doe ik bij mijn tienergroepen natuurlijk niet veel goeds. Voor hen verzin ik de meeste improvisatieoefeningen zelf en dat is niet altijd even makkelijk. Zo’n boek over lesgeven in improvisatie leek me daarom wel eens heerlijk voor nieuwe inspiratie. Het feit dat ik nu een artikel over dit boek schrijf zegt genoeg. Ik ben heel enthousiast!
Ivan Schauvliege, die in oktober 2021 in de spotlight van Dansdocent.nu stond, weet in dit boek ontzettend goed uit te leggen wat er allemaal bij een improvisatie- en compositieles komt kijken. Bovendien maakt hij duidelijk dat hij improvisatie en compositie enorm belangrijk vindt omdat de dans als kunstvorm zo kan blijven evolueren, en choreografen ook steeds meer creatieve input van hun dansers verwachten. In zijn boek focust hij zich met name op leerlingen die pre-professioneel zijn en die performers willen worden. Dit is ook de doelgroep waarmee hij zelf veel werkt als docent bij de Kunsthumaniora van Brussel. Gelukkig geeft hij ook les aan amateurdansers. Daardoor zijn de tips ook goed bruikbaar voor mijn lessen met jongeren!
In zijn boek schrijft hij onder andere over de angsten die kunnen opduiken bij sommige groepen en legt hij uit hoe je opdrachten beter kunt formuleren om die terughoudendheid te verminderen. En hij komt met termen die ik zelf nog niet kende, zoals Cat & Dog Practice. Daarbij zet je bewust speelsheid (hond) en bedachtzaamheid (kat) in bij improvisatie- of compositieopdrachten om verschillende kwaliteiten te oefenen.
Geen zorgen. Dit artikel is geen betoog waarom elke dansdocent dit boek moet gaan lezen (of misschien toch een beetje). In dit artikel wil ik vooral een paar interessante stukken uit het boek met jullie delen. Onderdelen die mij hebben geprikkeld, aangevuld met mijn reflecties en meningen. Schauvliege schrijft in zijn boek ook veel over compositie, maar in dit artikel focus ik mij alleen op improvisatie.
…
Wil je verder lezen? Log dan in om toegang te krijgen tot de rest van dit artikel!
WERKPLEZIER & DIDACTIEK
Over één ding zijn dansdocenten het allemaal eens: wat een uitdagend en veelzijdig beroep hebben wij! Door middel van dans kunnen wij leerlingen begeleiden in hun algemene leerproces. Aan de hand van verschillende didactische werkwijzen leren we ze elke keer dat stapje meer. En dat geeft ons voldoening. Als dansdocent sta je er echter ook vaak alleen voor. Het is vaak creatief zoeken naar oplossingen voor de problemen waar je tegenaan loopt. Hoe bereid je je schooljaar voor? Hoe ga je te werk binnen verschillende contexten? Hoe gaan we de eindvoorstelling vormgeven? Maar vooral… Hoe behoud ik plezier in mijn beroep? Dat alles lees je in de rubriek ‘Werkplezier & Didactiek’!